Aangifte

Aangifte tegen Justitie

Geplaatst op 19 juli 2022 door Wim Dankbaar

g.van.der.burg@om.nl,
“Secretariaat BJZ (PaG Den Haag)” <secretariaat.bjz@om.nl>

Geachte heer van der Burg,

In de bijlage treft u mijn aangifte. Ik verzoek u de ontvangst te bevestigen. Ik doe deze aangifte rechtstreeks bij u als voorzitter van het College Procureurs Generaal om de volgende redenen:

– Uit ervaring weet ik dat de politie aangiftes tegen ambtenaren uit eigen gelederen niet wil opnemen en zelfs dat dit verboden wordt door het OM.

– Het betreft een aangifte tegen onder meer ambtenaren die onder het gezag van uw College vallen of vielen.

– Het betreft een voor het OM zeer afbreukgevoelige zaak.

– Een aangifte tegen ambtenaren uit uw eigen organisatie is behoorlijk uniek.

– Uw OM is monopolist op het gebied van vervolging. Ik moet de aangifte om voornoemde redenen dus wel bij u doen.

Verder heb ik niet echt de illusie dat u deze aangifte daadwerkelijk slagvaardig ter hand zult nemen, alleen al omdat u mijn vorige emails (nog) niet heeft beantwoord, maar het is politiek, staats – en rechtskundig interessant om te volgen wat u ermee doet of hoe u reageert. Het kan toch niet zo zijn dat aangiftes tegen justitie-ambtenaren niet onderzocht of vervolgd worden. Dan zou justitie zich onschendbaar en immuun voor toetsing van misdragingen maken. Dat kan niet de bedoeling van de wet zijn.

Met vriendelijke groet,

Willem Jan Dankbaar

“Who do you call if it’s the police who broke the law?”

image-1

Hierbij doe ik , Willem Jan Dankbaar, geboren te Groningen op 13 november 1961  aangifte van strafbare feiten tegen het Openbaar Ministerie Leeuwarden en de recherche bjjstand teams (RBT’s) die zich hebben bezig gehouden met het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra.

Voor zover het nodig is om mijn belanghebbendheid te motiveren, zal het u bekend zijn dat ik verscheidene malen vervolgd en veroordeeld ben voor uitingen die ik in de publiciteit heb gedaan. Deze uitingen betreffen voornamelijk  personen die naar mijn overtuiging kennis dragen over de ware toedracht van de moord op Marianne Vaatstra.  Al met al heb ik zeer veel materiële en immateriële schade opgelopen door mijn stelling dat 1) de moord op Marianne Vaatstra door andere daders is gepleegd dan Jasper S. die hier uiteindelijk voor veroordeeld is en 2) dat Justitie de ware toedracht in de doofpot heeft gestopt, daarbij talrijke strafbare feiten heeft begaan.  Mijn belang om dit aan te tonen is dus direct en persoonlijk.  Los daarvan heeft elke  burger van Nederland een persoonlijk en maatschappelijk belang bij een integer en eerlijk functionerende justitie. Ik doe deze aangifte dan ook mede namens meerdere mensen. Het gaat hierbij niet over de vraag of het onderzoek uiteindelijk tot de juiste dader heeft geleid, maar zuiver om de vaststelling dat er in het onderzoek strafbare feiten door Justitie zijn gepleegd.   Deze strafbare feiten worden niet teniet gedaan omdat de zaak uiteindelijk tot een veroordeling heeft geleid.

Voor zover het nodig of relevant is om verantwoordelijke ambtenaren te noemen, deze zijn niet allemaal bekend, maar in elk geval kunnen genoemd worden: De heer H.N. Brouwer (destijds Hoofdofficier van Justitie te Leeuwarden), Michiel  Severein (persofficier), oud burgemeester van Kollum Piet Visser, Ovj Henk Mous (zaaksofficier), Jan Verkaik (leider RBT), Cor Reijenga (leider 3D team), Robert Rambonnet (woordvoerder politie), Dick Adema en Jan Willem Vos (cold case team), OvJ Tom Wiersma (zaaksofficier).

De strafbare feiten betreffen onder meer fraude, plichtsverzuim, het achterhouden van bewijsmateriaal, het verzwijgen van bewijsmateriaal, het veranderen van bewijsmateriaal, opzettelijk valse voorlichting, intimidatie van getuigen, obstructie van de rechtsgang en het afdwingen van een valse bekentenis van een verdachte, de in deze zaak veroordeelde Jasper S.

Punt voor punt worden de feiten behandeld aan de hand van de volgende onderwerpen:

Onderwerp 1: Het bebloede trainingsjack.

Op dezelfde dag dat Marianne Vaatstra werd vermoord, werd er in de bosjes van het openluchtzwembad van Kollum door badmeester Andries Visser een bebloed trainingsjack gevonden. Het zwembad lag tussen het AZC en de vindplaats van Marianne’s lichaam in het weiland aan de Keningswei. Visser had reeds gehoord dat Marianne Vaatstra was vermoord. Logischerwijs dacht hij: Dit trainingsjack heeft vast te maken met deze moord. Dus bracht hij het meteen naar de politie. Hij dacht een cruciale bijdrage geleverd te hebben aan de oplossing van de moord. Maar vervolgens hoorde hij niets. Dus ging hij informeren bij de politie of zij iets hadden aan dit bewijsstuk. Hij werd steeds met een kluitje in het riet gestuurd. Zijn bijdrage werd niet gewaardeerd. Dat bleek des te meer toen hij bezoek kreeg van burgemeester Piet Visser en een officier van Justitie. Hij moest ophouden met zeuren over het trainingsjack, als hij tenminste zijn baan wilde behouden. Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2015/09/15/het-bebloede-trainingsjack/

Ik acht dit een ernstig strafbaar feit, zoals het achterhouden van bewijsmateriaal, obstructie van de rechtsgang en intimidatie van een getuige.

