Artikel 12

Geacht college,

Ik heb niet zoveel toevoegen aan mijn tekst van de artikel 12 klacht, maar maak toch graag van de gelegenheid  gebruik om de zaak nader te duiden.  Allereerst wil ik wat voorgeschiedenis schetsen. Zoals u waarschijnlijk wel weet probeer ik al 12 jaar lang de waarheid over de moord op Marianne Vaatstra boven water te krijgen.  Die waarheid is dat zij verkracht en vermoord is door meerdere asielzoekers in een caravan op het AZC. Daarna is haar lichaam gedumpt in het weiland waar ze werd gevonden. Het erge is dat justitie dit vanaf dag 1 heeft geweten, maar de werkelijke daders een vrijgeleide heeft gegeven en medeplichtigen de hand boven het hoofd heeft gehouden. Het omgekeerde van wat justitie hoort te doen. Dit is natuurlijk een schandaal van de categorie “Kannie waar zijn”, maar voor justitie is het vooral “mag niet waar zijn”. Ik ben zo naiëf geweest om te denken dat ik de waarheid via de rechter wel kon bewijzen, maar ik weet inmiddels uit ervaring dat ook de rechter  justitie helpt om de waarheid onder de pet  te houden.

Ik ben meermaals aangeklaagd voor smaad en laster door betrokken personen. Er zijn talloze rechtszaken tegen mij aangespannen waardoor ik wel meer dan 40 zittingen heb meegemaakt. Ik ben ook zonder wederhoor in landelijke media afgeschilderd als een idioot, stalker, complotdenker, psychiatrisch patïent, kierewiet en meer. Zonder uitzondering heb ik alle zaken verloren, onder meer omdat mij steevast het recht werd ontzegd recht om getuigen te mogen horen. Het komt erop neer dat ook de rechter mij met drogredenen structureel de pas afsneed om de waarheid aan te tonen. Ik geloof dan ook allang niet meer in de beweerde onafhankelijkheid van de rechter. Ik heb ze in elk geval nog niet meegemaakt.  

Eén zo’n figuur die me heeft aangeklaagd,  is Faek Mustafa. Van Faek  zeg ik dat hij aanwezig is geweest bij de verkrachting en moord op Marianne Vaatstra. In de caravan van een duitser op het AZC.  Ik zeg ook dat Faek op de dag van de moord is opgehaald door de politie en daar de ware toedracht van het misdrijf op bureau Buitenpost heeft verteld. Hij heeft ook de echte daders aangewezen.

In augustus 2017 doet hij dan opeens na 3 jaar aangifte tegen mij. Hij eist dat ik vervolgd wordt voor smaad  en ophoud met publicaties dat hij betrokken is geweest bij de moord. Ook start hij in 2018 een civiele kort geding procedure om mijn publicaties te doen stoppen. Zijn advocaat daarbij is Rinie Hoogendoorn van het kantoor Yehudi Moszkowicz te Utrecht. Deze Moszkowicz had al eerder procedures tegen mij aangespannen. Zodoende krijg ik de aangifte van Faek  in handen als onderdeel van de processtukken.  Ook worden 4 getuigenverklaringen ingebracht van vrienden van Faek. Deze stellen dat ik hen heb benaderd en dat zij daarom hun zakelijke relatie met Faek willen verbreken. Alle vier hebben zij geld aan Faek geleend, elk rond de 20.000 euro, in totaal 80.000 euro. Dit geld eisen zij met onmiddellijke ingang terug. Faek en zijn advocaat willen hiermee kennelijk aantonen dat Faek grote financiële schade heeft gelden als gevolg van mijn handelen. Echter ik weet meteen dat deze verklaringen vals zijn, eenvoudig omdat ik de getuigen niet ken en hen dus ook niet kan hebben benaderd. Ook zag ik dat de aangifte vals is en vol met leugens staat. Echter op dat moment kon ik dat nog niet bewijzen.

Ik besloot  daarom aangifte tegen Faek te doen wegens valse aangifte en vervalste verklaringen. Het doen van een valse aangifte is strafbaar gesteld in artikel 188 Wetboek van Strafrecht (WvS). Dit artikel luidt aldus: “Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.”

