Nog meer rariteiten in bekentenis Jasper
Geplaatst op 2 juni 2022 door Wim Dankbaar
Hoe vaker je de bekentenis van Jasper beluistert of leest hoe meer je je de totale onmogelijkheid van zijn verhaal realiseert. Even los van de onmogelijkheden in zijn verhaal, die al zijn behandeld, heb ik net weer iets ontdekt, wat ik tot nu toe over het hoofd had gezien. Maar eerst wil ik nog even herhalen de belachelijke discussie dat Jasper niet met voorbedachte zou hebben gehandeld, maar in een “roes” of een soort verstandsverbijstering. Maar toch werd hij wel volledig toerekeneningsvatbaaar verklaard door het OM en de rechter die dat braaf overnam.
Op het moment dat Jasper Marianne ziet, zegt hij te hebben gedacht: ‘Jij bent voor mij.’ Hieruit is af te leiden dat hij vanaf dit moment de voorbedachte rade had om Marianne te verkrachten, naar men mag aannemen tegen haar zin. Dat is een verkrachting meestal, nietwaar? Alle navolgende door Jasper beschreven handelingen wijzen op deze voorbedachte rade, waarbij hij zich talloze malen heeft kunnen afvragen of hij wel goed bezig was en zijn plannen niet beter kon staken. Niettemin, zo moeten wij geloven, heeft Jasper geen enkel moment van bezinning gekend. Hij is Marianne achterna gereden, heeft haar ingehaald en van haar fiets gedwongen.
Vervolgens heeft hij Marianne vastgepakt, zijn zakmes geopend, met één hand, en Marianne bedreigd. Jasper weet zich nog specifiek te herinneren dat Marianne vroeg: Wie ben jij? Daarna heeft hij zowel haar fiets als zijn eigen fiets, ook met één hand, aan de kant van de weg gezet. Dit is vreemd omdat er op de herenfiets die aan Marianne werd toegekend, in het geheel geen sporen (DNA of vingerafdrukken) van Marianne of Jasper zijn gevonden. Tijdens deze gebeurtenis zou Marianne ook geprobeerd hebben zich los te rukken en in Jasper’s hand hebben gebeten. Tot bloedens toe. De vraag is dan in welke hand Marianne gebeten zou hebben. De hand waarin hij het mes had, of de hand die hij nodig had om de fietsen weg te zetten? Enfin, Marianne zou haar verzet hebben gestaakt omdat zij volgens Jasper onder de indruk van het mes zou zijn geweest. Hierdoor kon Jasper verder met zijn verkrachtingsplan door samen met Marianne het weiland in te lopen, ongeveer een honderd meter tot voorbij een boomwal, een plek die hij geschikt vond om zijn plan ten uitvoer te brengen. Op geen enkel moment tot dan toe is Jasper tot bezinning gekomen. Kennelijk heeft hij steeds besloten, ondanks alle moeilijkheden en tegenwerking van Marianne, zijn plannen door te zetten. Bewust en in kalm beraad. Jasper stelt zelf dat hij in een ‘roes’ heeft gehandeld. Alsof hij niet wist waar hij mee bezig was. Maar dit strookt absoluut niet met de aaneenschakeling van zijn doelbewuste handelingen en beslissingen. Zo zou Marianne op een gegeven moment hebben aangegeven dat zij ongesteld was. De toehoorder moet hier kennelijk uit begrijpen dat Marianne begreep dat Jasper seks met haar wilde, hoewel niet door Jasper wordt verteld dat hij deze intentie aan haar had duidelijk gemaakt.
Jasper zegt hier het volgende over:
‘Ze gaf aan dat ze ongesteld was en heeft voordat ze mij oraal bevredigde haar tampon verwijderd. Ze stond toen nog. Ik heb me erover verwonderd dat die tampon nooit aangetroffen is.’
