Vragen onderzoek

Vragen over onderzoek Marianne Vaatstra

Geplaatst op 14 februari 2022 door Wim Dankbaar

Van: Wim Dankbaar [mailto:dank@xs4all.nl]
Verzonden: maandag 14 februari 2022 19:19
Aan: ‘jelle.tjalsma@politie.nl’; ‘wim.van.essen@politie.nl’; ‘cor.reijenga@politie.nl’; ‘ron.rintjema@politie.nl’; jan.verkaik@politie.nl
CC: keningswei@yahoo.com
Onderwerp: Vragen over onderzoek Marianne Vaatstra

Geachte heren Tjalsma en van Essen,

In het kader van wederhoor voor een artikel wil ik u het volgende voorleggen.

U liet onlangs optekenen in de Leeuwarder Courant: lcfragment1

lcfragment2

U stelt dus  dat er een hele stamboom van familieleden van Jasper aan de muur van de recherchekamer hing, die groeide en groeide, en die met een blauwe lijn naar de moordenaar wees. En tevens dat er om de dag wel een hit was. Ik denk dan aan zeker 10 “hits” maar waarschijnlijk veel meer. Het klinkt als een prachtige successtory voor het gloednieuwe fenomeen van het DNA verwantschapsonderzoek. Mijn probleem als onderzoeker is echter het volgende:

Ik kan geen mannelijke familieleden van Jasper vinden in de omgeving van de beweerde plaats delict, en zelfs niet buiten de vereiste straal van 5 km. Natuurlijk had Jasper wel een vader en een zoon, maar die hebben niet meegedaan aan het DNA onderzoek. De vereiste was immers dat kandidaten tussen de 16 en 60 jaar moesten zijn ten tijde van de moord in 1999. De vader was boven de 60 en de zoon was nog niet geboren of een peuter, in elk geval dik onder de 16 jaar. Zijn vader had naar mijn informatie ook geen broers. Verder heeft Jasper alleen twee zussen en een dochter, dus die vallen ook af. Ik heb mij dus afgevraagd welke familieleden dat dan zouden moeten zijn geweest die de “stamboom” vormden die met een blauwe lijn naar Jasper wees.  Ik heb daarom onderzoek gedaan naar mannelijke familieleden van Jasper in de omgeving van de vermeende plaats delict, maar ook daarbuiten. Ik heb eerst in het telefoonboek gezocht naar Steringa’s in de provincie Friesland. Dit leverde het volgende beeld op: |

https://www.detelefoongids.nl/steringa/friesland/7-1/?locationCode=B

Het gaat om zo’n kleine 20 mannelijke Steringa’s in heel Friesland, althans die in het telefoonboek staan. Beperken we ons tot een straal van 5 kilometer van de vindplaats van Marianne, dan zijn het er hooguit 7.

steringas

Voor een vergroting van de afbeelding klik hier.

Die heb ik allemaal gebeld.  Maar ook daarbuiten zoals in Damwoude en Leeuwarden. Steeds was het antwoord hetzelfde: Nee, wij zijn geen familie van Jasper Steringa. Een enkeling , 2 of 3, had wel meegedaan aan het DNA verwantschapsonderzoek, maar geen familie kan dus ook geen “hit” opleveren. Ook heb ik steeds gevraagd: Kent u wel Steringa’s die familie van Jasper zijn? Ook hier bleef men steeds het antwoord schuldig. De vraag is dus hoe u aan zoveel hits kon komen, laat staan “om de dag” ? Voorlopig houd ik het erop dat u een mooi kletsverhaal heeft opgehangen, ofwel de waarheid geweld aan doet, ordinair gezegd: liegt. Dat is uiteraard, zeker voor politieagenten, een kwalijke zaak, nog meer als dat “in vereniging” gebeurt.

Hopelijk kunt u mij uitleggen wat ik mogelijk over het hoofd kan hebben gezien?

Ook zegt de heer Tjalsma dat tegen het NFI is gezegd: “Geef alsjeblieft voorrang aan de  dozen waar mannen uit de familie S. in zitten.” Hoeveel dozen, laat staan familieleden kunnen dat dan geweest zijn? Mijn onderzoek wijst uit nul komma nul! Hoe verklaart u deze discrepantie tussen uw verhaal en mijn onderzoek? Los daarvan, sinds wanneer weet het NFI in een DNA onderzoek dozen te identificeren met familieden van Steringa? Ik meen toch dat op die buisjes, laat staan dozen, geen namen staan? Het is toch zo dat het NFI de stalen op anonieme basis onderzoekt? De namen blijven toch onder de recherche? Op een buisje staat toch alleen een code aan de hand waarvan de naam van de afgever te herleiden is door de recherche, niet door het NFI? Zijn hier dan protocollen overtreden? Ook hier moet ik concluderen dat dit een kletsverhaal is. Tenzij u mij wijzer kunt maken?

Tot slot nog de vraag: Hoe kon Jasper nu bevroeden dat hij “erbij was” als hij helemaal geen familieleden had die aan het DNA onderzoek mee deden? En wat is er verdacht aan dat hij pas op de laatste dag deelnam aan het DNA verwantschapsonderzoek? Wat nu als hij niet had deelgenomen? Was dat niet veel verdachter geweest? Als hij toch zo zeker wist dat hij erbij was, waarom heeft hij zich dan niet vrijwillig gemeld? “Hou maar op jongens, met jullie peperdure onderzoek op kosten van de gemeenschap! Jullie moeten mij hebben! Ik wil zo graag bekennen!”

Bij voorbaat dank voor uw reactie (gezien de historie zal die wel uitblijven),

Met vriendelijke groet,

Wim Dankbaar