Het inbrengen van valse verklaringen is nog veel ernstiger:

Artikel 207

1.Hij die in de gevallen waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vordert of daaraan rechtsgevolgen verbindt, mondeling of schriftelijk, persoonlijk of door een bijzonder daartoe gemachtigde, opzettelijk een valse verklaring onder ede aflegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

2.Indien de valse verklaring is afgelegd in een strafzaak ten nadele van de beklaagde of verdachte, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Ik heb de politie herhaaldelijk gevraagd om de getuigen op te sporen, zodat bewezen kon worden dat de hen toegedichte verklaringen vervalst zijn door Mustafa. De politie heeft dit echter steeds afgehouden door te zeggen dat dit met de OvJ overlegd moest worden. Daarom heb ik uitendelijk zelf een inspanning gedaan om de getuigen te vinden . Dat is mij uitendelijk gelukt, en meteen bleek dat zij mij niet kenden en die verklaringen niet van hen zijn. Ook zeiden zij dat de handtekeningen vals zijn, althans niet van hen. Vervolgens heb ik deze bevindingen aan de politie gemeld met het verzoek de getuigen zelf te horen en dit bij proces verbaal vast te leggen. Ook dit moest weer met de OvJ worden besproken. Het moge duidelijk zijn dat de politie en het OM eerder tegenwerken dan meewerken. 

Totaal onverwachts kreeg ik vervolgens in mei 2019 brieven van het OM dat zowel de aangifte van Faek als mijn aangifte tegen hem geseponeerd werden. Beide sepots werden met onware beweringen gemotiveerd. Ik heb dit reeds in mijn klacht uitgelegd. Dat betekent dat het OM het strafbare feit meineed pleegt. 

De onware bewering in het sepot is de volgende:

“Ten aanzien van de valsheid in geschrifte is uit onderzoek gebleken dat, zoals u stelt in uw aangifte, de verklaringen niet op schrift zijn gesteld door de getuigen zelf. Wel waren zij op de hoogte van de inhoud van de verklaringen en stonden zij achter de inhoud daarvan. Dat maakt dat er geen sprake is van valsheid in geschrifte.”

Ik kan aantonen dat deze bewering onwaar is, omdat  de getuigen mij niet alleen hebben verklaard dat zij de verklaringen niet kennen, maar ook dat het niet hun handtekeningen zijn die onder de verklaringen staan. Dat laatste aspect laat de OvJ kennelijk bewust weg, ongetwijfeld omdat een duidelijker voorbeeld van valsheid in geschrifte niet denkbaar is. Het is dus onmogelijk dat de getuigen aan de politie hebben verklaard dat “zij op de hoogte waren van de inhoud en daarachter stonden.” Het staat in elk geval lijnrecht tegenover wat ze aan mij hebben verklaard. 

Dat er vervalste handtekeningen onder staan wordt dan nog niet eens benoemd, maar ongetwijfeld zullen de getuigen dit ook aan de politie hebben bevestigd, zoals zij ook aan mij hebben bevestigd. Deze bevestigingen heb ik opgenomen in telefoongesprekken, die ik nota bene aan de politie ter beschikking heb gesteld. Ook los van de vervalste handtekeningen, is het al de vraag hoe verklaringen die niet door de verklaarders zelf zijn opgesteld, geen valsheid is geschrifte is. Dan moet er minstens sprake zijn van een machtiging om die verklaringen namens de verklaarders op te stellen. Wie er dan gemachtigd zou zijn, wordt niet duidelijk in de merkwaardige redenering van de OvJ. Hoe dan ook, de bewering dat er geen sprake is van valsheid in geschrifte kan geen stand houden.

Ik heb daarom in april 20121 een aangifte en klacht ingediend tegen de betreffende Ovj Sanders en haar hoofdofficier mw.  Preenen.   Deze aangifte heb ik als productie 2 bij de klacht gevoegd. Dat is meer dan een jaar geleden en ik heb er nooit wat over terug gehoord. Ook op vragen hoe het ermee staat wordt niet gereageerd.  Waaruit ik concludeer dat het OM deze aangifte weigert in behandeling te nemen. Wellicht begrijpelijk omdat het een aangifte tegen het OM zelf betreft , maar daarom niet minder onterecht.  

Zoals ik in mijn klacht al heb uitgelegd heeft getuige Hamarashid mij in december 2021 in bezit gesteld van een  verklaring van Faek  waarin deze zelf bekent de getuigenverklaring van Hamarashid te hebben verzonnen, inclusief vervalste handtekening.  Een beter bewijs waarin de dader zelf het  strafbare feit toegeeft kan ik niet krijgen. Maar dit bewijst ook dat het OM mijn aangifte met een leugen heeft geseponeerd. Daarom heb ik opnieuw aangifte gedaan tegen het OM op basis van dit nieuwe bewijs, maar de politie weigerde die aangifte op te nemen.  Ik heb in mijn klacht al uitgelegd dat dit volkomen onterecht is en daarom uw Hof verzocht de politie op te dragen deze aangifte alsnog op te nemen.