Onderwerp 2: Het bankpasje van Marianne.

In een brief uit november 2001 van Peter R. de Vries aan de toenmalige teamchef van het Vaatstra onderzoek Jan Verkaik lezen we over een Rabobank pasje. De inhoud spreekt voor zich. Het Rabopasje van Marianne is kort na haar dood door een geldautomaat van de ABN AMRO in Groningen ingeslikt omdat iemand ermee probeerde te pinnen en 3 maal een foute pincode heeft ingetoetst. We weten dat het ontegenzeggelijk om het pasje van Marianne ging. Het stond niet alleen op haar naam maar ook het bankrekeningnummer klopte. Dit beschrijft moeder Maaike allemaal in haar gewraakte dagboek. Zij heeft dit gecheckt met de tipgeefster uit de brief, de medewerkster van het bankfiliaal die het pasje destijds heeft gearchiveerd.  Het pasje was ook inderdaad verdwenen uit Marianne’s portemonnee. Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2015/03/21/het-pasje-van-marianne/

Ik acht dit een ernstig strafbaar feit, zoals het achterhouden van bewijsmateriaal en obstructie van de rechtsgang.

Onderwerp 3: De “gestolen” fiets en de uitzending van Opsporing Verzocht van 4 mei 1999.

Vanaf het begin af aan heeft Justitie het publiek voorgehouden dat de gevonden fiets in de greppel langs de Keningswei, een zwarte herenfiets was. Onlangs is echter aan de hand van de originele politiefoto’s vastgesteld dat het helemaal geen herenfiets was maar een damesfiets! Een zogenaamde “omafiets” of “weduwefiets”. Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2022/02/17/de-leugen-over-de-gestolen-fiets-van-marianne/

weduwefiets

In de uitzending van Opsporing Verzocht van 4 mei 1999, 4 dagen na de moord, werd de fiets reeds als een herenfiets gepresenteerd, met een foto van een herenfiets erbij. Dit kan dus niet de originele fiets zijn die door de politie vlak na de vondst werd gefotografeerd. Dit was immers een damesfiets. Ook werd in de uitzending nog niet gemeld dat de bewuste fiets beweerdelijk op het station Buitenpost gestolen was door de vriend van Marianne, Spencer Sletering.

Voorts is op de politiefoto’s te zien dat de fiets een kabelkettingslot om de zadelpen heeft. Hiermee wordt ook het verhaal hoe de fiets gestolen zou zijn onmogelijk:

Blz. 26 requisitoir: “Vanuit Paradiso fietsen Wietse en Spencer met Marianne achterop naar Buitenpost waar een zwarte herenfiets wordt meegenomen; het slot wordt opengemaakt door de fiets te laten stuiteren.”

Ik acht dit een ernstig strafbaar feit, zoals fraude, plichtsverzuim, het achterhouden van bewijsmateriaal, het verzwijgen van bewijsmateriaal, het veranderen van bewijsmateriaal, opzettelijke valse voorlichting en obstructie van de rechtsgang.

Onderwerp 4: Het verhoor van Faek Mustafa.

In de weken na de moord heeft justitie steevast gesteld dat er geen enkele aanleiding was om verdachten in het asielzoekerscentrum te zoeken. Tevens werd ontkend dat daar verdachten waren aangehouden of gehoord. Enkele voorbeelden van zulke berichten: Tientallen tips na moord in Veenklooster en Massale rouw in Zwaagwesteinde bij begrafenis Marianne Vaatstra en Geruchten storen in onderzoek naar moord. Wel verschijnt er een bericht Vermoorde Marianne werd eerder bedreigd. Hierin staat dat Marianne enkele weken voor haar dood in discotheek Ringo met een keeldoorsnijdend gebaar is bedreigd door een “zestienjarige scholier”. Dat het hier om een asielzoeker uit het AZC ging (Faek Mustafa) wordt echter niet gemeld. Ook in het bericht Derde verdachte zaak-Vaatstra vrij wordt dit niet gemeld. Ook verschijnen er berichten dat een ander 14 jarig meisje uit Kollum in dezelfde Koninginnenacht zou zijn verkracht. Dat het hier om diezelfde asielzoeker Faek Mustafa ging, die Marianne had bedreigd, wordt echter ook niet vermeld. Er word slechts gesproken van een “minderjarige verdachte” en gesteld dat deze zaak los staat van de zaak Vaatstra, zoals onder meer in het bericht Aangifte verkrachting los van zaak- Vaatstra  maar ook in het bericht Verkrachtingszaak Kollum bij Justitie wordt gezegd dat er geen verband is met de zaak Vaatstra. Dit ondanks dat justitie dan weet dat het om dezelfde Faek Mustafa uit het AZC gaat die Marianne had bedreigd en dat het vermeende slachtoffer Stephanie van Reemst door getuige Geke Haarsma rond half één ’s nachts is gezien met Marianne Vaatstra. Ook heeft getuige Haarsma aan de politie gemeld dat zij eerder op de avond rond 19:00 uur heeft gezien dat Faek Mustafa de ventielen uit de fietsbanden van Spencer en Wietze trok in het bijzijn van Stephanie van Reemst.  Verder heeft zij nog gemeld dat zij een half uur eerder getuige is geweest van een ruzie tussen Faek Mustafa en Spencer Sletering (de vriend van Marianne) ook weer in het bijzijn van Stephanie van Reemst. Deze Stephanie werd op 14 mei 1999, 2 weken na de moord,  ontboden op het politiebureau, niet in verband met de vermeende verkrachting, maar om gehoord te worden in verband met zaak Vaatstra. Haar vader mocht niet bij dit verhoor aanwezig zijn, maar na afloop werd hem gezegd dat  zijn dochter aangifte had gedaan van verkrachting door Faek Mustafa. Vervolgens werd de beweerde verkrachting snel geseponeerd wegens “gebrek aan bewijs”. Dit sepot werd door de ouders van het meisje niet geaccepteerd zoals te lezen valt in het bericht  Klacht over sepot verkrachting Kollum .

