Brief aan ministers

Geplaatst op 24 maart 2022 door Wim Dankbaar

Hooggeachte mevrouw  Yeşilgöz-Zegerius en mijnheer Weerwind,

Ik wend mij tot u als kersverse ministers  van V&J en rechtsbescherming, onder meer omdat ik onlangs een “pinned tweet” las:  “ Samen met collega’s @ministervrb  en @stasjenv  zullen we de komende jaren de rechtsstaat koesteren, verdedigen en versterken. Om zo onze vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te beschermen. Dat doen we samen met alle professionals uit het werkveld.”

Mijn vragen betreffen de moordzaak Marianne Vaatstra, omdat er naar mijn mening ernstige fouten en zelfs malversaties zijn gemaakt in het onderzoek naar deze moord. Samen met anderen doe ik sinds 2009 onderzoek naar deze moord. Ik kopieer deze email/brief daarom ook aan de topman van het Openbaar Ministerie de heer Gerrit van der Burg en de hoofdofficier van het parket Noord-Holland mevrouw mr. S.J.S Preenen. Dit omdat deze ambtenaren wat mij betreft te kort zijn geschoten in het beantwoorden van mijn vragen, maar ook omdat u zich onder meer tot hen zal moeten wenden voor het beantwoorden van mijn vragen.

Ik zou graag beginnen met enkele citaten uit de speech uit 2006 van Harm Brouwer (voormalig voorzitter van het College Procureurs Generaal)  “Zwijgen is zilver, spreken is goud.” die gek genoeg niet meer op de website van het OM te vinden is. Naar mijn overtuiging zouden de richtlijnen die de heer Brouwer aangeeft nog steeds moeten gelden. Ik merk echter bijzonder weinig van de aanbevolen openheid en verantwoording bij het OM.

Om mij tot mijn éigen organisatie te beperken, waarom hecht het huidige OM zo aan openbaarheid? Uiteraard gelden ook voor ons de gewone eisen van openheid als voor ieder ander overheidsorgaan in een democratische staat. De volksvertegenwoordiging moet immers zicht hebben op de wijze, waarop overheidsorganen zich van hun publieke taak kwijten.  

De noodzaak voor het OM om openheid te betrachten, gaat echter veel verder. Uitgerekend wij, die het gedrag van anderen beoordelen en kwalificeren en daar zo nodig een straf voor eisen, dienen door middel van openbaarheid verantwoording af te leggen, althans ons toetsbaar op te stellen voor de buitenwereld. Het gaat daarbij niet alleen om de uiteindelijke uitkomst van een strafzaak, maar ook om de vraag of de regels aan de hand waarvan de zaak is onderzocht, keurig zijn toegepast. Willekeur is zéker zo funest voor het vertrouwen in de strafrechtspleging als het gevoel, dat een beslissing onjuist is. 

Vergeet in dit verband ook niet, dat het openbaar ministerie monopolist is op het gebied van vervolging. Wij zijn de enige instantie, die iemand voor de strafrechter kan brengen. Dergelijke macht schept verplichtingen binnen een samenleving. Het is aan het OM om zichtbaar te maken, waarom het in dit verband de keuzen heeft gemaakt, díe het heeft gemaakt. Dat geldt net zo goed voor een beslissing om wél te vervolgen, als om níet te vervolgen. Het OM moet zichtbaar maken op welke wijze het invulling geeft aan het algemeen belang. Als het OM geen openheid van zaken zou geven, laadt het in ieder geval de verdenking van willekeur op zich. 

En ten slotte: wij moeten met ons handhavende optreden potentiële wetsovertreders ervan weerhouden om in de fout te gaan. Gelet op het brede scala aan normen, die wij hebben te handhaven, behoort heel Nederland tot onze doelgroep. Dat betekent, dat onze boodschap bij een publiek van zestien miljoen mensen terecht moet komen. Dat kunnen wij niet zonder de media, hetgeen nog een reden te meer is, waarom het OM transparantie aan de dag moet leggen. 

Openbaarheid is voor ons geen keuze, maar een essentiële bestaansvoorwaarde. Wij kunnen onze taak alleen dan uitoefenen, wanneer wij naar buiten gericht zijn. 

Het is aan het OM om zichtbaar te maken, waarom het in dit verband de keuzen heeft gemaakt, díe het heeft gemaakt. Dat geldt net zo goed voor een beslissing om wél te vervolgen, als om níet te vervolgen. Het OM moet zichtbaar maken op welke wijze het invulling geeft aan het algemeen belang. Als het OM geen openheid van zaken zou geven, laadt het in ieder geval de verdenking van willekeur op zich.

Overigens geldt ook hierbij een volstrekte openheid als wij een fout zouden maken. Niet hopen of gokken, dat het zal overwaaien, beste collega’s, maar actieve openheid en verantwoording.