Op basis van dit nieuwe bewijs heb ik ook opnieuw aangifte gedaan van valsheid in geschrifte tegen Faek en zijn advocaat Hoogendoorn. Dat is productie 4 bij mijn klacht. Van de politie moest ik deze aangifte rechtstreeks bij het OM Noord-Holland doen omdat die de zaak al hadden bekeken en geseponeerd.  Het komt er dus op neer dat ik mijn aangifte moet doen bij de vossen die de kippen hebben opgevreten.  Dat er ook nu weer sprake is van een grote onwil om de zaak te onderzoeken, laat staan te bewijzen, blijkt wel , want ook nu wordt er niet gereageerd op mijn herhaalde verzoeken hoe het met de zaak staat. Kennelijk is het devies: We reageren niet, dan gaat het probleem vanzelf weg. Begrijpelijk want het OM zit natuurlijk niet te wachten om een strafbaar feit te bewijzen  waarbij ook strafbare van het OM zelf aan het licht komen. En het OM zit ook niet te wachten om een strafbaar feit te bewijzen van een medeplichtige in de moord op Marianne Vaatstra. De echte daders zijn immers vanaf dag 1 door het OM beschermd en dat mag nooit aan het licht komen. Het blijkt wel dat de daders, waarvan Faek er in feite ook één is, anno 2022 nog steeds de hand boven het hoofd gehouden worden. Blijkbaar kan deze man wegkomen met een feit waar de wetgever 9 jaar gevangenisstraf op zet.

Dit is naar mijn overtuiging dan ook de werkelijke reden dat het OM de aangiftes van en tegen Faek heeft geseponeerd. Bij een vervolging zou immers minimaal de valsheid in geschrifte komen vast te staan. Maar bovendien is het risico levensgroot dat Faek alsnog uit de school klapt over zijn kennis van de Vaatstra moord. Helemaal uit den boze is dat hij zegt dat hij deze kennis al op  de dag van de moord met de politie heeft gedeeld. Dan is het schandaal niet te overzien.

Uit het geheel blijkt dat het OM zich in de praktijk immuun kan maken voor vervolging van strafbare feiten door het OM zelf gepleegd. Het OM heeft immers het monopolie om burgers ter verantwoording te roepen voor wetsovertredingen. Dit is wat mij betreft  een hiaat in de wet, want zo wordt het mogelijk dat het OM zelf straffeloos strafbare feiten kan plegen, waarvoor zij zichzelf uiteraard niet zal willen vervolgen.  Ik kwam gisteren toevallig een afbeelding tegen   van een demonstrant met een bord met de volgende tekst:  Who do you call when it’s the police who broke the law?  In Nederland kun je dan alleen nog naar de rechter en ik hoop van harte nu eens rechters te treffen die het OM op de vingers durven te tikken. Wellicht tegen beter weten in want tot nu heb ik ze nog niet meegemaakt. Ook uw hof heeft al eens mijn vorige artikel 12 klacht volledig onterecht ongegrond verklaard zonder dat er een zitting is geweest. Wat dat betreft ben ik blij dat ik nu wel in de gelegenheid wordt gesteld om mijn klacht ter zitting toe te lichten. Ook ben ik toen niet in kennis gesteld van het verweer van het OM, zodat ik daar niet op heb kunnen reageren. Die stukken kreeg ik pas na de uitspraak, en ook alleen maar toen ik daarom vroeg. In de uitspraak werd aan die stukken gerefereerd, maar die had ik dus nooit gekregen. Had ik dat wel kunnen reageren, dan had ik er gehakt van gemaakt. Dit is natuurlijk een grove schending van de goede procesorde en ik heb mij daarover beklaagd bij uw President van der Meer, die mijn klacht nota bene gegrond verklaarde, maar aan de uitspraak kon hij niets meer veranderen. Die werd niet over gedaan.  Wat ik nog steeds merkwaardig vind als wordt toegegeven dat de goede procesorde geweld is aangedaan.

In deze procedure ben ik wel in kennis gesteld van een ambtsbericht van het OM, maar dit bleek het oude ambtsbericht uit de vorige artikel 12 procedure van 2019 te zijn. Dat noem ik minst genomen knullig, en uw heer Francis zou uitzoeken hoe dit fout is gegaan. Ik ben natuurlijk wel benieuwd naar het verweer van het OM in deze procedure.  Dat verweer is mij nog steeds niet bekend. Tot slot blijf ik bij mijn vorderingen om het OM te gebieden mijn aangiftes op te nemen waar  opname geweigerd is en mijn aangiftes serieus  in behandeling te nemen waar dat niet gedaan wordt.