Men kan zich afvragen waarom Marianne haar ongesteldheid ter sprake bracht. Iets anders dan haar wens dat Jasper zijn seksuele plannen zou laten varen, is eigenlijk niet te verzinnen. Niettemin is dit voor Jasper wederom geen reden om van zijn plannen af te zien. Wat Jasper’s reactie op Marianne’s onthulling was, vertelt Jasper niet precies, maar wel dat Marianne hem vervolgens van orale seks heeft bediend. Op wiens initiatief dit was, vertelt Jasper ook niet. Alleen dat hij dit zo gewend was bij de hoeren, die daar ook mee beginnen. Ook vertelt hij dat Marianne kennelijk vrijwillig en zelf haar tampon heeft verwijderd. We zijn hiermee aangeland bij misschien wel het meest potsierlijke element uit Jasper’s bekentenis. Het is immers totaal ongeloofwaardig dat Marianne zelf haar tampon verwijdert als voorbereiding op de seks die zij absoluut niet wil. Nog ongeloofwaardiger is dit als men bedenkt dat Jasper even later met zijn mes haar slipje moest wegsnijden. Wij moeten dus geloven dat Marianne vrijwillig haar tampon heeft verwijderd, maar kennelijk niet vrijwillig haar slipje naar beneden heeft willen doen. Dit had zij bovendien al gedaan om haar tampon te verwijderen! Als klap op de vuurpijl moeten we aannemen dat Jasper, die net tot bloedens toe in zijn hand is gebeten, nu zijn piemel toevertrouwt aan diezelfde bijtgrage tanden van Marianne. Een meisje dat volgens familie en vrienden van zich af zou bijten, maar dit om haar leven te redden niet heeft gedaan? Marianne zal toch beseft hebben dat als je een man, met mes of niet, zijn piemel afbijt, deze in één klap buiten spel is.
De vraag of Jasper klaargekomen is van orale verkrachting, die Marianne kennelijk bereidwillig onderging, wordt ook niet beantwoord. Kennelijk niet, want even later is hij nog in staat om Marianne vaginaal te verkrachten.Hoe belachelijk is het wel niet dat het slachtoffer haar verkrachter nog even helpt om opgewonden te raken middels orale sex?
Maar nu het punt wat ik niet eerder had gezien. Het gaat over de fietsen. In de rechtzaal wordt hier het volgende over gezegd:
Voorzitter: Ja, dat zei u net, dat wist u allemaal niet. Was het eigenlijk licht volgens u? Kon je iets zien op de Keningswei? Het was volle maan, dat weten we, maar…
Waarom kauwt rechter Dölle hem voor dat het volle maan was? Jasper hoeft dat alleen maar in te koppen.
Jasper: Ja het was volle maan en voor het fietspad op de Jeltingalaan geldt hetzelfde, daar staan grote bomen. Tussen de weg en het fietspad heb je de nodige schaduw, maar in de schaduw is er met volle maan nog voldoende te zien op korte afstand.
Voorzitter: Oké, het weiland. Daar zijn we nu. De fietsen worden in de sloot gezet, in de greppel. Of althans één van de fietsen in de greppel. En… uh… hoe komt u dat weiland in?
Jasper: Er zat slechts een greppel tussen het fietspad en het weiland en dat bewuste weiland bleek geen afrastering te hebben.
Voorzitter: U zegt er zat slechts een greppel tussen?
Jasper: Tussen het fietspad en het weiland. En er stond geen afrastering om het weiland heen.
Voorzitter: Ja, maar dat is niet de plek waar de fietsen lagen, hè?
(Lange stilte)
Jasper: Die plek… ik kan mij niet anders herinneren dat ik de fiets welke Marianne gebruikt heeft, vrij dicht bij die boomwal neergezet heb. En mijn eigen fiets aan de andere kant van het fietspad, een klein stukje richting Buitenpost.
Het wordt steeds mooier. Marianne in bedwang houdend met één hand op haar mond, met de tweede hand een mes op haar keel, zet Jasper met zijn derde en vierde hand de fietsen aan de kant. Marianne’s fiets in de greppel en zijn eigen fiets minstens 10 meter verderop aan de andere kant van het fietspad. Dat soort minutieuze details weet Jasper dan weer wel. Waarom Jasper de fietsen niet bij elkaar heeft gezet wordt niet gevraagd en heeft Jan Vlug weer een paar zweetdruppels gescheeld. Resumerend: Wat in het nieuws is geweest of door het rechercheteam is voorgekauwd, wordt door Jasper gebruikt als de waarheid en wat hij niet kan weten, kan hij zich niet herinneren.
Voorzitter: Goed, dat is dan voor of na of tijdens de worsteling gebeurd. U zegt nu: Na het bijten waarschijnlijk. Dat is dan de situatie dat u denkt: Ik heb het niet onder controle en daarom moet er dan nu het mes bij? Ik hou het u voor hoor, u kunt zeggen of het klopt of niet, maar dat is dan de situatie?
Jasper: Uh… ja, dat is de situatie.