In een zeer recente vierdelige documentairereeks die vanaf september vorig jaar te zien is op de internetbetaalzender Discovery + en vanaf 1 april 2022 te zien is op de TV zender Discovery, wordt nu 23 jaar na dato door Justitie (verscheidene politieagenten die bij het onderzoek betrokken waren) toegegeven dat Faek Mustafa direct na de moord is opgehaald om als verdachte in de Vaatstra zaak te worden gehoord in verband met de bedreiging van Marianne enkele weken eerder. Tevens wordt gemeld dat hij werd uitgesloten als dader of betrokken omdat zijn DNA niet overeen  kwam  met het spermaspoor dat op het lichaam van Marianne was aangetroffen. Waarover Faek Mustafa precies is verhoord en of hij een alibi had voor het tijdstip van de moord, wordt niet verteld.

Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2021/10/04/nieuwe-vaatstra-documentaire-bewijst-onbedoeld-de-leugens-van-justitie/

Ik acht dit een ernstig strafbaar feit, zoals fraude, plichtsverzuim, het achterhouden van bewijsmateriaal, het verzwijgen van bewijsmateriaal, het veranderen van bewijsmateriaal, opzettelijke valse voorlichting en obstructie van de rechtsgang.

Onderwerp 5: De overplaatsing van Faek Mustafa.

Tot 2011, dus tot 12 jaar na de moord, is door justitie altijd krachtig ontkend dat er in de dagen en weken na de moord asielzoekers uit het AZC Kollum naar andere AZC’s zijn overgeplaatst. Ook toen de familie Vaatstra in 2007 een anonieme brief ontving, waarin beschreven wordt dat er op 3 mei 1999 een asielzoeker uit het AZC Kollum is binnengebracht op het AMOG (Asielzoekers Met Onaangepast Gedrag) centrum Musselkanaal, werd de juistheid van deze informatie  ontkend, onder meer bij monde van oud AZC directeur Nettie Groeneveld. Die ontkenningen zijn onder meer te lezen in het bericht van Trouw  OM: Beweringen anonieme brief moord Vaatstra vals en Oud AZC-directeur: Brief Vaatstra is onzin.  In het laatste bericht wordt gesteld: “Dit is gewoon niet gebeurd, daar ben ik absoluut zeker van”, aldus Groeneveld.

Echter is door Wim Dankbaar vastgesteld dat het wel degelijk is gebeurd en dat het om niemand minder dan Faek Mustafa ging. Dankbaar heeft verscheidene getuigen gesproken die aanwezig waren bij de uitzetting van Faek Mustafa, inderdaad op maandag 3 mei 1999. Volgens deze getuigen was Nettie Groeneveld daar nota bene zelf bij. Het gaat om oud adjunct directeur Louis Uijl, ex AZC bewaker Ron Pander en AZC sportleraar Age Bruining. Van deze laatste is Dankbaar in bezit gekomen van het proces verbaal van zijn politieverhoor. Hij stelt hierin onder meer:  “Ik heb gezien dat Feik uitgeleide werd gedaan door Netty Groeneveld, de directeur van het AZC en haar plaatsvervanger ( Louis Uijl). In een krantenartikel loochende zij dit later. Dit stoorde mij omdat ik het zelf had gezien. De, in 2007, in De Telegraaf  gepubliceerde brief , waarin werd gesuggereerd dat er door Justitie een asielzoeker was weggemoffeld vanuit het AZC Kollum naar het AZC Musselkanaal sloeg dan ook ongetwijfeld op het vertrek van Feik Mostafa. Gezien het taalgebruik in die brief ben ik ervan overtuigd dat deze brief is geschreven door een mentor  of een andere agogisch medewerker van het AZC Musselkanaal.”

In een aan Dankbaar gegeven verklaring schrijft Ron Pander: “Op maandag 3 mei 1999 was ik samen met een agogisch medewerker en directeur Louis Uijl aanwezig bij de uitzetting van Feik Mustafa. Wij hebben Feik Mustafa op een taxi gezet. Later kwam directrice Nettie Groenveld er ook bij. Mijn collega vroeg nog aan de heer Uijl: Waarom moet Feik weg? De heer Uijl antwoordde: Hij is zijn leven hier niet meer zeker.  Ik vroeg daarop: Waar gaat hij heen? De heer Uijl antwoordde: Hij gaat naar Musselkanaal.”  Van belang is nog te melden dat Faek Mustafa na 3 mei 1999 niet meer op het AZC Kollum is gezien. Ook de heer Uijl heeft in een opgenomen telefoongesprek aan Dankbaar bevestigd dat Faek Mustafa op 3 mei 1999 is overgeplaatst, ongetwijfeld omdat hij aannam dat ik een rechercheur van politie was. Daarin bevestigt hij ook dat het besluit tot overplaatsing door de driehoek (OM, burgemeester en polite) was genomen.

In 2007 stelde het kamerlid Fred Teeven kamervragen over de anonieme brief aan Staatssecretaris Albayrak:  https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20072008-100.html

In de antwoorden wordt een overplaatsing op 3 mei 1999 ontkend: “Het COA heeft mij meegedeeld dat er op 3 mei 1999 geen asielzoeker is overgeplaatst van AZC Kollumerland naar AZC Musselkanaal.” Uiteraard is dit antwoord in tegenstrijd met wat de hierboven genoemde getuigen hebben verklaard. Die tegenstrijd geldt eveneens voor de volgende antwoorden: “Op 6 september heeft het Openbaar Ministerie gemeld dat uit onderzoek van de politie is gebleken dat de beweringen in de anonieme brief niet juist zijn.” “Het betreft informatie die bij het Openbaar Ministerie indertijd niet bekend was.” Deze antwoorden zijn onhoudbaar als de heer Uijl stelt dat de beslissing tot overplaatsing van Faek Mustafa door de driehoek was genomen.

In 2010 stelde het kamerlid Teeven nogmaals kamervragen aan minister Hirsch Ballin, ditmaal op mijn verzoek:  https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2952.html

Ook nu werd de overplaatsing op 3 mei 1999 weer ontkend, maar wel wordt (voor het eerst) erkend dat Faek Mustafa is overgeplaatst, echter pas op 27 mei 1999, en niet naar Musselkanaal maar naar Drachten:  “De persoon F.M. is op 27 mei 1999 overgeplaatst vanuit het azc in Kollum naar het azc in Drachten. De overplaatsing van F.M. had geen relatie met de moord op Marianne Vaatstra. F.M. werd verdacht van een zedenmisdrijf (zie ook het antwoord op vraag 4).” Minister Hirsch Ballin stelt dus dat de overplaatsing niet te maken had met Marianne Vaatstra, maar met de beweerde verkrachting van Stephanie, waarvan zij beweerdelijk op 14 mei aangifte deed nadat zij op het politiebureau was ontboden voor verhoor in verband met de zaak Vaatstra.

Zeer opmerkelijk is ook het antwoord van minister Hirsch Ballin: “F.M. is enkele maanden voor de dood van Marianne betrokken is geweest bij een ruzie met (vrienden van) Marianne in een horecagelegenheid. F.M. is daarover gehoord en zei dat juist hij en zijn vriend werden bedreigd en niet andersom.” Waar inmiddels anno 2022 wordt toegegeven dat Faek Mustafa wel degelijk Marianne met een keelsnijgebaar heeft bedreigd, niet enkele maanden maar twee weken voor haar dood,  durfde minister Hirsch Ballin in 2010 nog te stellen dat het andersom was. De geloofwaardigheid van deze antwoorden is met de kennis van nu niet alleen ver te zoeken, maar bovendien in flagrante tegenstrijd met die kennis van nu.

In 2012 stelt het kamerlid Hero Brinkman nogmaals kamervragen aan minister Opstelten, ook nu weer op mijn verzoek:  https://rechtiskrom.files.wordpress.com/2022/03/kamervragenbrinkman1.pdf

Op dit moment is de heer Teeven overigens de Staatssecretaris van V&J. Ook door minister Opstelten worden de antwoorden van Hirsch Ballin min of meer herhaald: “Antwoord 8:  F.M. is niet op 3 mei, maar op 27 mei 1999 overgeplaatst naar het AZC te Drachten. Zie verder het antwoord op vraag 7.”

Omdat Brinkman de antwoorden van Opstelten onbevredigend vindt, stelt hij vervolgvragen: https://rechtiskrom.files.wordpress.com/2022/03/kamervragenbrinkman2.pdf

Wederom is Brinkman niet tevreden met de antwoorden omdat deze strijdig zijn met de bevindingen van mijn onderzoek. Brinkman neemt zich voor nog een keer vervolgvragen te stellen, maar dan volgt opeens de aanhouding van Jasper Steringa.  Een geloofwaardige “oplossing” voor de moord op Marianne Vaatstra. Niemand die nog aan de woorden van justitie durft te twijfelen. Een DNA match en een “volledige bekentenis”.

Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2020/05/13/verslag-kort-geding-tegen-de-staat-van-7-mei-5/

Ik acht dit een ernstig strafbaar feit, zoals fraude, plichtsverzuim, het achterhouden van bewijsmateriaal, het verzwijgen van bewijsmateriaal, het veranderen van bewijsmateriaal, opzettelijke valse voorlichting en obstructie van de rechtsgang.

Onderwerp 6: De bedreiging van Faek Mustafa.