Algemene vragen: Onderschrijft u de uitspraken van de heer Brouwer? Bent u van mening dat het OM deze richtlijnen ten alle tijde in de praktijk brengt?

Vragen onderwerp 1: Het bebloede trainingsjack.

Op dezelfde dag dat Marianne Vaatstra werd vermoord, werd er in de bosjes van het openluchtzwembad van Kollum door badmeester Andries Visser een bebloed trainingsjack gevonden. Het zwembad lag tussen het AZC en de vindplaats van Marianne’s lichaam in het weiland aan de Keningswei. Andries had reeds gehoord dat Marianne Vaatstra was vermoord. Logischerwijs dacht hij: Dit trainingsjack heeft vast te maken met deze moord. Dus bracht hij het meteen naar de politie. Hij dacht een cruciale bijdrage geleverd te hebben aan de oplossing van de moord. Maar vervolgens hoorde hij niets. Dus ging hij informeren bij de politie of zij iets gehad hadden aan dit bewijsstuk. Hij werd steeds met een kluitje in het riet gestuurd. Zijn bijdrage werd niet gewaardeerd. Dat bleek des te meer toen hij bezoek kreeg van burgemeester Piet Visser en een officier van Justitie. Hij moest ophouden met zeuren over het trainingsjack, als hij tenminste zijn baan wilde behouden. Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2015/09/15/het-bebloede-trainingsjack/

Vraag 1: Is het OM bereid om te bevestigen dat de politie een bebloed trainingsjack heeft ontvangen van de badmeester?
Vraag 2: Waarom is de vondst van dit ogenschijnlijk belangrijke bewijsstuk nooit bekend gemaakt, althans nooit met het publiek gedeeld?
Vraag 3: Is het jack onderzocht op sporen, zoals van wie het bloed was op het jack en of dit matchte met Marianne?
Vraag 4: Wat is er met het jack gebeurd, anders gezegd waar is het nu?
Vraag 5: Is het OM bereid om te bevestigen dat de badmeester door het OM en de burgemeester is gemaand om zijn mond te houden over het jack?
Vraag 6: Hoe past het jack in het scenario dat Jasper S. Marianne Vaatstra heeft vermoord?

Vragen onderwerp 2: Het bankpasje van Marianne.

In een brief uit november 2001 van Peter R. de Vries aan de toenmalige teamchef van het Vaatstra onderzoek Jan Verkaik lezen we over een Rabobank pasje. De inhoud spreekt voor zich. Het Rabopasje van Marianne is kort na haar dood door een geldautomaat van de ABN AMRO in Groningen ingeslikt omdat iemand ermee probeerde te pinnen en 3 maal een foute pincode heeft ingetoetst. We weten dat het ontegenzeggelijk om het pasje van Marianne ging. Het stond niet alleen op haar naam maar ook het bankrekeningnummer klopte. Dit beschrijft moeder Maaike allemaal in haar gewraakte dagboek. Zij heeft dit gecheckt met de tipgeefster uit de brief, de medewerkster van het bankfiliaal die het pasje destijds heeft gearchiveerd.  Het pasje was ook inderdaad verdwenen uit Marianne’s portemonnee. Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2015/03/21/het-pasje-van-marianne/

Vraag 1: Is het OM bereid om te bevestigen dat de politie het pasje heeft ontvangen?
Vraag 2: Waarom is de vondst van dit ogenschijnlijk belangrijke bewijsstuk nooit bekend gemaakt, althans nooit met het publiek gedeeld?
Vraag 3: Is het pasje onderzocht op sporen, zoals DNA of vingerafdrukken?
Vraag 4: Wat is er met het pasje gebeurd, anders gezegd waar is het nu?
Vraag 5: Waarom is het pasje nooit teruggegeven aan de familie Vaatstra?
Vraag 6: Hoe past het pasje in het scenario dat Jasper S. Marianne Vaatstra heeft vermoord?

Vragen onderwerp 3: De “gestolen” fiets en de uitzending van Opsporing Verzocht van 4 mei 1999.

Vanaf het begin af aan heeft Justitie ons voorgehouden dat de gevonden fiets in de greppel langs de Keningswei, een zwarte herenfiets was. Onlangs ben ik erachter gekomen aan de hand van politiefoto’s dat het helemaal geen herenfiets was maar een damesfiets! Een zogenaamde “omafiets” of “weduwefiets”. Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2022/02/17/de-leugen-over-de-gestolen-fiets-van-marianne/