Het hele stramien van ondervraging is dat de voorzitter Jasper iets voorkauwt en dan vraagt of het klopt. Jasper hoeft de bal alleen maar in te koppen.
Voorzitter: En dan komt er een ander moment in deze fase en dat zijn die fietsen. Die fietsen, die worden min of meer keurig weggezet. We hebben een mes, we hebben Marianne vast, ik denk met één hand. Marianne, een meisje dat zich wel weet te weren, maar ze komt blijkbaar niet los. Hoe zit het nou met die fietsen? Want die weet u dan ook nog weg te zetten. Hoe gaat dat?
Jasper: Uh… ja, die fietsen lagen op het fietspad. Uh… die konden daar niet blijven liggen. Die zouden dan aandacht trekken.
Voorzitter: Ja, dus het is een hele goede, misschien wel afgewogen gedachte om die fietsen weg te zetten. Vertel eens verder!
(Zeer lange stilte)
Jasper: Er was niets afgewogen.
Voorzitter: Oké, niets afgewogen?
Jasper: Als ik afwegingen had gemaakt, dan was ik niet eens achter Marianne aangegaan.
Een rare uitspraak, want Jasper heeft voortdurend afwegingen gemaakt. Het is begonnen met de afweging: Wil ik seks met haar hebben? De navolgende handelingen duiden op een proces waarbij voortdurend beslissingen werden genomen, zoals ook het bewust wegzetten van de fietsen, die anders de aandacht zouden trekken.
Zo ook deze tekst op blz. 2 van het requisitoi van OvJ Henk Mous:”Verdachte verklaart dat hij op dezelfde manier zijn eigen fiets aan de overkant van het fietspad in de greppel neerlegt; dit alles om geen onnodige aandacht te trekken.”
Maar nu komt het! Als de fietsen aan weerszijden van het fietspad worden gezet, dan vallen die natuurlijk ook nog op! Ze zijn daarmee immers niet uit het zicht! Houd u er rekening dat het best nog wel een drukke nacht was. Het was Koninningefeest in Kollum voor de wijde omgeving. Zo’n feest gaat tot in de kleine uurtjes door. Na middernacht kun je dus nog veel fietsers verwachten die huiswaarts keren. Toch besluit Jasper Marianne te gaan verkrachten verderop in het weiland achter boomwal, lekker uit het zicht. De hele verkrachting, inclusief het heen en terug lopen moet zeker 15 tot 20 minuten hebben geduurd. Voor die periode heeft Jasper dus het risico genomen dat voorbijgaande fietsers twee fietsen aan weerszijden van het fietspad zouden zien liggen.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar als ik ’s nachts twee onbemande fietsen zie liggen, dan is dat wel een teken van onraad. Dan denkt een normaal mens: Wat is hier aan de hand? Genoeg om even rond te kijken waar de eigenaren van die fietsen zijn gebleven. Waarschijnlijk ook wel genoeg om even de politie te bellen. We moeten dus geloven dat Jasper dit risico bewust heeft genomen en dat hij geluk heeft gehad dat al die tijd geen fietsers zijn gepasseerd. Want ondanks de oproep van de politie heeft zich niemand gemeld die één of twee fietsen heeft zien liggen. De vraag of er wel of geen fietsers zijn langsgekomen, is niet eens relevant. Feit is dat die kans zeer groot was en Jasper kennelijk het risico heeft genomen op ontdekking van zijn misdrijf. Ofwel om op heterdaad betrapt te worden! Dit is uiteraard volstrekt ongeloofwaardig en de zoveelste sterke aanwijzing dat zijn verhaal verzonnen en door Justitie gecoacht is. Gelukkig voor Justitie was rechter Bert Dölle niet al te wakker en kritsch. Nergens komt in hem op te vragen: Was u niet bang dat voorbijkomende fietsers de fietsen zouden zien liggen? Net zoals hij ook niet vroeg: Wie heeft eigenlijk Marianne’s schoenen uitgetrokken? Deed Marianne dat zelf ook weer bereidwillig of moest u dat doen? Of lukte het wel om haar legging uit te trekken met schoenen aan? Ook vroeg hij niet: Was de fiets van Marianne inderdaad een herenfiets? Kennelijk wist Dölle wel dat dit een politiek proces was waarin vrijspraak of gebrek aan overtuigend bewijs uit den boze was. Dit alles om de enorme ambtsmisdrijven van Justitie verborgen te houden.

De gevonden “gestolen” fiets. Volgens de originele politiefoto geen herenfiets maar een damesfiets! Zie ook: