Openbaar Mysterie

Een hoofdstuk uit Het Vaatstra Complot

Geplaatst op 28 februari 2022 door Wim Dankbaar

Het Openbaar Mysterie

De overheid is de grootste bedreiging voor onze samenleving. Schrik niet, dit is geen subjectieve aanname maar aangetoond door wetenschappelijk onderzoek van hoogleraar strafrecht Prof. Dr. G. van den Heuvel. Vooral het OM moet het in een lijvig rapport van de prof ontgelden. Het handelen van dit ministerie is, naast dat het bol staat van corruptie, synoniem geworden voor mysterieuze beslissingen, onbegrijpelijke vonnissen, misdadige dossiervervalsing en liegen alsof het gedrukt staat. Om dat allemaal weer recht te breien, de doofpot in te stoppen of om te ‘verkopen’ aan het Nederlandse volk, beschikt het OM over een peloton aan communicatiespecialisten. En die worden nu even aan het werk gezet. Na de drie vernietigende uitzendingen van Eén Vandaag in maart 2010, de vrucht van wat wij en de zogenaamde complotters inmiddels boven water hadden gekregen, wordt het de jongentjes en de meisjes van het OM de grond te heet aan de voeten. Er moet iets gebeuren. Het loopt uit de hand met al die amateuronderzoekers die niet alleen het geblunder en het foutenfestival van Justitie en het OM blootleggen maar ook nog eens aantonen dat bij het ‘doofpotten’ van de Vaatstra-zaak door politiemensen, RBT-ers, OvJ’s en feitelijk ook een drietal ministers, ordinaire misdrijven worden gepleegd. Het antwoord is een OM rapport dat als persbericht uit gaat en op 27 januari 2011 met vlag en wimpel op de site OM.nl wordt geplaatst. De titel: ‘Onderzoek Ali H.’ Het OM gaat er met gestrekt been in.

Een vernietigende analyse van het rapport wordt na maanden van verdere research, onder de kop ‘OM Rapport Ali H. debunked’, geplaatst op het blog ‘Recht is Krom’. Het rapport is werkelijk een aaneenschakeling van aantoonbare leugens en halve waarheden. Het is – nogmaals – geschreven door één of meerdere copywriters die hun vak verstaan om het publiek te misleiden en mede geschreven in reactie op tal van publicaties op het ‘Recht is Krom’-blog. Het heeft vooral ook als doel om de complotdenkers als Gekke Henkies af te schilderen, maar neemt u maar aan dat die Gekke Henkie gewoon bij het OM zelf zit: Henk Mous, nauw betrokken bij de creatie van dit rapport. Deze Henkie wil ons onder meer doen geloven dat ‘complotdenkers’ veel schade hebben aangericht en dat Spencer en Wietze Marianne naar huis (en weer terug) wilden fietsen met minimaal één platte band. Om nog maar even te zwijgen over het ‘massale bloedverlies’ dat volgens Henkie optrad toen Jasper Steringa Marianne de keel doorsneed. In de navolgende analyse wordt duidelijk dat we hier te maken hebben met de grootste volksverlakkerij uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis. Alle geciteerde tekst, in cursief, komt rechtstreeks uit het rapport, door het OM geschreven. De commentaren en de duiding in het normale lettertype. Omdat het oorspronkelijke artikel op Internet werd gepubliceerd en Wim regelmatig naar links verwijst, foto’s en plaatjes van krantenartikelen afbeeldt, wat in een boek nu eenmaal niet kan, ook de ruimte is daarvoor te beperkt, zijn deze weggelaten. Dit kan de begrijp- en leesbaarheid soms wat verzwakken, maar voor de lezer die nog meer de diepte in wil gaan is het altijd mogelijk om het betreffende artikel op Recht is Krom op te zoeken. Een simpele zoekopdracht in Google ‘Rapport Ali H. debunked’ volstaat.

Onderzoek Ali H.

Justitie heeft in het onderzoek naar de onopgeloste moord op Marianne Vaatstra een verkeerde verdachte opgepakt en daarmee de mogelijke dader laten lopen, stelt actualiteitenprogramma Een Vandaag in maart 2010. Dat is niet de eerste keer dat bij het publiek twijfel rijst over de arrestatie van Ali Hussein Hassan. Rechercheurs van de Friese politie hebben daarom alle feiten over zijn aanhouding nog eens uitvoerig tegen het licht gehouden. Een blik in het dossier.

  1. Marianne Vaatstra (16) uit Zwaagwesteinde wordt in 1999 verkracht en vermoord. Haar vrienden en familie vinden haar zaterdagochtend 1 mei in een weiland tussen Veenklooster en Buitenpost. De recherche start een onderzoek.

Twee beveiligers die in de nacht van 30 april op 1 mei 1999 aan het werk zijn in het naburige asielzoekerscentrum De Poelpleats, zien dat vlak voor middernacht een groepje asielzoekers het terrein verlaat. Een paar uur later verschijnen de mannen weer. Ali Hussein Hassan is er niet bij, herinneren de beveiligers zich de volgende dag. Ali verschijnt ook de volgende dagen niet.

Het rapport verzwijgt hier dat de beveiligers de ‘vermissing’ van Ali ook direct aan de politie hebben gemeld. Op dit moment had Justitie uiteraard al exact kunnen nagaan om welke verdwenen Ali Hassan het ging. Eenvoudig door zijn AZC- en IND-dossiers te raadplegen. In deze dossiers staan doorgaans ook pasfoto’s. De auteurs van het rapport laten in het midden wanneer het moment precies kwam dat er aanleiding ontstond om de man op te sporen. De man had natuurlijk ook tal van kennissen en vrienden in het AZC. Vreemd genoeg wordt niet genoemd of deze kennissen en vrienden benaderd zijn met de vraag of zij weten waar hun verdwenen maat gebleven zou kunnen zijn.

In het vervolg van het rapport wordt zelfs toegegeven dat Ali Hassan bevriend was met Faek Mustafa: Ook gaat hij om met Faek Mostafa en zijn vader. Er wordt echter niet vermeld of Faek en zijn vader zijn gevraagd of zij weten waar Ali uit zou kunnen hangen? Evenmin wordt vermeld of aan Faek en zijn vader is gevraagd of de in Istanbul opgepakte Ali, inderdaad de Ali is met wie zij omgingen in het AZC. Net zo min wordt vermeld of aan de gearresteerde Ali in Istanbul is gevraagd of hij Faek Mustafa en zijn vader kende. Dit zou immers het geval moeten zijn als Justitie inderdaad de juiste Ali heeft gearresteerd. Het zou toch prettig zijn voor het OM als Faek, zijn vader en de gearresteerde Ali dit allemaal konden bevestigen. Het zou immers direct de stelling van het rapport bewijzen dat de juiste Ali is opgepakt!

U kunt dus wel raden waarom het rapport die bevestigingen achterwege laat. Het OM weet dat de bewering: Ook gaat hij om met Faek Mostafa en zijn vader niet waar is. Althans, niet waar voor de gearresteerde Ali H. De juiste Ali H. ging wel met Faek en zijn vader om. Maar dit mag de lezer niet weten, dus wordt er niet bij gezegd dat zowel de gepakte Ali als Faek bevestigen dat zij met elkaar omgingen in het AZC. Dat kan ook niet, want de gepakte Ali was een heel andere Ali dan de vriend van Faek. Dat deze Ali H. door Justitie is weggesluisd mag natuurlijk NOOIT bekend worden.

Bovendien wordt niet vermeld dat het niet om één, maar om twee zogenaamd ‘spoorloos verdwenen’ Irakese asielzoekers ging. Dit blijkt bijvoorbeeld uit deze krantenberichten uit die tijd.

Dat is voor het onderzoeksteam aanleiding om hem op te sporen. Op 9 oktober 1999 arresteert de Turkse politie in opdracht van de Friese officier van Justitie de dan 26-jarige Ali Hussein Hassan. Uit een DNA-test blijkt dat zijn genetisch materiaal niet overeenkomt met dat van Marianne’s moordenaar.

Wat hier wordt verzwegen, is dat niet één, maar twee verkeerde verdachten in Istanbul zijn aangehouden. Al in september 1999 heeft officier van Justitie Severein aan de ouders van Marianne aangegeven dat de verdwenen Irakees die later in Turkije werd aangehouden niet meer verdacht werd omdat hij tijdens de moord in Haarlem zou hebben vertoefd. Desondanks had het opsporingsteam al een man met diezelfde naam op 28 augustus 1999 in Istanbul aan laten houden. Dit bleek dus de eerste verkeerde verdachte, die op vingerafdrukken zou zijn uitgesloten. Pas op 9 oktober 1999 is de tweede – verkeerde – verdachte Ali Hussein Hassan ook in Istanbul aangehouden. Hieruit wordt al meteen duidelijk dat Justitie bereid was om in Turkije meerdere Ali Hassans aan te houden zonder zich er eerst van te vergewissen of het wel om de juiste Ali ging, de man die in het AZC Kollum had gezeten en volgens hun eigen Interpol opsporingssignalement een ‘klein, gedrongen postuur’ had. Dit signalement wordt beschreven in het krantenbericht van De Telegraaf van 11 augustus 1999.