Van belang is verder nog te melden dat Mustafa op 3 mei 1999 mevrouw Isabella Wagenaar telefonisch heeft bedreigd met de woorden: “Als jij niet stopt met praten word jij ook vermoord.” Deze bedreiging volgde op haar melding bij de politie dat Mustafa en Hassan zeer waarschijnlijk bij de moord betrokken waren. Met haar aangifte die zij de volgende dag, 4 mei 1999, met haar vader deed, heeft de politie niets gedaan. De politie, cold case agent Anjo van der Helm, heeft wel aan Dankbaar bevestigd dat deze aangifte door Wagenaar tegen Mustafa inderdaad is gedaan. Waar het om gaat is dat ook deze bedreiging, in feite een de facto bekentenis van betrokkenheid, een sterke aanwijzing is dat Mustafa wel degelijk meer weet over de moord. In antwoord op de kamervragen van Hero Brinkman heeft minister Opstelten deze aangifte ontkend: “W. heeft geen aangifte gedaan tegen F.M. wegens doodsbedreiging. Aangezien het bewuste telefoontje anoniem was, was een onderzoek naar het motief van de beller niet mogelijk.” 

Ik acht dit een ernstig strafbaar feit, zoals fraude, plichtsverzuim, het achterhouden van bewijsmateriaal, het verzwijgen van bewijsmateriaal, het veranderen van bewijsmateriaal, opzettelijke valse voorlichting en obstructie van de rechtsgang. 

Vragen onderwerp 7: Het rapport Ali H.

In 2011 bracht het OM het zogeheten rapport Ali H. uit. https://rechtiskrom.files.wordpress.com/2020/11/rapportalih.pdf

Het rapport was een reactie op drie uitzendingen uit 2010  van de actualiteitenrubriek EenVandaag waarin de stelling naar voren wordt gebracht dat het OM in oktober 1999 een andere (verkeerde) Ali Hassan heeft aangehouden dan de bedoelde verdachte.  Het rapport is een lange verantwoording van het OM voor de stelling dat er in de moordzaak Marianne Vaatstra in oktober 1999 geen andere Ali H. is aangehouden, dan de bedoelde verdachte Ali H. uit het AZC Kollum. Alle getuigen en ook de actualiteitenrubriek EenVandaag die anders beweren, moesten zich volgens dit OM rapport vergissen.  Overigens wordt in het rapport geen enkele getuige bij naam genoemd, met uitzondering van Faek Mustafa en zijn vader, waarvan gesteld wordt dat zij Ali H. zeer goed kenden in het AZC. Onduidelijk blijft echter of hen de hamvraag van het onderzoek is gesteld: Heeft het OM de juiste Ali H. aangehouden die jullie kenden uit het AZC? We mogen dus wel aannemen dat deze vraag niet aan hen is gesteld. Anders zou het rapport dit wel bevestigen en ook hun antwoord mededelen. De vraag is waarom het OM deze cruciale vraag niet heeft gesteld aan de enige twee getuigen die bij naam worden genoemd in het rapport. Het rapport staat vol met (inmiddels) onware statements, zoals dat Mustafa pas op 19 mei is verhoord, in strijd met de uitspraken uit de recente Discovery+ documentaire dat hij direct op of na 1 mei na de moord naar het bureau is gehaald. “Feik wordt op 19 mei 1999 verhoord en staat wangslijm af om zijn dna te vergelijken met de sporen van de moordenaar. Dat komt niet overeen. Hij kan zich niet herinneren met wie hij precies op Koninginnedag in Kollum was.” Ook de bewering dat Mustafa zich niet precies kan herinneren met wie hij precies op Koninginnedag in Kollum was, is minst genomen ongeloofwaardig. In de regel weet iedereen kort na Koninginnedag wat en met wie hij die dag heeft gedaan. Dat dit wordt geaccepteerd als “alibi” voor een moord waarover hij werd gehoord is al even onwaarschijnlijk. Het rapport Ali H. is enkele jaren geleden van de OM website verwijderd.

Ik acht dit een ernstig strafbaar feit, zoals fraude, plichtsverzuim, het achterhouden van bewijsmateriaal, het verzwijgen van bewijsmateriaal, het veranderen van bewijsmateriaal, opzettelijke valse voorlichting en obstructie van de rechtsgang. 

Onderwerp 7:  De verdwijning van Haval Ali Mawloud

In 2007 is tegenover het OM en de politie op het hoofbureua Rotterdam een belastende verklaring afgelegd door een gedetineerde Irakees (Rashid Sarbast) over de Irakees Haval Ali Mawloud. Rashid verklaarde dat hij Mawloud financieel heeft geholpen om terug naar Irak te vluchten omdat deze naar eigen zeggen betrokken was geweest bij de moord op Marianne Vaatstra. Het gehele videoverhoor is te bekijken op YouTube via deze link:  https://www.keningswei.nl/verhoor/

Om de geloofwaardigheid van de getuigenis van Rashid te checken is hem gevraagd om de naam van deze ontsnapte crimineel te noemen. Rashid was daar zeer terughoudend in omdat Mawloud in Koerdisch Irak al bekend stond als een zware crimineel, maar uiteindelijk heeft Rashid de voornaam Haval wel genoemd.  De advocaat van Rashid, Marq Wijngaarden heeft in 2010 aan de zaaksofficier Henk Mous gevraagd om welke persoon het nu precies gaat. Het opmerkelijke antwoord kwam in de vorm van deze email:  https://i0.wp.com/rechtiskrom.files.wordpress.com/2021/09/mous2.jpg

Niet alleen bevestigt OvJ Mous dat Haval Ali Mawloud bewoner van het AZC Kollum was, hij vraagt ook aan de advocaat om deze informatie stil te houden. Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2019/04/05/unmaking-a-murderer-1/

Ik acht dit een ernstig strafbaar feit, zoals fraude, plichtsverzuim, het achterhouden van bewijsmateriaal, het verzwijgen van bewijsmateriaal en obstructie van de rechtsgang.

Onderwerp 8:  Het afdwingen van een valse bekentenis.

Reeds lange tijd bestaat er bij veel mensen twijfel over de geloofwaardigheid van de bekentenis van Jasper S. Vele details in het verhaal zijn onwaarschijnlijk of vrijwel onmogelijk. Tot voor kort was er echter geen bewijs dat de bekentenis vals is. De heer Pieter Postma uit Burgum heeft onlangs aangetoond dat een belangrijk onderdeel van de bekentenis aantoonbaar niet waar is. Dat is het verhaal dat Marianne Vaatstra  niet door het fietstunneltje rechtdoor ging maar links van de tunnel over de rijweg en de rotonde. In het requisitoir van OvJ Henk Mous wordt dit als volgt verwoord.

Requisitoir blz 27: “Jasper ziet haar na over de rotonde gefietst te zijn weer het fietspad op fietsen”

In de rechtszaal werd dit als volgt behandeld:

Voorzitter: Goed, u komt Marianne tegen en dan draait u om? Met de gedachte: Ik wil seks met haar. Want dat zegt u, dat wou u, dat was de bedoeling! Klopt?

Jasper: Correct.

Voorzitter: Ja, en u fietst achter haar aan en u verklaart bij de politie: Ze fietste vrij snel. Ze had inmiddels een flauwe bocht bereikt en ze had al een ruime voorsprong. U zag wel, terwijl u haar probeerde in te halen, dat zij vanaf het fietspad de weg opreed over de rotonde bij de Lauwersmeerweg, linksom, ze ging linksom, en dat ze aan de andere kant van de tunnel weer het fietspad op fietste. Dat zag u allemaal op afstand. Klopt hè?

Jasper: Ja, dat klopt.

Voorzitter: En u ging door de tunnel?

Jasper: Ik ging door de tunnel.

Het is inderdaad mogelijk om direct na de rotonde vanaf de rijweg weer het fietspad op te fietsen. Weliswaar ligt er tussen de rijbaan en het fietspad een sloot, maar die wordt kort na de rotonde overbrugd door een dam met hard wegdek, waardoor zelfs bredere voertuigen als auto’s het fietspad op kunnen rijden.

Pieter Postma is op het idee gekomen om na te gaan of de dam in de sloot er ten tijde van de moord in 1999 ook al was. Hij heeft daartoe de gemeente benaderd. En wat blijkt? De dam is pas in 2011 aangelegd voor de strooiwagens. Een hulpvaardige medewerker zond hem de volgende email, met een foto van de aanleg erbij.

On Monday, February 7, 2022, 01:14:33 PM GMT+1, @noardeast-fryslan.nl> wrote:

Goede morgen mijnheer P. Postma.

Deze dam is aangelegd voor de strooidienst omdat niet alle auto’s door de tunnel passen. Dit is in 2011 aan gelegd. Ik hoop dat u hier verder mee kunt.

Dit betekent dus onomstotelijk dat Marianne Vaatstra in 1999 niet weer vanaf de rijweg het fietspad op kon rijden. Inmiddels is dit ook bewezen aan de hand van  opnames en foto’s uit 1999. Anders gezegd, dit onderdeel uit de bekentenis is aantoonbaar onwaar. Justitie heeft dit bedrog zelf onbedoeld blootgelegd door uit te gaan van de situatie na 2011, niet wetende dat de verbindingsdam tussen rijweg en fietspad er ten tijde van de moord nog niet was!  Het is dus een onbetwistbaar bewijs voor een onwaarheid in het gestolen fietsverhaal.

Het betekent niet alleen dat de bekentenis van Jasper vals is, maar bovendien dat deze door Justitie afgedwongen en gecoacht is. Want waarom zou Jasper uit zichzelf iets verzinnen wat bewijsbaar niet gebeurd kan zijn? Jasper heeft daar helemaal geen belang bij. Dit is hem zo ingefluisterd door Justitie, dat in haar overijverigheid nog een beetje geloofwaardig wilde maken dat Marianne inderdaad bang was in het donker en daarom het tunneltje vermeed. Ze laten Jasper zelfs nog zeggen in het requisitoir dat hij dat als een “voorzorgsmaatregel” van Marianne zag:

Bladzijde 27: “Marianne gaat de weg op en fietst links de rotonde over op het moment dat de verdachte de tunnel nog door moet. Hij verklaart dat ze de tunnel waarschijnlijk mijdt uit een soort “voorzorgsmaatregel”….. Hij ziet haar het fietspad weer op rijden en gaat zelf door de tunnel om haar in te kunnen halen. Hij nadert haar aan de linkerkant.”

Het is inmiddels zonneklaar dat de bekentenis door justitie gecoacht is. Er is hem precies verteld welk verhaal hij moet vertellen. Daarbij hebben ze geprobeerd om het zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij het verzonnen verhaal van de gestolen fiets. Met die leugen waren ze immers op dag 1 begonnen, dus die moest worden volgehouden. De bekentenis van Jasper moest daarop worden gebaseerd. Daarbij zijn fouten gemaakt zoals deze: Uitgaan van een situatie die ten tijde van de moord nog niet bestond.

Een andere aantoonbare onwaarheid in de bekentenis van Jasper S.  is dat hij stelt dat hij het bloed uit Marianne’s hals hoorde stromen toen hij haar hals doorsneed. Het probleem daarbij is dat er niet of nauwelijks bloed in het gras is gevonden, hoewel Marianne volgens het autopsierapport bijna 3 liter bloed heeft verloren.  In de uitzending van mei 2012 die Peter R. de Vries in samenwerking met het OM maakte, wordt het volgende gesteld:

Peter R. de Vries: “Ja, het is interessant om te zien hoe alle kledingstukken om Marianne heen liggen, omdat aan de hand daarvan tamelijk nauwkeurig kan worden gereconstrueerd wat de volgorde van handelingen van de dader is geweest. De theorie die daaruit naar voren komt, is dat Marianne vrij snel is uitgeschakeld en dat de dader daarna haar kleding heeft uitgetrokken. En opvallend is dat er heel weinig gras is platgetrapt rondom het lichaam van Marianne. Dat wijst erop dat er niet of nauwelijks een worsteling is geweest op de plaats delict. En uit de verbeterde foto’s blijkt ook dat Marianne kleine prikwondjes op haar bovenbeen had. Hier zien we zo’n wondje. Het is niet heel duidelijk te zien, het is maar een klein wondje. Deze wondjes zijn waarschijnlijk ontstaan tijdens het wegsnijden van het slipje. Waarschijnlijk met een mes. En dat is te zien op deze reconstructiefoto die de politie later heeft gemaakt. En wat heel belangrijk is, is dat bij het maken van die wondjes weinig bloed is vrijgekomen. Iets wat erop kan duiden dat Marianne toen al niet meer in leven was. Dat is een zienswijze die door een aantal door het 3D-team geraadpleegde internationale deskundigen wordt onderschreven: De verwondingen zijn zeer waarschijnlijk na haar dood ontstaan.”

Dit is in tegenspraak met de rapporten die kort na de moord zijn opgemaakt. autopsie en obductie. Worstelsporen zijn er ook niet. Klopt. Marianne is daar gedumpt. Dat wisten Bauke Vaatstra  en tal van anderen die bij het lichaam  zijn geweest honderd procent zeker. Ja zelfs Spencer! Hij zegt het in 1999 letterlijk tegen de Panorama: “Ik zag de snijwonden in haar hals en verder had ze alleen een wondje aan een hand. Er was geen bloed te zien. Nergens. Op haar lichaam niet en op de grond niet.”… “En dat ik er al snel vanuit ging dat zij op die plaats onmogelijk kan zijn omgebracht.”

In zijn requisitoir rept OvJ Mous over massaal bloedverlies:

“Het massale bloedverlies is ontstaan doordat het hart als zelfstandig orgaan nog enkele slagen maakt waardoor na 1 minuut bijna 3 liter bloed uit het lichaam stroomt”. En even later: “Dit kan alleen ontstaan als het hoofd omhoog getrokken wordt en uit de verwonding veel bloed komt waarna het hoofd in die plas bloed komt.”

Dit terwijl het OM, via Peter R. de Vries in de uitzending van mei 2012, nog liet weten dat de snijwonden in Marianne’s hals na haar dood moeten zijn aangebracht. Omdat er op de plaats delict “vrijwel geen bloed is aangetroffen.” Dat past anno 2014 echter niet meer bij de verklaring van Jasper S. waarvan OvJ Mous het volgende zegt:

“De verdachte hoort het bloed uit Marianne lopen en neemt dan aan dat ze dood bloedt”.

Voice over in de uitzending: “Als het lichaam van Marianne wordt ontdekt, zit haar BH om haar nek. Hiermee is ze gewurgd, zo stelt de patholoog. Wat nooit bekend is geworden, is dat deze verwurging zeer waarschijnlijk ook de doodsoorzaak is geweest. Net als bij de prikwondjes op haar benen is ook bij het doorsnijden van haar hals maar een beperkte hoeveelheid bloed vrijgekomen. Een teken dat haar hart niet meer klopte toen de verwondingen werden toegebracht. Dat wijst erop dat Marianne niet meer in leven was toen de dader haar keel doorsneed. Het eigenlijke moordwapen is dus niet een mes maar haar eigen BH.”

De onomstotelijke conclusie is dus dat het verhaal van Jasper ook op dit punt niet waar kan zijn. De 3 liter bloed is immers niet in het gras gevonden, zoals door het OM zelf werd vastgesteld. Een plas bloed stolt overigens direct bij een nachtelijke temperatuur van hooguit 5 graden. Zie het weerrapport van 30 april 1999. Het duidt er tevens op dat Marianne het bloed op een andere plaats heeft verloren, dus niet in het weiland is vermoord.  En dus vrijwel zeker ook niet door Jasper S.

Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2022/05/29/het-bewijs-is-geleverd/

Ik acht het coachen of afdwingen van een valse bekentenis een ernstig strafbaar feit.

Onderwerp 9:  Het sepot van de aangifte van Faek Mustafa tegen Wim Dankbaar.

Op 14 augustus 2017 deed Mustafa ineens bij de politie aangifte van bepaalde door Dankbaar gepleegde strafbare feiten. Saillant detail is, dat deze aangifte door Mustafa werd gedaan daags voordat hij op 15 augustus als verweerder bij de rechtbank moest verschijnen naar aanleiding van een door Dankbaar ingediend verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. Dankbaar wilde Mustafa als getuige horen vanwege zijn wetenschap over de moord op Marianne Vaatstra. Op één of andere manier wil Mustafa niet meer over die kwestie verklaren, reden waarom hij er kennelijk alles aan doet om dat te voorkomen, onder meer door het doen van een valse aangifte tegen Dankbaar.  In de aangifte stelt Mustafa onder meer:

“Deze W. Dankbaar stelt in alles wat hij uitgeeft met betrekking tot Marianne Vaatstra dat ik zou weten wie de moordenaar is. Hij stelt dat ik een getuige ben geweest. Dit schrijft hij niet alleen in zijn boek maar ook op zijn website genaamd ‘Recht is krom’”

“Dankbaar is mij na de moord op Marianne Vaatstra gaan stalken en gaan bedreigen. Dit doet hij inmiddels al drie jaar. Hij weet mij overal te vinden, waardoor ik diverse malen moest verhuizen.”

“Ik ben zakelijke klanten kwijtgeraakt drie van hen financierden mijn bedrijf genaamd Autocenter Pendrecht”

“Ik weet dat W. Dankbaar mijn financierders heeft benaderd. Zij vertelden mij namelijk dat W. Dankbaar heeft gezegd dat ik betrokken was bij een moordzaak en hij niet snapte waarom zij zich zakelijk met mij ophielden.”

Dankbaar bestrijdt de inhoud van deze aangifte ten stelligste. Van enig stalken of lastigvallen of het benaderen van financiers is in het geheel geen sprake geweest. Wat aan de aangifte opvalt is het volgende. Mustafa verklaart daarin weliswaar dat hij volgens Dankbaar zou weten wie de moordenaar van Marianne Vaatstra is en/of van die moord getuige zou zijn geweest, maar hij ontkent dat niet. Indien Mustafa werkelijk geen getuige zou zijn geweest of wetenschap omtrent de moord zou hebben, zou het voor de hand hebben gelegen dat in de aangifte te laten opnemen, maar juist dat doet Mustafa niet. De aangifte is één klaagzang tegen Dankbaar. Min of meer verwijt hij Dankbaar dat de publicaties zijn leven hebben verwoest. Vrienden en geldschieters hebben zich van hem afgewend, zijn vrouw is door de toestand van hem gescheiden, zijn autobedrijf is failliet gegaan, hij is angstig en depressief en durft zich nauwelijks meer in het openbaar te vertonen. Desalniettemin seponeert het OM zijn aangifte op 16 mei 2019 als volgt:  “De reden dat u niet vervolgd zal worden is dat er op dit moment onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om u te vervolgen ter zake van belaging, bedreiging en valsheid in geschrifte.”

Het feit smaadschrift, waar Mustafa ook aangifte van had gedaan, wordt kennelijk bewust weggelaten. Blijkbaar omdat de redenering dat er geen wettig  en overtuigend bewijs zou zijn, dan niet meer opgaat. Het staat immers vast dat Dankbaar de gewraakte publicaties heeft gedaan. Opmerkelijk is ook dat Mustafa en zijn advocaat nooit bezwaar hebben gemaakt tegen het sepot. Het sepot betekent in feite dat Dankbaar de vermeend smadelijke publicaties kan blijven doen, althans daar niet vervolgd zal worden. Dat is hoogst merkwaaardig als de publicaties niet op de waarheid gebaseerd zijn.

Ik acht dit sepot op valse gronden een ernstig strafbaar feit, zoals fraude, plichtsverzuim, meineed, het achterhouden van bewijsmateriaal, het verzwijgen van bewijsmateriaal en obstructie van de rechtsgang.

Ik verzoek uitdrukkelijk om de betrokken ambtenaren van justitie te vervolgen voor deze strafbare feiten.

Hoogachtend,

Willem Jan Dankbaar

Florijn 1

2353 TC Leiderdorp

Deze aangifte wordt mede ondersteund door de volgende personen.

Willem van Dijk, Duiven,

Pieter Postma, Burgum,

Ellie Esser, Brunssum

Ben Teeninga, Leiderdorp

George de vries, Haarlem

Freerk Heidinga, Jonkersvaart

M. den Boer, Streefkerk.

Roy Dames, Amsterdam

Elena Bol, El Campello, Spanje

G.J. Kooistra, Zwolle

Ronald Beetz, Oss

Jeroen Langelaan, Haarlem

Rob van der Zon, Oosterbeek

Emily Passemiers, Middelburg

Robert van Winden Spijkenisse

Sietske de Jong, Murtas (Granada Spanje)

R. Groot, Amsterdam

Dirk Klinkert, Haarlem

Wie wil kan zich natuurlijk nog altijd aansluiten bij de aangifte. dank@xs4all.nl of in een reactie hieronder. Ik zal de lijst dan aanvullen. Of rechtstreeks via een email naar g.van.der.burg@om.nl,
“Secretariaat BJZ (PaG Den Haag)” secretariaat.bjz@om.nl

U zou kunnen kunnen denken: Waar maakt die Dankbaar zich nu zo druk over? Of die Jasper het nu wel of niet heeft gedaan, hij wil er toch zelf voor zitten? Daar gaat het niet om! Het gaat  erom dat  de werkelijke daders gewoon nog vrij rondlopen en dat dit DANKZIJ Justitie is! Het gaat erom dat dit Justitie dus gigantisch corrupt is en een eindeloze reeks van ambtsmisdrijven en leugens heeft gepleegd tegen het hele Nederlandse volk, u en ik dus. Nu al 23 jaar! En recent nog meer met de Discovery documentaire. Wie vindt dat dit moet kunnen, hoeft de aangifte niet te ondersteunen.

Let wel! Bijna alles in de aangifte is gebaseerd op bronnen van Justitie zelf!