Vraag 1: Waarom heeft het OM vanaf dag 1 de foutieve informatie gegeven dat het om een herenfiets ging?
Vraag 2: Waarom is in de uitzending van Opsporing Verzocht van 4 mei 1999 niet gemeld dat er op het station Buitenpost door de vriend van Marianne, Spencer Sletering, een fiets gestolen was voor Marianne?
Vraag 3: Waarom is in die uitzending niet gemeld dat Marianne door Spencer een taxi was beloofd om veilig thuis te komen?
Vraag 4: Waarom is er nooit een bevredigende verklaring gegeven voor het besluit van Marianne om alleen op een gestolen fiets in de nacht naar huis te willen fietsen, in plaats van de veilige beloofde taxi te nemen?
Vraag 5: Zijn Spencer en Wietze gevraagd waarom Marianne dit wilde en zo ja, wat hun antwoord daarop was? Zo nee, waarom is dit niet gevraagd en kan deze vraag alsnog gesteld worden?
Vraag 6: Waarom wordt kennelijk tot vandaag uitgegaan van de optie dat Spencer, Wietze en hun ouders de waarheid spreken? Terwijl getuigen die hun verhaal weerspreken, zoals Geke Haarsma en Verry Brouwer, structureel genegeerd zijn?

Vragen onderwerp 4: Het verhoor van Faek Mustafa.

In de weken na de moord heeft justitie steevast gesteld dat er geen enkele aanleiding was om verdachten in het asielzoekerscentrum te zoeken. Tevens werd ontkend dat daar verdachten waren aangehouden of gehoord. Enkele voorbeelden van zulke berichten: Tientallen tips na moord in Veenklooster en Massale rouw in Zwaagwesteinde bij begrafenis Marianne Vaatstra en Geruchten storen in onderzoek naar moord. Wel verschijnt er een bericht Vermoorde Marianne werd eerder bedreigd. Hierin staat dat Marianne enkele weken voor haar dood in discotheek Ringo met een keeldoorsnijdend gebaar is bedreigd door een “zestienjarige scholier”. Dat het hier om een asielzoeker uit het AZC ging (Faek Mustafa) wordt echter niet gemeld. Ook in het bericht Derde verdachte zaak-Vaatstra vrij wordt dit niet gemeld. Ook verschijnen er berichten dat een ander 14 jarig meisje uit Kollum in dezelfde Koninginnenacht zou zijn verkracht. Dat het hier om diezelfde asielzoeker Faek Mustafa ging, die Marianne had bedreigd, wordt echter ook niet vermeld. Er word slechts gesproken van een “minderjarige verdachte” en gesteld dat deze zaak los staat van de zaak Vaatstra, zoals onder meer in het bericht Aangifte verkrachting los van zaak- Vaatstra  maar ook in het bericht Verkrachtingszaak Kollum bij Justitie wordt gezegd dat er geen verband is met de zaak Vaatstra. Dit ondanks dat justitie dan weet dat het om dezelfde Faek Mustafa uit het AZC gaat die Marianne had bedreigd en dat het vermeende slachtoffer Stephanie van Reemst door getuige Geke Haarsma rond half één ’s nachts is gezien met Marianne Vaatstra. Ook heeft getuige Haarsma aan de politie gemeld dat zij eerder op de avond rond 19:00 uur heeft gezien dat Faek Mustafa de ventielen uit de fietsbanden van Spencer en Wietze trok in het bijzijn van Stephanie van Reemst.  Verder heeft zij nog gemeld dat zij een half uur eerder getuige is geweest van een ruzie tussen Faek Mustafa en Spencer Sletering (de vriend van Marianne) ook weer in het bijzijn van Stephanie van Reemst. Deze Stephanie werd op 14 mei 1999, 2 weken na de moord,  ontboden op het politiebureau, niet in verband met de vermeende verkrachting, maar om gehoord te worden in verband met zaak Vaatstra. Haar vader mocht niet bij dit verhoor aanwezig zijn, maar na afloop werd hem gezegd dat  zijn dochter aangifte had gedaan van verkrachting door Faek Mustafa. Vervolgens werd de beweerde verkrachting snel geseponeerd wegens “gebrek aan bewijs”. Dit sepot werd door de ouders van het meisje niet geaccepteerd zoals te lezen valt in het bericht  Klacht over sepot verkrachting Kollum .

In een zeer recente vierdelige documentairereeks die vanaf september vorig jaar te zien is op de internetbetaalzender Discovery + en vanaf 1 april zal worden uitgezonden door de true crime zender Investigation Discovery, wordt nu 22 jaar na dato door Justitie (verscheidene politieagenten die bij het onderzoek betrokken waren) toegegeven dat Faek Mustafa direct na de moord is opgehaald om als verdachte in de Vaatstra zaak te worden gehoord in verband met de bedreiging van Marianne enkele weken eerder. Tevens wordt gemeld dat hij werd uitgesloten als dader of betrokken omdat zijn DNA niet overeen  kwam  met het spermaspoor dat op het lichaam van Marianne was aangetroffen. Waarover Faek Mustafa precies is verhoord en of hij een alibi had voor het tijdstip van de moord, wordt niet verteld.

Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2021/10/04/nieuwe-vaatstra-documentaire-bewijst-onbedoeld-de-leugens-van-justitie/

Vraag 1: Waarom heeft justitie aanvankelijk ontkend dat er verdachten in het AZC waren aangehouden en gehoord, terwijl justitie nu toegeeft dat Faek Mustafa wel degelijk direct als verdachte is verhoord? Anders gezegd waarom heeft justitie het publiek voorgelogen?
Vraag 2: Waarom is nooit bekend gemaakt wat Faek Mustafa heeft verklaard en of hij een alibi had voor het tijdstip van de moord?
Vraag 3: Hoe is het niet overeenkomen van Mustafa’s DNA met de gevonden sporen een bewijs dat hij niet betrokken geweest kan zijn bij de moord of dat hij niets over de moord zou weten?
Vraag 4: Waarom is aanvankelijk naar de pers nooit gemeld dat Faek Mustafa een asielzoeker uit het AZC  was?
Vraag 5: Waarom is steeds gesteld dat de verkrachtingszaak van Stephanie geen verband hield met de Vaatstra-zaak terwijl naar nu blijkt die verbanden er overduidelijk waren?
Vraag 6: Wat is Faek Mustafa gevraagd over zijn vriendschap met de als hoofdverdachte aangemerkte Ali Hassan en diens verblijfplaats?
Vraag 7: Wat was de aanleiding om Stephanie te horen over de zaak Vaatstra?
Vraag 8: Waarom is nooit bekend gemaakt wat Stephanie tijdens dat verhoor heeft verklaard, bijvoorbeeld of zij Marianne die nacht heeft gezien en of het klopt wat Geke Haarsma heeft verklaard?
Vraag 9: Waarom zijn de verklaringen van Geke Haarsma genegeerd, kennelijk ten voorkeur van het verhaal van Spencer en Wietze?

Vragen onderwerp 5: De overplaatsing van Faek Mustafa.

Tot 2011, dus tot 12 jaar na de moord, is door justitie altijd krachtig ontkend dat er in de dagen en weken na de moord asielzoekers uit het AZC Kollum naar andere AZC’s zijn overgeplaatst. Ook toen de familie Vaatstra in 2007 een anonieme brief ontving, waarin beschreven wordt dat er op 3 mei 1999 een asielzoeker uit het AZC Kollum is binnengebracht op het AMOG (Asielzoekers Met Onaangepast Gedrag) centrum Musselkanaal, werd de juistheid van deze informatie  ontkend, onder meer bij monde van oud AZC directeur Nettie Groeneveld. Die ontkenningen zijn onder meer te lezen in het bericht van Trouw  OM: Beweringen anonieme brief moord Vaatstra vals en Oud AZC-directeur: Brief Vaatstra is onzin.  In het laatste bericht wordt gesteld: “Dit is gewoon niet gebeurd, daar ben ik absoluut zeker van”, aldus Groeneveld.

Echter heb ik vastgesteld dat het wel degelijk is gebeurd en dat het om niemand minder dan Faek Mustafa ging. Ik heb verscheidene getuigen gesproken die aanwezig waren bij de uitzetting van Faek Mustafa, inderdaad op maandag 3 mei 1999. Volgens deze getuigen was Nettie Groeneveld daar nota bene zelf bij. Het gaat om oud adjunct directeur Louis Uijl, ex AZC bewaker Ron Pander en AZC sportleraar Age Bruining. Van deze laatste ben ik in het bezit van een proces verbaal van zijn politieverhoor. Hij stelt hierin onder meer:  “Ik heb gezien dat Feik uitgeleide werd gedaan door Netty Groeneveld, de directeur van het AZC en haar plaatsvervanger (Wim: Louis Uijl). In een krantenartikel loochende zij dit later. Dit stoorde mij omdat ik het zelf had gezien. De, in 2007, in De Telegraaf  gepubliceerde brief , waarin werd gesuggereerd dat er door Justitie een asielzoeker was weggemoffeld vanuit het AZC Kollum naar het AZC Musselkanaal sloeg dan ook ongetwijfeld op het vertrek van Feik Mostafa. Gezien het taalgebruik in die brief ben ik ervan overtuigd dat deze brief is geschreven door een mentor  of een andere agogisch medewerker van het AZC Musselkanaal.”

In een aan mij gegeven verklaring schrijft Ron Pander: “Op maandag 3 mei 1999 was ik samen met een agogisch medewerker en directeur Louis Uijl aanwezig bij de uitzetting van Feik Mustafa. Wij hebben Feik Mustafa op een taxi gezet. Later kwam directrice Nettie Groenveld er ook bij. Mijn collega vroeg nog aan de heer Uijl: Waarom moet Feik weg? De heer Uijl antwoordde: Hij is zijn leven hier niet meer zeker.  Ik vroeg daarop: Waar gaat hij heen? De heer Uijl antwoordde: Hij gaat naar Musselkanaal.”  Van belang is nog te melden dat Faek Mustafa na 3 mei 1999 niet meer op het AZC Kollum is gezien. Ook de heer Uijl heeft in een opgenomen telefoongesprek aan mij bevestigd dat Faek Mustafa op 3 mei 1999 is overgeplaatst, ongetwijfeld omdat hij aannam dat ik een rechercheur van politie was. Daarin bevestigt hij ook dat het besluit tot overplaatsing door de driehoek (OM, burgemeester en polite) was genomen.

In 2007 stelde het kamerlid Fred Teeven kamervragen over de anonieme brief aan Staatssecretaris Albayrak:  https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20072008-100.html

In de antwoorden wordt een overplaatsing op 3 mei 1999 ontkend: “Het COA heeft mij meegedeeld dat er op 3 mei 1999 geen asielzoeker is overgeplaatst van AZC Kollumerland naar AZC Musselkanaal.” Uiteraard is dit antwoord in tegenstrijd met wat de hierboven genoemde getuigen hebben verklaard. Die tegenstrijd geldt eveneens voor de volgende antwoorden: “Op 6 september heeft het Openbaar Ministerie gemeld dat uit onderzoek van de politie is gebleken dat de beweringen in de anonieme brief niet juist zijn.” “Het betreft informatie die bij het Openbaar Ministerie indertijd niet bekend was.” Deze antwoorden zijn onhoudbaar als de heer Uijl stelt dat de beslissing tot overplaatsing van Faek Mustafa door de driehoek was genomen.

In 2010 stelde het kamerlid Teeven nogmaals kamervragen aan minister Hirsch Ballin, ditmaal op mijn verzoek:  https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2952.html

Ook nu wordt de overplaatsing op 3 mei 1999 weer ontkend, maar wel wordt (voor het eerst) erkend dat Faek Mustafa is overgeplaatst, echter pas op 27 mei 1999, en niet naar Musselkanaal maar naar Drachten:  “De persoon F.M. is op 27 mei 1999 overgeplaatst vanuit het azc in Kollum naar het azc in Drachten. De overplaatsing van F.M. had geen relatie met de moord op Marianne Vaatstra. F.M. werd verdacht van een zedenmisdrijf (zie ook het antwoord op vraag 4).” Minister Hirsch Ballin stelt dus dat de overplaatsing niet te maken had met Marianne Vaatstra, maar met de beweerde verkrachting van Stephanie, waarvan zij beweerdelijk op 14 mei aangifte deed nadat zij op het politiebureau was ontboden voor verhoor in verband met de zaak Vaatstra.

Zeer opmerkelijk is ook het antwoord van minister Hirsch Ballin: “F.M. is enkele maanden voor de dood van Marianne betrokken is geweest bij een ruzie met (vrienden van) Marianne in een horecagelegenheid. F.M. is daarover gehoord en zei dat juist hij en zijn vriend werden bedreigd en niet andersom.” Waar inmiddels anno 2022 wordt toegegeven dat Faek Mustafa wel degelijk Marianne met een keelsnijgebaar heeft bedreigd, niet enkele maanden maar twee weken voor haar dood,  durfde minister Hirsch Ballin in 2010 nog te stellen dat het andersom was. De geloofwaardigheid van deze antwoorden is met de kennis van nu niet alleen ver te zoeken, maar bovendien in flagrante tegenstrijd met die kennis van nu.

In 2012 stelt het kamerlid Hero Brinkman nogmaals kamervragen aan minister Opstelten, ook nu weer op mijn verzoek:  https://rechtiskrom.files.wordpress.com/2022/03/kamervragenbrinkman1.pdf

Op dit moment is de heer Teeven overigens de Staatssecretaris van V&J. Ook door minister Opstelten worden de antwoorden van Hirsch Ballin min of meer herhaald: “Antwoord 8:  F.M. is niet op 3 mei, maar op 27 mei 1999 overgeplaatst naar het AZC te Drachten. Zie verder het antwoord op vraag 7.”

Omdat Brinkman de antwoorden van Opstelten onbevredigend vindt, stelt hij vervolgvragen: https://rechtiskrom.files.wordpress.com/2022/03/kamervragenbrinkman2.pdf

Wederom is Brinkman niet tevreden met de antwoorden omdat deze strijdig zijn met de bevindingen van mijn onderzoek. Brinkman neemt zich voor nog een keer vervolgvragen te stellen, maar dan volgt opeens de aanhouding van Jasper Steringa.  Een geloofwaardige “oplossing” voor de moord op Marianne Vaatstra. Niemand die nog aan de woorden van justitie durft te twijfelen. Een DNA match en een “volledige bekentenis”.

Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2020/05/13/verslag-kort-geding-tegen-de-staat-van-7-mei-5/

Vraag 1: Waarom heeft justitie de overplaatsing van Faek Mustafa 11 jaar lang geheim gehouden?
Vraag 2: Wat is nu de juiste datum van de overplaatsing? 3 mei of 27 mei 1999?
Vraag 3: Wat is nu de juiste bestemming van de overplaatsing? Drachten of Musselkanaal?
Vraag 4: Wat was de reden voor de overplaatsing? De moord op Marianne of de “verkrachting” van Stephanie?
Vraag 5: Waarom is de verkrachtingszaak van Stephanie geseponeerd?
Vraag 6: Hoe kan die zaak geseponeerd zijn als Stephanie tot vandaag volhoudt dat ze door Faek is verkracht?
Vraag 7: Wat hield de “verkrachting” van Stephanie precies in?
Vraag 8: Waarom deed zij pas na twee weken aangifte?

Vragen onderwerp 6: De bedreiging van Faek Mustafa.

Van belang is verder nog te melden dat Mustafa op 3 mei 1999 mevrouw Isabella Wagenaar telefonisch heeft bedreigd met de woorden: “Als jij niet stopt met praten word jij ook vermoord.” Deze bedreiging volgde op haar melding bij de politie dat Mustafa en Hassan zeer waarschijnlijk bij de moord betrokken waren. Met haar aangifte die zij de volgende dag, 4 mei 1999, met haar vader deed, heeft de politie niets gedaan. De politie, cold case agent Anjo van der Helm, heeft wel aan mij bevestigd dat deze aangifte door Wagenaar tegen Mustafa inderdaad is gedaan. Waar het om gaat is dat ook deze bedreiging, in feite een de facto bekentenis van betrokkenheid, een sterke aanwijzing is dat Mustafa wel degelijk meer weet over de moord. In antwoord op de kamervragen van Hero Brinkman heeft minister Opstelten deze aangifte ontkend: “W. heeft geen aangifte gedaan tegen F.M. wegens doodsbedreiging. Aangezien het bewuste telefoontje anoniem was, was een onderzoek naar het motief van de beller niet mogelijk.”

Vraag 1: Waarom heeft minister Opstelten de aangifte ontkend terwijl deze wel degelijk in de politiecomputers is terug te vinden?
Vraag 2: Waarom stelde de minister dat het telefoontje anoniem was, terwijl Wagenaar duidelijk Faek Mustafa heeft geïdentificeerd als de beller?
Vraag 3: Deelt u de mening dat de minister en daarmee ook de Tweede Kamer  onjuist is voorgelicht door het OM?
Vraag 4: Waarom heeft het OM niets met de aangifte gedaan?

Vragen onderwerp 7: Het rapport Ali H.

In 2011 bracht het OM het zogeheten rapport Ali H. uit. https://rechtiskrom.files.wordpress.com/2020/11/rapportalih.pdf

Het rapport was een reactie op drie uitzendingen uit 2010  van de actualiteitenrubriek EenVandaag waarin de stelling naar voren wordt gebracht dat het OM in oktober 1999 een andere (verkeerde) Ali Hassan heeft aangehouden dan de bedoelde verdachte.  Het rapport is een lange verantwoording van het OM voor de stelling dat er in de moordzaak Marianne Vaatstra in oktober 1999 geen andere Ali H. is aangehouden, dan de bedoelde verdachte Ali H. uit het AZC Kollum. Alle getuigen en ook de actualiteitenrubriek EenVandaag die anders beweren, moesten zich volgens dit OM rapport vergissen.  Overigens wordt in het rapport geen enkele getuige bij naam genoemd, met uitzondering van Faek Mustafa en zijn vader, waarvan gesteld wordt dat zij Ali H. zeer goed kenden in het AZC. Onduidelijk blijft echter of hen de hamvraag van het onderzoek is gesteld: Heeft het OM de juiste Ali H. aangehouden die jullie kenden uit het AZC? We mogen dus wel aannemen dat deze vraag niet aan hen is gesteld. Anders zou het rapport dit wel bevestigen en ook hun antwoord mededelen. De vraag is waarom het OM deze cruciale vraag niet heeft gesteld aan de enige twee getuigen die bij naam worden genoemd in het rapport. Het rapport staat vol met  staat (inmiddels) ongeloofwaardige statements, zoals dat Mustafa pas op 19 mei is verhoord, in strijd met de uitspraken uit de recente Discovery+ documentaire dat hij direct op of na 1 mei na de moord naar het bureau is gehaald. “Feik wordt op 19 mei 1999 verhoord en staat wangslijm af om zijn dna te vergelijken met de sporen van de moordenaar. Dat komt niet overeen. Hij kan zich niet herinneren met wie hij precies op Koninginnedag in Kollum was.” Ook de bewering dat Mustafa zich niet precies kan herinneren met wie hij precies op Koninginnedag in Kollum was, is minst genomen ongeloofwaardig. In de regel weet iedereen kort na Koninginnedag wat en met wie hij die dag heeft gedaan. Dat dit wordt geaccepteerd als “alibi” voor een moord waarover hij werd gehoord is al even onwaarschijnlijk. Het rapport Ali H. is enkele jaren geleden van de OM website verwijderd.

Vraag 1: Waarom is Faek Mustafa en zijn vader niet gevraagd of de aangehouden Ai H. de hen bekende Ali H. was? Deze vraag had in één klap duidelijkheid gegeven. Is het OM bereid deze vraag alsnog aan Mustafa te stellen?
Vraag 2: Waarom is geen enkele van de tientallen getuigen gehoord die aan Dankbaar en ËenVandaag hebben verklaard dat de aangehouden Ali H. niet de juiste Ali H. was?
Vraag 3: Waarom wordt geen enkele van de beweerde getuigen die de aangehouden Ali H. wel als de juiste Ali H.  zouden hebben herkend, bij naam genoemd?
Vraag 4: Waarom heeft het OM het rapport van haar website verwijderd, daar waar het gaat om een verdediging tegen een incriminerende beschuldiging in een geruchtmakende moordzaak die heden nog steeds onderwerp van gesprek is?

Vragen onderwerp 7:  De verdwijning van Haval Ali Mawloud

In 2007 is tegenover het OM en de politie op het hoofdbureau Rotterdam een belastende verklaring afgelegd door een gedetineerde Irakees (Rashid Sarbast) over de Irakees Haval Ali Mawloud. Rashid verklaarde dat hij Mawloud financieel heeft geholpen om terug naar Irak te vluchten omdat deze naar eigen zeggen betrokken was geweest bij de moord op Marianne Vaatstra. Het gehele videoverhoor is te bekijken op YouTube via deze link:  https://www.youtube.com/watch?v=Q8dmEgctBg0

Om de geloofwaardigheid van de getuigenis van Rashid te checken is hem gevraagd om de naam van deze ontsnapte crimineel te noemen. Rashid was daar zeer terughoudend in omdat Mawloud in Koerdisch Irak al bekend stond als een zware crimineel, maar uiteindelijk heeft Rashid de voormaam Haval wel genoemd.  De advocaat van Rashid Marq Wijngaarden heeft in 2010 aan de zaaksofficier Henk Mous gevraagd om welke persoon het nu precies gaat. Het opmerkelijke antwoord kwam in de vorm van deze email:  https://i0.wp.com/rechtiskrom.files.wordpress.com/2021/09/mous2.jpg

Niet alleen bevestigt OvJ Mous dat Haval Ali Mawloud bewoner van het AZC Kollum was, hij vraagt ook aan de advocaat om deze informatie stil te houden. Nadere informatie: https://rechtiskrom.wordpress.com/2019/04/05/unmaking-a-murderer-1/

Vraag 1: Waarom heeft het OM de verdwijning van Haval Ali Mawloud nooit bekend gemaakt aan het publiek en de familie Vaatstra, terwijl de verdwijning van andere asielzoekers zoals Ali Hassan wel is bekend gemaakt?
Vraag 2: Waarom houdt het OM de verdwijning van Haval Ali Mawloud tot op vandaag geheim?
Vraag 3: Wat is door het OM gedaan om deze Mawloud uit te sluiten als verdachte of dader?
Vraag 4: Hoe verantwoordt het OM dat zulke informatie over een verdwenen verdachte over wie een belastende verklaring is afgelegd, niet met het publiek gedeeld wordt, waar onschuldigen als Piet Smit wel breeduit in de pers werden uitgemeten?

Vragen onderwerp 8:  Het sepot van de aangifte van Mustafa tegen Dankbaar.

Op 14 augustus 2017 deed Mustafa ineens bij de politie aangifte van bepaalde door Dankbaar gepleegde strafbare feiten. Saillant detail is, dat deze aangifte door Mustafa werd gedaan daags voordat hij op 15 augustus als verweerder bij de rechtbank moest verschijnen naar aanleiding van een door Dankbaar ingediend verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. Dankbaar wilde Mustafa als getuige horen vanwege zijn wetenschap over de moord op Marianne Vaatstra. Op één of andere manier wil Mustafa niet meer over die kwestie verklaren, reden waarom hij er kennelijk alles aan doet om dat te voorkomen, onder meer door het doen van een valse aangifte tegen Dankbaar.  In de aangifte stelt Mustafa onder meer:

“Deze W. Dankbaar stelt in alles wat hij uitgeeft met betrekking tot Marianne Vaatstra dat ik zou weten wie de moordenaar is. Hij stelt dat ik een getuige ben geweest. Dit schrijft hij niet alleen in zijn boek maar ook op zijn website genaamd ‘Recht is krom’”

“Dankbaar is mij na de moord op Marianne Vaatstra gaan stalken en gaan bedreigen. Dit doet hij inmiddels al drie jaar. Hij weet mij overal te vinden, waardoor ik diverse malen moest verhuizen.”

“Ik ben zakelijke klanten kwijtgeraakt drie van hen financierden mijn bedrijf genaamd Autocenter Pendrecht”

“Ik weet dat W. Dankbaar mijn financierders heeft benaderd. Zij vertelden mij namelijk dat W. Dankbaar heeft gezegd dat ik betrokken was bij een moordzaak en hij niet snapte waarom zij zich zakelijk met mij ophielden.”

Dankbaar bestrijdt de inhoud van deze aangifte ten stelligste. Van enig stalken of lastigvallen of het benaderen van financiers is in het geheel geen sprake geweest. Wat aan de aangifte opvalt is het volgende. Mustafa verklaart daarin weliswaar dat hij volgens Dankbaar zou weten wie de moordenaar van Marianne Vaatstra is en/of van die moord getuige zou zijn geweest, maar hij ontkent dat niet. Indien Mustafa werkelijk geen getuige zou zijn geweest of wetenschap omtrent de moord zou hebben, zou het voor de hand hebben gelegen dat in de aangifte te laten opnemen, maar juist dat doet Mustafa niet. De aangifte is één klaagzang tegen Dankbaar. Min of meer verwijt hij Dankbaar dat de publicaties zijn leven hebben verwoest. Vrienden en geldschieters hebben zich van hem afgewend, zijn vrouw is door de toestand van hem gescheiden, zijn autobedrijf is failliet gegaan, hij is angstig en depressief en durft zich nauwelijks meer in het openbaar te vertonen. Desalniettemin seponeert het OM zijn aangifte op 16 mei 2019 als volgt:  “De reden dat u niet vervolgd zal worden is dat er op dit moment onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om u te vervolgen ter zake van belaging, bedreiging en valsheid in geschrifte.”

Het feit smaadschrift, waar Mustafa ook aangifte van had gedaan, wordt kennelijk bewust weggelaten. Blijkbaar omdat de redenering dat er geen wettig  en overtuigend bewijs zou zijn, dan niet meer opgaat. Het staat immers vast dat Dankbaar de gewraakte publicaties heeft gedaan. Opmerkelijk is ook dat Mustafa en zijn advocaat nooit bezwaar hebben gemaakt tegen het sepot. Het sepot betekent in feite dat Dankbaar de vermeend smadelijke publicaties kan blijven doen, althans daar niet vervolgd zal worden.

Vraag 1: Deelt u de mening dat het OM Dankbaar had moeten vervolgen, gezien de grote beweerde schade die Mustafa door Dankbaar is toegebracht?
Vraag 2: Deelt u de mening dat met het sepot de rechtsbescherming van Mustafa geweld is aangedaan?Vraag 3: Acht u het wenselijk dat een burger slachtoffer wordt van beschuldigingen van kennis over of betrokkenheid bij een moord, zonder dat de dader daarvoor wordt gestraft?
Vraag 4: Deelt u de mening dat het sepot de stellingen van Dankbaar over Mustafa en het OM eerder geloofwaardig dan ongeloofwaardig maakt?
Vraag 5: Acht u het wenselijk dat het OM de beschuldigingen van Dankbaar, zijnde dat het OM vanaf dag 1 de ware toedracht van deze moord kent en de werkelijke daders heeft beschermd, in stand laat?
Vraag 6: Acht u het wenselijk dat het OM straffeloos van dit soort ernstige feiten beschuldigd kan worden?
Vraag 7: Deelt u de mening dat Faek Mustafa eindelijk eens als getuige gehoord zou moeten worden in een openbare zitting?
Vraag 8: Vindt u het terecht dat rechters zo’n getuigenverhoor tot nu toe niet hebben toegestaan?

Ten slotte nog een aantal algemene vragen:

Vraag 1: Deelt u de mening dat het OM het publiek en de volksvertegenwoordiging op tal van punten in dit moordonderzoek onjuiste informatie heeft gegeven en/of belangrijke informatie heeft achtergehouden?
Vraag 2: Zo ja, acht u dit wenselijk of toelaatbaar in een rechtsstaat als Nederland?
Vraag 3: Bent u het eens met de stelling dat een OM dat zoveel foutieve informatie heeft gegeven, niet meer klakkeloos kan worden geloofd over andere conclusies uit dit onderzoek, zoals dat Jasper Steringa de eenzame dader is van deze lustmoord?

Hoogachtend,

Willem Jan Dankbaar

Florijn 1
2353 TC Leiderdorp

071-5238788
dank@xs4all.nl