Het is dus uiterst tegenstrijdig dat het OM in 2011 het publiek wil overtuigen dat Ali niet klein en dik was, terwijl men in 1999 toch echt op zoek was naar een Ali met een ‘klein, gedrongen postuur’. Merkt u ook op dat volgens het krantenbericht een ‘tweede Irakees als getuige wordt gezocht.’ Dus niet als medeverdachte van de moord, maar ‘slechts’ als getuige van de moord! Heeft u het ooit zo zout gegeten? De vraag rijst dan ook, hoe Justitie wist dat het om minstens twee ‘verdachten’ zou kunnen gaan. De moordenaar/verkrachter zelf en een ‘getuige’ die erbij was. Voor ingewijden is dit geen vraag, want die weten dat de politie al direct getipt is dat Faek en Ali de moordenaars waren. Dit wil Justitie u anno 2010 niet meer vertellen. Maar als er in 1999 uitgegaan wordt van minstens twee man, dan begrijpt u ook de farce dat verdachten werden uitgesloten op hun DNA. Want bij twee daders hoeft de verkrachter, die zijn sperma achterliet, niet de moordenaar te zijn die Marianne de keel heeft doorgesneden.

Maar is deze aangehouden Ali wel de verdachte die de recherche zoekt? In 1999, 2003 en 2010 duiken keer op keer berichten op die vermelden dat politie en Justitie de verkeerde persoon zouden hebben gearresteerd en de verdachte van de moord op Marianne dus hebben laten lopen.

  1. Bijna twaalf jaar na de moord op Marianne Vaatstra zetten politie- en Justitiemedewerkers zich nog altijd in om de dader op te sporen en de waarheid te achterhalen. Ook ieder verhaal over Ali is de afgelopen maanden opnieuw tegen het licht gehouden. Want wat is waar?

Met deze zinnen wil het OM de lezer doen geloven dat men oprecht en te goeder trouw de aantijgingen heeft willen onderzoeken dat de verkeerde Ali is aangehouden. Welnu, we zullen zien dat niets minder waar is.

Een beschrijving van de twijfels over de aanhouding van de juiste Ali en de resultaten van het onderzoek daarnaar. Conclusie: Er zijn geen aanwijzingen die erop duiden dat in 1999 de verkeerde Ali is aangehouden.

Hier ziet men reeds de hand van de copywriter die vanuit een goed reclamebureau ingehuurd zou kunnen zijn. Nog voordat de argumentatie ter overtuiging wordt aangevangen, wordt de lezer al voorbereid op de conclusie die getrokken moet worden.

Hoe Ali klein en dik werd

Het is Koninginnedag en feest in Kollum. Tussen half twaalf en twaalf uur ’s nachts verlaat een groepje asielzoekers het terrein van AZC De Poelpleats. De mannen gaan stappen in het dorp. Tegen vier uur ’s nachts komen de asielzoekers terug. Alleen Ali Hussein Hassan (26) is er niet bij, herinneren de twee bewakers zich de volgende dag. Hij is vertrokken.

Ook hier wordt weer geveinsd dat het om één verdwenen asielzoeker (Ali) gaat. Terwijl het toch echt om twee verdwenen asielzoekers ging. Een moordverdachte en een ‘getuige.’ Welnu, ik zal net als die copywriter, de conclusie alvast maar verklappen: De tweede verdwenen asielzoeker is niemand minder dan de eerder genoemde Faek Mustafa, de vriend van Ali H. Echter, deze is inderdaad wel teruggekeerd op het AZC, maar 2 dagen later, op maandag 3 mei 1999, stiekem door Justitie zelf weggesluisd. In navolging van zijn dikke, kleine vriend Ali Hassan. Want deze is reeds dezelfde zaterdag van de moord via het grenshospitium Amsterdam het land uit gesmokkeld naar Noorwegen. Omdat de stiekeme wegsluizing van twee moordverdachten natuurlijk een kolossaal ambtsmisdrijf is, moet er uiteraard ook gelogen worden, met name in dit rapport, om dit misdrijf onder de pet te houden. Justitie weet dus zelf als geen ander hoe de twee ‘voortvluchtige Irakese asielzoekers’ verdwenen zijn. Hopelijk begint u dan ook een beetje te begrijpen dat de hele trukendoos open moest om dit misdrijf 13 jaar onder de pet te houden? Tot en met de veroordeling van de eenzame blanke dader Jasper Steringa, van wiens ‘bekentenis’ niets klopt, maar desondanks niets liever wil dan zonder hoger beroep een zo lang mogelijke gevangenisstraf krijgen. Na 13 jaar zijn mond te hebben gehouden om diezelfde straf te ontlopen.

Als de beveiligers de volgende dag weer op hun werk verschijnen, horen zij dat Marianne Vaatstra (16) uit Zwaagwesteinde die nacht nog geen 2 kilometer verderop in een weiland is verkracht en vermoord. Van collega’s die dagdienst hebben, vernemen zij ook dat Ali Hussein Hassan die dag nog niet is gezien. Het personeel meldt dit bij de leiding van het asielzoekerscentrum. ‘Gelet op het tijdstip van verdwijnen. In deze nacht werd immers Marianne Vaatstra vermoord’, vertelt een van de beveiligers.

Na een uitzending van Opsporing Verzocht belt hij in juni 1999 de Friese recherche. ‘Op een zeker moment had ik de indruk dat onze informatie niet bij de politie kwam. Ik besloot toen dit voorval zelf te melden bij het onderzoeksteam’, verklaart de bewaker op dinsdag 6 juli 1999. Dat is voor de politie aanleiding om Ali Hussein Hassan op te sporen.

Dus in juni 1999, ruim een maand na de moord, komt Justitie pas tot de bezinning om Ali Hussein Hassan op te gaan sporen? Eenvoudig omdat slechts één beveiliger aandringt op de informatie dat Ali al een maand, exact sinds de dag van de moord, verdwenen is? Dus wij moeten geloven dat Justitie dit zelf nog niet wist? Wij moeten geloven dat niemand anders van het AZC, zoals bijvoorbeeld de directeuren Nettie Groeneveld en Louis Uijl, dit nog niet hadden gemeld? Wij moeten ook geloven dat Justitie zelf niet had gecheckt welke asielzoekers sinds de moord verdwenen waren? Ondanks dat de hele Kollumse gemeenschap schreeuwde dat de moord hoogstwaarschijnlijk door asielzoekers was begaan?

Luidruchtig

Rechercheurs horen verschillende asielzoekers en laten hen twee foto’s zien: de opsporingsfoto (pasfoto) van Ali Hussein Hassan en een groepsfoto waar hij ook op staat. In ieder geval acht van de gehoorde asielzoekers herkennen de man die op de foto’s staat als Ali Hussein Hassan.

Hier wordt de argeloze lezer bekogeld met een knalharde leugen dat de opsporingsfoto een ‘pasfoto’ is. Daarmee wil men ongetwijfeld de schijn wekken dat deze foto uit het AZC- of IND-dossier van Ali Hassan komt. Niets is minder waar, want de dossiers van Ali Hassan en Faek Mustafa zijn meteen na de moord verdonkeremaand. Justitie had tijdens de zogenaamde opsporing van Ali Hassan helemaal geen dossierfoto’s omdat die dossiers reeds vernietigd waren. De zogenaamde opsporingsfoto (volgens dit rapport een pasfoto) is niets minder dan een uitsnede van een groepsfoto die door één van de AZC-beveiligers (Jacob) in de kantine van het AZC is genomen. Dit is de originele kleurenfoto waar het om gaat. Let u rechts op de foto op de schouder en hand van andere personen. Het gaat dus om een groepsfoto, niets meer dan een sociaal kiekje tijdens een feestje in de bar van het AZC. Zeker geen officiële dossierfoto, laat staan een pasfoto. In feite is dit ook niet helemaal de originele foto, want de foto is door Justitie bewerkt en verticaal uitgerekt, om Ali’s dikke kop meer te laten lijken op de lange slanke Ali die in Istanbul werd gearresteerd. De originele foto is in 1999, niet door Justitie, maar door waarheidsstrijders aan Peter R. de Vries toegespeeld. Deze liet hem vervolgens in zijn Tv-programma zien aan het publiek. De zogenaamde opsporingsfoto waar Justitie mee werkte, is dus niets meer dan een kopie van het Tv-scherm van Peter R. de Vries. Hier is de zogenaamde Justitie opsporingsfoto van Ali. In de tekst eronder ziet men dat de foto ‘created’ is op 30 augustus 1999 en dat de ‘credit’ gegeven wordt aan omroep SBS6 (van Peter R. de Vries). Hieruit blijkt dat Justitie zelf geen foto van Ali had of deze in elk geval niet wilde publiceren. Want uiteraard had Justitie wel foto’s van Ali uit zijn dossiers, maar die dossiers zijn meteen na de moord, samen met Ali zelf, ‘zoekgemaakt’.

Mensen met een scherpe blik zien dat het SBS6 logo in de linkerbovenhoek door Justitie is ‘weggepoetst’. Bovendien is de originele kleurenfoto zwart/wit gemaakt en zijn de schouder en hand van andere personen weggesneden. Als klap op de vuurpijl zijn er lichtjes in Ali’s ogen (pupillen) aangebracht, alsof er flitslicht is gebruikt. Allemaal photoshop-werk om de foto meer op een ‘pasfoto’ uit een dossier te laten lijken, zodat u gelooft dat Justitie in dit rapport de waarheid vertelt.

‘Hij is ongeveer 30 jaar oud en weegt ongeveer 90 kilo. Hassan is een vrij lange vent van 1.80-1.90 meter. Hij draagt veelal een T-shirt, een spijkerbroek en een zwart leren jack met tailleband’, beschrijft een beveiliger hem, die Ali van de foto herkent. Volgens zijn collega draagt de gezochte asielzoeker halfhoge schoenen van bruin leer.

Er is geen enkele beveiliger of andere persoon die Ali kende, die Ali beschrijft als een ‘een vrij lange vent van 1.80-1.90 meter.’ Alle getuigen die Ali kenden (en dat zijn er tientallen) als de onafscheidelijke vriend van Faek Mustafa, beschrijven Ali als een vies, klein, onappetijtelijk, gedrongen mannetje van hooguit 1.65 meter. Precies zoals de zogenaamde ‘opsporingsfoto’ van Ali met zijn vlasbaardje en halve snor laat zien. Dit is weer een knalharde leugen van Justitie. Zwart op wit! Vandaar ook dat de zogenaamde getuige, die Ali van de foto herkent en hem beschrijft als een ‘vrij lange vent van 1.80-1.90 meter’ niet met name genoemd wordt. Als er immers een naam genoemd wordt, dan kan elke onderzoeker aan deze beveiliger vragen of het daadwerkelijk klopt wat het OM hier beweert, dat Ali een vrij lange vent van 1.80-1.90 meter was.

Ali heeft problemen met zijn hart. Hij meldt zich in 1998 en 1999 voor onderzoek bij het ziekenhuis in Dokkum. Een aantal asielzoekers en personeelsleden omschrijven hem als een drukke, luidruchtige, vriendelijke maar ook af en toe vervelende man. Sinds november 1998 verblijft de Irakese Koerd in het asielzoekerscentrum te Kollum. Ali wordt ook wel Turkman genoemd: hij is afkomstig uit de omgeving van de Noord-Irakese stad Kirkuk, waar veel Turkmenen wonen.

Weer een mooi verhaal dat we op de blauwe ogen van Justitie moeten geloven. Het staat echter op zeer gespannen voet met de verhalen van getuigen, dat Ali, met zijn hartprobleem, vrijwel altijd een trainingspak droeg, gespierd was, en vrijwel dagelijks in de fitnessruimte van het AZC te vinden was. Bovendien was hij ‘al jaren’ bewoner van het AZC en had eerst in Duitsland als asielzoeker gezeten. Hieronder volgt een citaat uit een proces verbaal (let wel: Justitie heeft dit proces verbaal dus in haar bezit) met één van de medewerkers (de sportbegeleider) van het AZC. Uit het proces verbaal: Ik herinner mij nog goed dat Faek nooit een wedstrijd miste, behalve op zaterdag, 1 mei 1999. Ik begreep wel dat Faek weg moest uit Kollum, want het AZC ‘stond in brand.’ Ik heb gezien dat Faek uitgeleide werd gedaan door Nettie Groeneveld, de directeur van het AZC en haar plaatsvervanger. In een krantenartikel loochende zij dit later. Dit stoorde mij omdat ik het zelf had gezien. Vraag: Kende u Ali Hussein Hassan? Antwoord: Ja, want ook hij sportte veel. Onder meer voetbal en volleybal. Daarnaast bezocht hij veelvuldig de fitness-room.

Dus de Ali, die volgens het OM problemen met zijn hart had en naar Friesland kwam voor een hartoperatie, sportte veel en bezocht veelvuldig de fitness-room? Tja, dan is het ook duidelijk waarom het OM dit proces verbaal niet publiek wilde maken. Wat niet in het proces verbaal staat is dat de medewerker ook is gevraagd of de Ali van de fitness-room dezelfde Ali is die gearresteerd werd in Istanbul. Het antwoord was uiteraard nee, maar omdat het antwoord niet strookt met de stelling van Justitie, is deze vraag, noch het antwoord vastgelegd.

Overigens is de plaatsvervangende directeur die in het proces verbaal wordt genoemd, de heer Louis Uijl. Deze heeft 11 jaar later in een opgenomen gesprek met Wim Dankbaar bevestigd dat Faek inderdaad op 3 mei uit het AZC is overgeplaatst in opdracht van de zogenaamde ‘driehoek’. De driehoek bestaat uit de burgemeester, de hoofdofficier en de korpschef. Dat is wellicht de reden dat de toenmalige burgemeester Visser een vuurrode kop krijgt als hij tegen de vader van Jasper Steringa zegt dat hij niets meer weet dan hij. Hij kan vader Steringa moeilijk vertellen over de uitzetting van Faek die hij mede goedgekeurd had, nog minder dat hij de speurhonden heeft laten terugtrekken toen deze in de richting van het AZC liepen, nog minder dat hij de badmeester heeft bedreigd om zijn mond te houden over het bebloede trainingsjack dat hij naast het AZC had gevonden en bij de politie had gebracht.

In het asielzoekerscentrum werpt Ali zich op als ‘aanvoerder’ van de jongere Turkmenen. Ook gaat hij om met Faek Mostafa (15) en zijn vader. Faek is in het onderzoek naar de moord op Marianne voor de politie al gauw een interessant persoon. Getuigen verklaren over een ruzie die hij en Marianne in februari 1999 hebben in de Ringo Bar in Veenklooster. Hij maakt volgens andere discotheekbezoekers een beweging naar Marianne alsof hij een keel doorsnijdt.

Hier is het OM dus zo stom om te bevestigen dat de zogenaamd gezochte hoofdverdachte Ali Hassan, een goede vriend was van Faek Mustafa. Waarom het rapport zijn naam verkeerd spelt als Mostafa, mag Joost weten, maar er wordt in elk geval beweerd dat Faek ‘al gauw een interessant persoon was.’ Dat zal best, want binnen 2 weken na de moord wist Justitie al het volgende:

  • Faek was de onafscheidelijke vriend van de zogenaamd ‘verdwenen’ hoofdverdachte Ali Hassan.
  • Faek had Marianne bedreigd in de Ringo Bar met een keeldoorsnijdend gebaar.
  • De recherche had een getuigenverklaring met concrete informatie dat Faek en Ali bij de moord betrokken waren.
  • De recherche had een aangifte tegen Faek wegens een telefonische doodsbedreiging: Als jij niet stopt met praten word jij ook vermoord!
  • Er was aangifte gedaan tegen Faek door zijn 14 jarige vriendinnetje Stephanie. Aangifte van verkrachting in dezelfde Koninginnenacht waarin Marianne werd verkracht en vermoord.
  • Een andere onafscheidelijke Irakese vriend van Faek, Rida Hashimi, was sinds 4 mei 1999 (dus 3 dagen na de moord) gedetineerd in Jeugdinrichting ‘Het Poortje’, waarvan plaatsvervangend hoofdofficier M. Severein, eindverantwoordelijk voor de Vaatstra-zaak, de bestuursvoorzitter was.
  • Faek en Rida waren woensdag, twee dagen voor de moord van school gestuurd wegens agressief en asociaal gedrag.
  • Justitie had de schooldirectie meegedeeld dat Faek en Rida niet op school zouden terugkeren. En een week na de moord waren zij ook al niet verschenen op hun nieuwe school.
  • De recherche had een getuigenverklaring van Geke H. dat Faek ruzie had met Spencer, waarbij deze laatste beloofd werd dat Faek die avond zijn ‘vriendin zou pakken’, en even later de ventielen uit de fietsen van Spencer en Wietze had getrokken in het bijzijn van zijn vriendinnetje Stephanie.
  • Dezelfde getuige verklaarde ook Marianne en Stephanie om half één ’s nachts bij de lekke fietsen te hebben zien staan, zonder dat Spencer en Wietze hierbij aanwezig waren.
  • Dezelfde getuige verklaarde ook gezien te hebben dat Spencer en Wietze door Spencer’s moeder rond half twee ’s nachts zijn opgehaald met de auto, vanaf de plek waar hun lekke fietsen stonden.

Resumerend: 1) Faek’s vriend Ali Hassan werd al in het weekend van de moord via het Grenshospitium naar Noorwegen uitgezet. 2) Faek’s vriend Rida werd op 4 mei 1999 in Het Poortje geparkeerd. 3) Faek zelf werd op 3 mei 1999 naar een ander AZC overgeplaatst. Over al deze bewezen feiten liegt Justitie tot vandaag de dag.

Uiteraard zal Justitie in dit rapport niet aan uw neus gaan hangen wat er toen al bekend was. Juist daarom is het aan anderen om te vertellen wat Justitie toen al wist en de leugens van dit monster bloot te leggen. Laten we die leugens nog eens illustreren aan de hand van de volgende twee krantenartikeltjes (met dank aan het online archief van de Leeuwarder Courant).

Merkt u allereerst op hoe Justitie zich alle moeite getroost om te zeggen dat Faek niets met de moord op Marianne Vaatstra te maken heeft. Ten tweede wordt angstvallig vermeden dat Faek een asielzoeker uit het AZC is. Ten derde wordt de leugen verspreid dat Stephanie haar aanklacht zou hebben ‘ingetrokken’. Als er niets aan de hand was, dan is het al vreemd dat Faek toch maar liefst vier dagen lang verhoord zou zijn. Wettelijk mag een verdachte niet eens langer dan 48 uur worden vastgehouden zonder goedkeuring van een rechter-commissaris. Zodra de vader van Stephanie over de intrekking van de aangifte in de krant leest, protesteert hij bij Justitie. Die moet de leugen dan in het tweede krantenbericht corrigeren. Maar de vraag is natuurlijk waarom Justitie aanvankelijk de leugen vertelt over het intrekken van Stephanie’s aangifte, terwijl men weet dat er niets ingetrokken is. Welnu, ik zal u de verklaring geven. Justitie kende alle hierboven opgesomde feiten, dus ook dat Stephanie een getuige was die Marianne voor het laatst levend had gezien bij de lekke fietsen. Men wist dus ook dat haar vriend Faek vrijwel zeker iets met de moord op Marianne te maken had.

Bovendien was Faek al in het weekend van de moord verhoord en stiekem op maandag 3 mei 1999 overgeplaatst naar een ander AZC. Men wist dus ook dat Stephanie een risico vormde als zij ooit nog eens de waarheid zou willen vertellen. Het is dus ook niet zo dat Stephanie uit zichzelf aangifte van verkrachting tegen Faek heeft gedaan. Nee, zij werd op 14 mei 1999 door de politie ontboden om naar het bureau te komen om gehoord te worden in de zaak Marianne Vaatstra! Het doel van dit verhoor was tweeledig. Allereerst moest Stephanie ingepeperd worden dat zij nooit de waarheid mocht vertellen. Ten tweede moest er achteraf een excuus worden verzonnen voor het feit dat Faek verhoord was en naar een ander AZC was overgeplaatst.

Dat excuus is de vermeende verkrachting van Stephanie geworden. Vandaar ook dat Stephanie’s vader niet bij het verhoor aanwezig mocht zijn. Deze verkrachting is dus volledig ingestoken door Justitie. Het was dan ook nooit de bedoeling om Faek daadwerkelijk te gaan vervolgen voor een verkrachting die helemaal niet gebeurd is. Vandaar ook dat Justitie meteen al meldt dat Stephanie haar verklaring weer heeft ‘ingetrokken’. Maar omdat de vader van Stephanie niet akkoord ging met die leugen, was Justitie gedwongen om de leugen te corrigeren.

Derhalve moest Justitie het toneelstukje afmaken door te melden dat het binnenkort beslist of Faek voor de kinderrechter moet komen. Uiteraard valt die beslissing negatief uit en de aanklacht wordt stilletjes geseponeerd door OvJ Stoffels ‘wegens gebrek aan bewijs’ maar bovendien met het argument dat Stephanie ‘rekening had moeten houden met de culturele achtergrond van de dader.’ Met andere woorden: Het was min of meer Stephanie’s eigen schuld. Terecht meldde Stephanie’s advocaat Hans Anker aan de vader van Stephanie: ‘Hier zakt mijn broek vanaf.’ Hans Anker wist natuurlijk ook niet dat de hele verkrachting verzonnen was. Bovendien mocht ook nooit bekend worden dat Faek dezelfde asielzoeker was die Marianne had bedreigd en een vriend was van de verdwenen Ali Hassan en de al even agressieve Rida Hashimi. Vandaar ook dat Justitie de ouders van Stephanie vroeg om te zwijgen over de zaak:

Op 15 juli ook kregen Bert en Jantina van Reemst te horen dat de zaak tegen een jonge Iraakse asielzoeker uit ‘De Poelpleats’ voor de verkrachting van hun veertienjarige dochter wegens gebrek aan bewijs was geseponeerd. Bert van Reemst: Daar is een verband tussen. Zijn vrouw Jantina: De officier van Justitie zei ons ‘het komt allemaal op het verkeerde moment.’

Aanvankelijk zweeg de familie Van Reemst, mede op verzoek van Justitie. Nu zegt Bert van Reemst: Wat er in Kollum is gebeurd, is het gevolg van die geheimzinnige toestanden. Er is nooit openheid geweest. Hoofdredacteur Anne de Jong van de Kollumer Courant beaamt dit. De mensen voelen zich belazerd door Justitie en de gemeente. Daarom ook reageerden ze zo emotioneel. De woede is niet zozeer tegen de asielzoekers gericht als wel tegen de overheid.

Beide krantenartikelen zijn volledige sprookjes.

Een vriendin van Marianne vertelt de politie twee dagen na de moord dat zij Faek op Koninginnedag in Kollum heeft zien lopen, samen met drie of vier andere asielzoekers. Een van hen kent zij niet. Zij omschrijft deze man als iemand van ongeveer 25 jaar, met een bierbuikje, getinte huid, een wit baseballpetje op, wit T-shirt, zwarte zonnebril en korter dan 1.75 meter. Faek wordt op 19 mei 1999 verhoord en staat wangslijm af om zijn dna te vergelijken met de sporen van de moordenaar. Dat komt niet overeen. Hij kan zich niet herinneren met wie hij precies op Koninginnedag in Kollum was.

De bovengenoemde vriendin van Marianne is Aafie Kloosterman, die hier op zeer doeltreffende wijze het signalement van Ali Hassan beschrijft. De rest van de leugens trekt een zware wissel op de goedgelovigheid van de lezer, die dit dan ook alleen maar kan slikken bij de gratie van de door het OM verzwegen informatie. Zo wil het OM nu doen geloven dat het verhoor van Faek in verband met de moord op Marianne was, terwijl men in 1999 nog bezwoer dat hij niets met de moord te maken had en hij verhoord was in verband met de vermeende verkrachting van Stephanie. Ook wil men doen geloven dat het feit dat zijn DNA niet overeenkomt, onomstotelijk betekent dat hij niets weet van de moord op Marianne. Iets wat natuurlijk kolder is, want het sperma kan even goed van één van zijn betrokken vrienden zijn, bijvoorbeeld van Ali Hassan, die al in het weekend van de moord stiekem was weggesluisd. Tot slot durft het OM op te schrijven dat Faek zich niet meer herinnert met wie hij precies op Koninginnedag in Kollum was. Dat is vreemd, want in 1999 weet het OM nog te vertellen dat Faek in elk geval met Stephanie in Kollum was, alwaar hij haar verkracht zou hebben zonder dat er volgens het OM sprake van geweld of dwang was.

De officier van Justitie laat in de zomer van 1999 een internationaal opsporing- en aanhoudingsverzoek uitgaan om Ali Hussein Hassan te arresteren. Hij merkt Ali aan als verdachte omdat de Koerd én in de nacht van de moord verdwenen zou zijn én omdat hij bevriend is met Faek, die Marianne eerder bedreigde.

Hier wordt het OM dus eindelijk gedwongen – anno 2011, door de publicaties van de ‘complotdenkers’ – om toe te geven dat het Faek was die Marianne had bedreigd, alsmede dat hij bevriend was met Ali (in werkelijkheid was het Ali die het snijgebaar naar Marianne maakte). Rida wordt uiteraard buiten beschouwing gelaten, want over Rida is ook in 1999 nooit gesproken. Wat niet weet wat niet deert. Maar waarom heeft men dit in 1999 niet willen vertellen? Waarom loog Justitie in 1999 dat Faek’s vermeende verkrachting van Stephanie los stond van Marianne en de verdwenen asielzoekers? Waarom verzweeg men dat Faek een asielzoeker was en noemde men hem ‘een minderjarige jongen uit dezelfde gemeente’, als ware hij een geboren en getogen Fries die bij Stephanie in de straat woonde? Stelt u zich even voor dat al deze kenmerken van Faek eerlijk openbaar waren gemaakt in 1999?

In oktober 1999 laat het OM in een tekst voor een persbijeenkomst het volgende weten:

Er waren aanwijzingen dat Marianne een aantal maanden geleden betrokken was bij een incident in de Ringo Bar. Een asielzoeker, die deel uitmaakte van een groepje asielzoekers, zou toen ‘keelsnijdende bewegingen’ hebben gemaakt. Het RBT heeft deze asielzoeker vrij snel kunnen achterhalen en, zoals al eerder vermeld, al in de maand mei kunnen uitsluiten.

Met de kennis van nu is dit dus een meervoudige leugen. Er wordt immers niet vermeld dat ook de (inmiddels geseponeerde) verkrachtingszaak van Stephanie tegen Faek speelde. In mei 1999 stelde het OM nog dat hij daarom was aangehouden en niks met de moord op Marianne te maken had. Drie maanden later, in oktober, doet het OM alsof het nu om iemand anders gaat, die niet wegens verkrachting was achterhaald, maar naar aanleiding van de bedreiging van Marianne. In 1999 mocht het publiek absoluut niet weten dat het om één en dezelfde Faek ging die verdacht werd van beide feiten. Laat staan dat het publiek mocht weten dat diezelfde Stephanie als laatste met Marianne gesignaleerd is bij de door Faek lekgemaakte fietsen van Spencer en Wietze.

Voor de duidelijkheid geef ik de waarheid nog even weer: Faek is inderdaad heel snel achterhaald en verhoord (en miste daardoor ook zijn voetbalwedstrijd op zaterdag 1 mei). Vervolgens is hij stiekem overgeplaatst op maandag 3 mei (nadat hij eerst nog getuige Isabella met de dood mocht bedreigen als zij niet zou stoppen hem aan te wijzen). Vervolgens is na twee weken zijn vriendinnetje Stephanie op het bureau ontboden, waar zij is bedreigd om de waarheid voor zich te houden en een verkrachting is verzonnen als achteraf excuus voor het eerdere verhoor van Faek en zijn overplaatsing.

In dezelfde tekst voor de pers beweert het OM: Ook andere leden van het groepje, rondom laatstgenoemde, zijn achterhaald. Ook dit is weer een leugen want tot dit groepje behoorde ook Ali Hassan. En die was immers ‘spoorloos verdwenen’. Dat deze Ali Hassan al in het weekend van de moord stiekem naar Noorwegen was uitgezet, wil het OM uiteraard niet erkennen. Want het is nu juist de bedoeling van dit rapport om dat naar het rijk der fabelen te verwijzen.

Noorwegen

Terwijl het rechercheteam bezig is de verblijfplaats van Ali Hussein Hassan te achterhalen, komt ook het verhaal van Gerrit Veldman uit IJmuiden bij de politie binnen. Veldman zit in verband met een drugszaak in de zomer van 1999 gedetineerd in een Noorse gevangenis, als hij daar een Irakese man ontmoet.

Deze Irakees spreekt Engels en een paar woorden Nederlands. Hij blijkt ook in Nederland te zijn geweest, vertelt Veldman. Als de Irakees merkt dat zijn medegevangene een Nederlander is, gedraagt de man zich terughoudender, ervaart Veldman. Wanneer hij ziet dat de korte, pafferige man in zijn agenda adressen uit Kollum heeft staan, krijgt Veldman ‘zomaar het idee’ dat deze medegedetineerde wel eens iets met de moord op Marianne Vaatstra te maken kan hebben.

Hier geeft het OM dus toe dat het verhaal van Gerrit Veldman al in de zomer van 1999 binnenkwam. Dus nog voordat er twee verkeerde Ali Hassans in Turkije werden aangehouden. Gerrit kreeg ‘zomaar het idee’ dat deze man iets met de moord te maken had. Zomaar? Of omdat hij in De Telegraaf had gelezen dat Justitie op zoek was naar een Irakese asielzoeker met een klein, gedrongen postuur die uit het AZC Kollum was verdwenen, precies zoals zijn medegevangene?

Wat het OM er niet bij vertelt, is dat het verhaal niet via Gerrit zelf binnenkwam, maar via De Telegraaf. Gerrit Veldman heeft namelijk nooit Justitie gebeld, maar alleen Dominique Weesie van De Telegraaf. Dominique Weesie beloofde Gerrit meteen het eerste vliegtuig naar Noorwegen te pakken, maar heeft dit uiteraard met zijn redactie moeten overleggen. Die hebben vervolgens de ‘scoop’ aan het OM voorgelegd. Nu moet u weten dat Justitie zelf Ali Hassan via het Grenshospitium (onderdeel van het COA) naar Noorwegen heeft uitgezet. Dan begrijpt u ook dat deze scoop koste wat kost niet door mocht gaan, dat het verhaal van Gerrit Veldman is stilgehouden en dat er tot vandaag over gelogen wordt. Als bonus begrijpt u ook dat het OM nauw samenwerkt met De Telegraaf voor wat betreft wat wel en niet gepubliceerd mag worden. Daarbij is het handig om te weten dat de toenmalige hoofdredacteur Kees Lunshof een relatie was van collega-homo Joris Demmink, die als toenmalig directeur-generaal Vreemdelingenzaken als geen ander de geheime wegsluizing van Ali en Faek kon regelen. Waarbij uiteraard ook de medewerking van de Friese hoofdofficier van Justitie vereist was. Een hoofdofficier die zelf stelt dat hij op de zaterdag van de moord, 1 mei 1999, ‘feitelijk gestopt’ is en niet meer verantwoordelijk was. Een hoofdofficier wiens carrière daarna een grote vlucht heeft genomen. Wie was dat ook al weer? Inderdaad, Harm Brouwer.

Harm Brouwer verspreekt zich en zegt dat de moord ‘in mijn tijd’ is gebeurd. In werkelijkheid was 12 mei zijn laatste werkdag als hoofdofficier. Was hij dan toch de hoofdofficier uit de ‘driehoek’ die volgens AZC directeur Louis Uijl de overplaatsing van Faek heeft gelast? Ook mooi toneelspel om bezorgdheid voor Micha Kat te veinzen. Maar het is natuurlijk wel fijn voor Harm dat ‘de rechter heeft gesproken’ en de uitspraak onherroepelijk is.

Dominique Weesie is dan ook niet komen opdagen in Noorwegen. Toen Gerrit hem na een paar dagen belde met de vraag: Waar blijf je nou? , antwoordde Dominique dat hij niet was gekomen omdat hij van het OM begrepen had dat de man niet de gezochte Ali was. Bovendien klopte zijn DNA niet, aldus Weesie. Blijkbaar had het OM dit al binnen enkele dagen kunnen checken, zonder Gerrit Veldman of de verdachte zelf te willen spreken. Overigens zit Dominique ook een beetje te liegen, want hij heeft later toegegeven dat hij wel degelijk met fotograaf Wim Hofland naar Noorwegen is gevlogen, echter zonder Gerrit te bezoeken. Gerrit’s medegevangene heeft hij niet voor de camera kunnen krijgen. Kennelijk is Dominique teruggefloten toen hij al in Noorwegen zat en heeft hij in opdracht van zijn werkgever een smoes aan Gerrit verteld. Hij was er dus geweest, maar hij vertelt Gerrit de leugen dat hij er niet is geweest.

Op 12 jan. 2012, om 16:44 heeft Wim Dankbaar het volgende geschreven:

Hoi Dominique,

Kunnen wij een afspraak maken? Ik zou graag uit jouw eigen mond vernemen hoe dat nu precies gegaan is tussen jou en Gerrit Veldman, die jou in augustus 1999 belde met de tip dat de vermoedelijke moordenaar van Marianne Vaatstra bij hem in de gevangenis in Noorwegen zat.

Kun jij het onderstaande bevestigen?

What you also need to know is that Veldman NEVER contacted the Dutch police in 1999. He called a reporter from our Dutch newspaper Telegraaf. The reporter was extremely interested and promised Veldman to take the next flight to Norway. But after a few days of not showing up, Veldman called him again, and the reporter told him that he had not come because the dutch police had told him: ‘His DNA does not match’. Through these facts alone, we know it is a lie, because the dutch police could NEVER have checked his DNA so quickly, and certainly not without being interested to talk to Veldman or the Iraqi prisoner themselves. 

Ik neem aan dat jij ook vindt dat de verkrachters/moordenaars van Marianne Vaatstra gepakt moeten worden? Graag zou ik hier met je over praten. Kun je me bellen? Of kunnen we anders een afspraak maken? 

Tot horens en met vriendelijke groet, 

Wim Dankbaar

De reactie van Dominique Weesie:

Hoi Wim,

Ik kan me deze zaak inderdaad herinneren. Ik ben toen zelfs met fotograaf Wim Hofland naar Kristiansand gereisd. Daar aangekomen bleek echter dat de persoon in kwestie ten tijden van de moord in Noorwegen was. Daarop zijn we onverrichterzake terug gereisd. Van een DNA-onderzoek was geen sprake. Dat is alles wat ik je er over kan vertellen.

Met vriendelijke groet, 

Dominique

Het OM vervolgt:

Kan de medegedetineerde van Veldman misschien de Ali zijn die zij zoeken, vragen de rechercheurs zich af? Via Interpol in Oslo wordt een en ander helder.

De asielzoeker is sinds 1998 in Noorwegen. Hij zou daar eerder meisjes hebben lastig gevallen en met een mes mensen hebben bedreigd. Op 19 mei 1999 is hij veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf – en vier maanden voorwaardelijk – voor mishandeling, bedreiging en vernieling. Op 2 augustus 1999 komt hij vrij op voorwaarde dat hij zich dagelijks bij de politie meldt. Dat doet hij trouw, aldus de Noorse autoriteiten.

Inmiddels, anno 2013, zijn de volgende elementen uit Gerrit’s verhaal glashelder geworden:

  • Er zit bij Gerrit Veldman in de gevangenis een korte gedrongen Irakees van ongeveer 26 jaar, precies volgens het opsporingssignalement van Justitie.
  • De man spreekt nauwelijks Nederlands en gebrekkig Engels, precies zoals andere getuigen die Ali uit Kollum kenden, ook zeggen.
  • De man is een asielzoeker.
  • Hij heeft in Nederland gewoond, blijkens zijn adressenboekje in de omgeving van Kollum.
  • Zijn voornaam is Ali.
  • Hij is blijkens zijn papieren rond 5 mei 1999 naar Noorwegen gekomen.
  • Hij wordt schuchter en ontwijkend wanneer hij beseft dat Veldman en Holleboom Nederlanders zijn en lastige vragen beginnen te stellen.
  • Later herkennen Veldman en zijn Rode Kruis consultant Anton Holleboom Ali van de opsporingsfoto. Met honderd procent zekerheid.

Hoe groot is nu de kans dan dat dit een andere Irakese asielzoeker is die sinds de moord uit het AZC Kollum is verdwenen? Je zou toch verwachten dat het OM meteen in het vliegtuig springt om zich ervan te vergewissen of dit al of niet de man is die zij zogenaamd zoeken? Precies zoals zij ook hebben gedaan om later in diezelfde maand augustus een verkeerde Ali Hassan in Turkije te arresteren, en weer een maand later de (volgens het OM) juiste Ali Hassan in Turkije te arresteren en zijn DNA af te nemen. Beide arrestaties zijn destijds breeduit in de de pers uitgemeten. Maar nee, in het geval van Gerrit Veldman wordt dit stilgehouden en wil het OM hem en de verdachte niet eens spreken of zien. Laat staan arresteren. In plaats daarvan moeten we geloven dat Interpol even geraadpleegd is, alsmede de al even anonieme ‘Noorse autoriteiten’. En die zouden ‘helder’ hebben gemaakt dat het niet om de gezochte Ali Hassan ging. Dit verhaal is echter op geen enkele manier te checken. We moeten eenvoudig maar aannemen dat het OM hier de waarheid vertelt. Iets wat natuurlijk al bijzonder veel gevraagd is, gezien de talloze bewezen leugens die we al eerder uit de koker van het OM hebben opgetekend.

Dat deed hij ook eerder in het asielzoekerscentrum van Lyngdal, kan de directeur aantonen. ‘Hij was iedere dag op het centrum, ook van 30 april op 1 mei 1999.’ Op 16 augustus 1999 laten de Noorse autoriteiten weten dat de man die naast Veldman in de cel zat, niet Ali Hussein Hassan is maar iemand anders. De Ali die verdween uit het Kollumer asielzoekerscentrum is niet in Noorwegen.

Het OM doet hier net alsof de directeur van Lyngdal al in 1999 is geraadpleegd. Niets is minder waar. De man is pas in 2009 benaderd, niet door Justitie, maar door verslaggeefster Rolien Creton van De Telegraaf. Dit naar aanleiding van de publicaties van de ‘complotdenkers’. Dit is bekend geworden omdat ‘complotdenker’ Wim Dankbaar zelf met de directeur heeft gebeld, tijdens welke gesprekken ook duidelijk werd dat de asielzoeker die bij hem in Lyngdal zat, een heel andere man was dan de Irakees die naast Gerrit Veldman in de cel zat. Deze Irakees had ook nooit aan Gerrit verteld dat hij eerder in het AZC Lyngdal had gezeten. Integendeel, hij had gezegd dat hij na zijn vrijlating in het asielzoekerscentrum Lyngdal zou worden gehuisvest. Als Justitie in 1999 nu maar Gerrit Veldman zelf had willen opzoeken, dan hadden ze dit ook geweten.

Turkije

Waar is hij dan wel? Op 28 augustus 1999 houdt de Turkse politie op verzoek van de Friese officier van Justitie in Istanbul een man aan. Hij heeft dezelfde naam als de gezochte Ali Hussein Hassan, maar uit onder meer een vergelijking van vingerafdrukken blijkt het toch iemand anders te zijn, constateert het rechercheteam. Het onderzoek gaat verder.

Hier geeft het OM toe dat men, kennelijk zonder gerede aanwijzingen, bereid was om een verkeerde Ali Hussein Hassan aan te houden. De enige aanwijzing was dat deze man ook Ali Hussein Hassan heette, iets wat in Turkije net zoiets is als Piet de Vries in Nederland. Let wel, dit gebeurt een maand nadat Justitie volgens eigen zeggen alle aanwijzingen over de Ali uit Noorwegen had binnengekregen. Maar die hoefden ze niet te spreken, laat staan aan te houden? Merkt u ook op dat deze eerste, verkeerde Ali, zou zijn uitgesloten middels vingerafdrukken. We moeten dus geloven dat er vingerafdrukken van de echte Ali waren. Maar zulke vingerafdrukken komen toch uit een dossier? Hoe kan het dan toch dat Justitie niet de beschikking had over (pas)foto’s uit dat dossier?

In een extra uitzending van SBS6 verschijnt maandag 30 augustus 1999 voor het eerst de pasfoto van ‘de Irakese asielzoeker’, die wordt verdacht van de moord op Marianne Vaatstra: de 26-jarige Ali Hussein Hassan. Ook de vriendin van Marianne ziet de opsporingsfoto. Vier maanden na de moord denkt zij dat het gezicht van Ali Hussein Hassan – die langer dan 1.80 meter is – van dezelfde persoon is die zij op Koninginnedag zag: de mollige, korte man met het bierbuikje en de getinte huidskleur die met zijn petje en zonnebril op samen met Faek door Kollum liep.

We hadden reeds eerder geconstateerd dat de opsporingsfoto geen pasfoto is. Hier liegt het OM dus vrolijk verder dat het om een pasfoto zou gaan. U moet namelijk geloven dat het om een pasfoto uit Ali’s AZC dossier gaat. Maar dat dossier was uiteraard direct, met de verdwijning van Ali zelf, ook zoekgemaakt. Wat dus ook weer de vraag oproept, uit welk dossier Ali’s vingerafdrukken dan kwamen? Tenzij die vingerafdrukken uit ‘de grote duim’ van Justitie kwamen. Als klap op de vuurpijl meldt Justitie dan ook nog even dat Aafie, de vriendin van Marianne, in de opsporingsfoto de korte, pafferige man herkent die zij op Koninginnedag met Faek in Kollum had zien lopen. Men haast zich echter te zeggen dat Ali Hassan langer dan 1.80 meter was, dus volgens het OM moet Aafie zich wel vergissen. Dat het OM in haar eigen opsporingsbericht de verdachte Ali omschreef als een ventje met ‘klein, gedrongen postuur’, wordt hier dan ook wijselijk weggelaten. De vraag is hoe het OM plotseling zo zeker weet dat Ali langer dan 1.80 meter was? Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met het feit dat de later aangehouden Ali uit Istanbul, de tweede verkeerde verdachte, langer dan 1.80 meter was. Want dit was eindelijk wel de juiste Ali die gezocht werd, zo wil het OM u nog steeds wijsmaken.

Maar was Ali tijdens Koninginnedag eigenlijk wel in Friesland? Een getuige vertelt de politie in oktober 1999 een ander verhaal dan dat van de beveiligers en de bewoners van het Kollumer asielzoekerscentrum. Deze getuige, een Irakese asielzoeker die in Haarlem woont, herkent Ali Hussein Hassan op 1 oktober 1999 van de foto die weer op televisie vertoond wordt. Diezelfde week vertelt hij de Friese politie zijn verhaal.

Eind april 1999 krijgt deze getuige een telefoontje van Ali. Het gaat niet zo goed met hem, in verband met zijn hartklachten. Bovendien verveelt Ali zich. Hij wil graag langskomen in Haarlem. Ali is welkom. Hij arriveert op donderdag 29 april 1999 op het station in Haarlem. Een treinreiziger die zich identificeert als Ali Hussein Hassan is volgens een brief van de NS diezelfde donderdag zonder geldig kaartje betrapt in de trein tussen Den Helder en Haarlem.

Een dag later, op Koninginnedag was Ali nog in Haarlem, herinnert de getuige zich een paar maanden later. ‘Wij zijn samen op de vrijmarkt geweest.’ Op zondag of maandag, dus na de moord op Marianne, vertrekt Ali weer met een strippenkaart en 50 gulden op zak die hij van de getuige krijgt. Ali vertelt hem nog dat hij naar zijn familie in Turkije wil.

Ook dit verhaal is op geen enkele manier te checken. We moeten maar aannemen dat de geheimzinnige getuige uit Haarlem inderdaad bestaat, evenals de conducteur die Ali wegens zwartrijden bekeurd zou hebben. Heeft deze geheimzinnige getuige ook bevestigd dat deze Ali uit het AZC Kollum kwam? Het verhaal ruikt al verdacht omdat de getuige er ook niet bij vertelt hoe Ali precies naar Turkije wilde vertrekken en waar hij precies naar toegegaan is om naar Turkije te reizen, kennelijk zonder enige reispapieren, want die lagen natuurlijk nog op het AZC. Ali was immers met de Noorderzon uit het AZC vertrokken, dus de AZC-directie kan onmogelijk zijn paspoort hebben meegegeven. Waarom Ali zonder papieren en opgaaf van reden stilletjes uit het AZC vertrokken zou zijn, wordt ook niet beantwoord.

Bovendien, hoe kan het niet zo goed gaan met Ali, in verband met zijn hartklachten, als deze Ali hier net een succesvolle hartoperatie had ondergaan? Als het verhaal al klopt, dan gaat het hier sowieso om een heel andere Ali. De juiste Ali was immers met een groepje asielzoekers vanuit het AZC de Koninginnenacht in Kollum ingegaan en de volgende dag niet teruggekeerd. Zo begon het OM rapport immers? Tot slot, als het OM er zo van overtuigd was dat de gezochte Ali op Koninginnedag in Haarlem was, waarom houdt men hem dan toch in Istanbul aan en zet hem twee weken vast? Het OM wist dan toch al dat deze Ali nooit de moord gepleegd kan hebben?

Trouwerij

Dezelfde getuige tipt de politie in oktober na wat telefoontjes met familie en kennissen in Turkije over de verblijfplaats van Ali. De broer van Ali trouwt zaterdag 9 oktober 1999 in Istanbul. Daar houdt de Turkse politie de gezochte verdachte aan. Zijn vingerafdrukken die de Turkse politie op 10 oktober 1999 afneemt, komen overeen met de afdrukken die de Vreemdelingendienst heeft vastgelegd toen Ali Hussein Hassan op 22 september 1998 Nederland binnenkwam.

Kijk eens aan! De vingerafdrukken van Ali komen dus uit zijn dossier van de Vreemdelingendienst! Wel heb ik ooit! Waarom is dan nooit de pasfoto uit dat dossier als opsporingsfoto gebruikt? In dit dossier zou ook staan dat Ali op 22 september 1998 naar Nederland kwam? Dat is kras, want al het AZC personeel beweert dat Ali en Faek al minstens 3 jaar op het AZC waren. Faek zat in Kollum op school en was al zo ingeburgerd dat hij Nederlandse vriendinnetjes had en elke week met het plaatselijke voetbalteam trainde en wedstrijden speelde, waarbij Ali altijd kwam kijken.

De officier van Justitie en enkele rechercheurs reizen af naar Turkije. De officier herkent Ali als de man die op de opsporingsfoto staat. In het bijzijn van de Nederlandse opsporingsambtenaren staat Ali Hussein Hassan wangslijm af. Uit een test blijkt dat zijn DNA niet overeenkomt met dat van de moordenaar van Marianne. Ali vertelt de officier van Justitie dat hij in het asielzoekerscentrum van Kollum had gewoond en ook laat hij weten dat hij eind april in Haarlem was. Daarna is hij vertrokken naar zijn familie in Turkije.

Tjonge jonge, de officier (wie was dat eigenlijk?) herkent Ali als de man die op de opsporingsfoto staat? Herkende hij dan ook meteen het ‘kleine, gedrongen postuur’ uit zijn eigen opsporingsbericht? Heeft ‘Istanbul Ali’ de anonieme officier ook verteld hoe hij precies, zonder paspoort, is vertrokken naar zijn familie in Turkije? Heeft Ali de officier ook verteld dat hij inderdaad een goede vriend van Faek Mustafa was? En de neef van Jano Hassan? Was Ali ook bekend met Faek’s vriend Rida Hashimi? Heeft Ali hem ook verteld dat hij ondanks zijn hartklachten vaak voetbalde en volleybalde en in de fitness-room zat? Had Ali al netjes zijn vlasbaardje en snor afgeschoren toen de officier hem herkende van de opsporingsfoto?

Na de arrestatie zoekt een verslaggever van SBS6 Ali Hussein Hassan op in Turkije. Netjes geschoren en zonder het baardje dat Ali op de opsporingsfoto nog had, vraagt hij zich voor de camera af aan wie hij de verdenking te danken heeft. Hij draagt bruine leren, halfhoge schoenen, zoals een getuige eerder vertelde. Ali zegt dat hij hartklachten heeft, wat ook blijkt uit zijn medisch dossier.

Ach kijk! Dus het vlasbaardje en snor zijn pas afgeschoren nadat de officier hem herkende van de opsporingsfoto? Speciaal voor de uitzending van SBS6? Dat Ali hartklachten had, dat wist het OM toch ook allang? Of had het OM zijn medisch dossier nog niet? Zou de officier ooit gevraagd hebben aan de Nederlandse artsen en het verplegend personeel, die deze Ali hier aan zijn hart geopereerd zouden hebben, of zij hem ook herkenden van de opsporingsfoto?

Na de uitzending ontstaat verwarring over de identiteit van Ali. Zo verklaart de vriendin van Marianne dat de man op de eerder getoonde pasfoto beslist niet dezelfde persoon is als degene die in de uitzending geïnterviewd wordt. Zij heeft de korte, mollige man in haar hoofd die zij op Koninginnedag met Faek door Kollum zag lopen. Of de man met de zonnebril en het petje op Ali heette, weet de getuige niet. ‘Ik kende die persoon helemaal niet.’

Nogmaals, de vriendin van Marianne is Aafie. En die kende Ali wel degelijk. Wie Faek kende, kende immers ook Ali, want die was daar altijd bij. Dit is dus wederom een keiharde leugen van het OM, zwart op wit. Ze hadden het natuurlijk ook aan Stephanie, het vriendinnetje van Faek, kunnen vragen. Een e-mailtje van Maaike aan ons is zeer verhelderend:

Citaat uit email van Maaike: Aafie en Stephanie hadden deze personen op Koninginnedag ’s middags in Kollum zien lopen, met onder anderen Faek en nog een paar anderen. Deze Faek verkracht dezelfde avond een meisje van 14 jaar. Dit gebeurde ca. 22.30 uur. Daarna was hij in de Paradiso Bar waar Marianne ook was. Dan wordt zogenaamd deze Ali Hassan in Turkije opgepakt. SB zendt daar beelden van uit. Aafie en Stephanie zeggen resoluut: ‘Dat is hem helemaal niet. Dat willen we wel getuigen.’ Ik vraag dit twee keer nadrukkelijk bij het O.M., maar krijg geen antwoord op mijn vraag.

Als Stephanie destijds nog wilde getuigen dat het OM de verkeerde Ali heeft gearresteerd, zou dat dan ook de reden zijn dat zij haar vermeende smaadaangifte tegen Wim Dankbaar heeft ‘ingetrokken’? Die vraag had Wim immers aan Stephanie kunnen stellen in de rechtszaal, met alle publiek en pers erbij.

Het intrekken van aangiftes op voorspraak van het OM, wordt blijkbaar een gewoonte voor Stephanie. Zij had toch ook al de aangifte van verkrachting tegen Faek ingetrokken?

Twijfels

Het rechercheteam dat in 2003 aan de zaak werkt, stelt naar aanleiding van de bij het publiek gerezen twijfels opnieuw een onderzoek in naar de identiteit van Ali. De vingerafdrukken van de in oktober 1999 aangehouden man komen volgens de Turkse rechercheurs overeen met die uit het asieldossier van Ali Hussein Hassan.

Bij de afname in Turkije was geen Nederlandse politiemedewerker aanwezig. Om helemaal zeker van de zaak te zijn, doet het Openbaar Ministerie in 2003 alsnog een rechtshulpverzoek. Justitie haalt de in 1999 afgenomen vingerafdrukken vanuit Turkije naar Nederland om ze nog eens te vergelijken met de vingerafdrukken uit het systeem van de Vreemdelingendienst. Ze komen inderdaad overeen. 

Och ja, laten we de vingerafdrukken uit Ali’s asieldossier er nog maar een keer bij halen. En vooral de pasfoto uit dat dossier niet gebruiken. 

Ook schakelt de Friese politie het Nederlands Forensisch Instituut in. De onderzoekers vergelijken de televisiebeelden van oktober 1999 met de opsporingsfoto’s van Ali Hussein Hassan die de recherche in augustus 1999 naar buiten heeft gebracht. De vergelijking laat onder meer gedetailleerde overeenkomsten zien in een plooitje tussen de wenkbrauwen en een licht vlekje links op de kin.

De onderzoekers van het NFI komen tot de volgende wetenschappelijk verwoorde conclusie: De bevindingen geven zeer veel steun aan de hypothese dat de persoon op de televisiebeelden dezelfde is als de man op de opsporingsfoto’s die het rechercheteam gebruikte. De resultaten geven geen steun aan de hypothese dat het verschillende personen zijn, aldus de conclusie van het NFI.

Tja, het NFI is altijd bereid om de gevraagde conclusies van het OM te ondersteunen. Het NFI valt dan ook onder rechtstreeks gezag van het OM. Overigens valt op dat het rapport hier opeens spreekt van ‘de opsporingsfoto’s van Ali Hussein Hassan.’ Meervoud? Is er dan meer dan één opsporingsfoto? Die zou het publiek dan ook weleens willen zien, denk ik. Dit moet toch geen probleem zijn als deze de stelling van het OM onderschrijven dat de juiste Ali is gearresteerd? Want aan de hand van de vage, enige bekende zwart/wit foto, is überhaupt geen plooitje tussen de ogen of vlekje op de kin te zien. De lange haviksneus en de oogwal-lijn onder de ogen van de gearresteerde Ali zijn totaal afwezig bij de echte Ali.

Minder wetenschappelijk gezegd: de man op de getoonde opsporingsfoto is hoogstwaarschijnlijk dezelfde persoon als de man uit de uitzending van SBS6 in oktober 1999. De vriendin van Marianne moet zich wel vergissen en sinds 1999 het hoofd van de verdachte abusievelijk op een verkeerd persoon hebben ‘geplakt.’ Ali Hassan Hussein, die langer en slanker is, ondergaat zo een gedaanteverwisseling en wordt voor steeds meer mensen klein en dik.

Tuurlijk, het verhaal zwetst maar door. Maar waarom had de hoofdverdachte Ali in 1999 dan toch ook voor Justitie een ‘klein, gedrongen postuur’? En waarom wordt hier alleen maar met de vermeende ‘vergissing’ van Aafie gewerkt, terwijl er tientallen andere getuigen zijn die Ali en Faek veel beter kenden? Zoals bijvoorbeeld Jano Hassan, die in Groningen woont.

Een Vandaag

Dat is hij in ieder geval ook voor de geïnterviewden in Een Vandaag. De moord op Marianne is onderwerp in drie uitzendingen van het actualiteitenprogramma op vrijdag 5 maart, zaterdag 6 maart en maandag 8 maart 2010. Ene Rob zegt namens vier beveiligers dat de in oktober 1999 door SBS6 op televisie getoonde Ali Hussein Hassan niet de Ali was die de beveiligers van het AZC destijds bedoelden. ‘Dit is niet de Hassan Hussein die wij kennen’, zegt hij gekleed in beveiligersuniform, met onherkenbaar gemaakt gezicht en verdraaide stem. De gezochte Ali, die volgens ‘Rob’ kleiner en dikker is, heeft de politie volgens hem laten lopen.

In de uitzendingen van Een Vandaag komen enkele stellingen naar voren:

  • Ali Hussein Hassan is op Koninginnedag gezien in Kollum.
  • Ali Hussein Hassan is klein en dik.
  • Ali Hussein Hassan was betrokken bij de bedreiging van Marianne in de Ringo Bar, een paar weken voor haar dood.
  • Ali Hussein Hassan was de kleine, gedrongen man die in 1999 naast Veldman in de cel zat in Noorwegen.
  • Wie is deze anonieme Rob? En wie zijn de andere beveiligers namens wie hij zegt te spreken? Wat zijn de andere bronnen van Een Vandaag? Wat beweren zij en is die informatie juist?

Hier laat de volksverlakkerij van het OM zich nog wel het meest in de kaart kijken. De lezer moet geloven dat ‘Rob’ en de andere bronnen anoniem zijn voor Justitie en voor het eerst spreken in de uitzendingen van Een Vandaag. Niets is minder waar. Het OM weet als geen ander dat ‘Rob’ de tweelingbroer is van één van de andere beveiligers namens wie hij spreekt. Het OM weet ook dat al deze mensen Ali Hassan zeer goed kenden en al direct in 1999 precies dezelfde verklaringen bij Justitie hebben afgelegd. Het OM weet ook dat al deze verklaringen bewust en moedwillig zijn onthouden aan het publiek. Het OM weet ook dat veel van deze plichtsgetrouwe burgers nog steeds een baan bij Justitie hebben, desondanks de smoor in hebben dat Justitie hun verklaringen negeerde en verzweeg, maar dus ook enigszins huiverig zijn voor een slecht functioneringsgesprek waardoor ze zo maar op straat kunnen staan. Om nu net te doen alsof deze getuigen niet bij Justitie bekend zijn, en daarbij misbruik te maken van het feit dat ze hun identiteit niet publiek maken, is ronduit misselijk en geheel in lijn met de strekking van dit rapport.

Om te kijken of de uitspraken uit de actualiteitenrubriek kunnen kloppen, voert de Friese politie in 2010 opnieuw onderzoek uit. Allereerst zoekt zij in het uitgebreide (digitale) archief van het moordonderzoek. Ook benaderen de rechercheurs opnieuw alle mensen die in 1999 een verklaring hebben afgelegd over het vertrek van Ali Hussein Hassan uit Kollum. Verder spreken ze opnieuw met personen die in 1999 een verklaring aflegden over de bedreiging van Marianne in de Ringo Bar.

De rechercheurs praten bovendien met de mensen die geïnterviewd óf kennelijk geciteerd zijn door Een Vandaag. Daarnaast is via het Internationaal Rechtshulp Centrum contact gelegd met de Noorse autoriteiten om opnieuw informatie in te winnen over de medegedetineerde van getuige Veldman.

Nu we weten dat de uitspraken en identiteit van de getuigen uit Een Vandaag al van het begin af aan bekend zijn bij Justitie, is het potsierlijk dat het OM nu pas, 12 jaar later, wil gaan kijken of hun uitspraken kunnen kloppen. Het is niet meer dan een lippendienst om te veinzen dat men nog eens goed de feiten wil onderzoeken, naar aanleiding van de vervelende publicaties van de ‘complotdenkers.’ De feiten die Justitie zelf krampachtig onder het tapijt heeft willen houden. Bovendien verraadt het OM zichzelf door te stellen dat men nog eens is gaan praten met de mensen die geciteerd zijn door Een Vandaag. Dus zo anoniem waren ze kennelijk niet. Dat praten met die mensen is dan ook inderdaad gebeurd, maar het doel van dit rapport is natuurlijk niet om hen alsnog gelijk te geven. Nee, want u moet inmiddels allang door hebben dat het doel van dit rapport is om u te overtuigen dat al die getuigen zich vergissen en dat het OM geen verkeerde Ali heeft gearresteerd. Want als het OM daar niet in slaagt, dan zou de onvermijdelijke vraag worden: Wat is er dan met de juiste Ali gebeurd? U begrijpt dat als de juiste Ali door Justitie zelf naar Noorwegen is gesluisd, dit nooit bekend mag worden. Dan stort immers het hele sprookje van integriteit en vertrouwen in de rechtsstaat met donderend geraas in elkaar.

Beveiligers

Na de uitzending van Een Vandaag zoeken politiemensen contact met de anonieme beveiliger ‘Rob.’ Hij komt samen met twee anderen naar het politiebureau. De mannen weigeren afzonderlijk van elkaar een verklaring af te leggen. Vier uur lang praten de rechercheurs met het drietal.

‘Rob’, de man die op televisie onherkenbaar in beeld is gebracht, heeft zelf nooit als beveiliger van het asielzoekerscentrum in Kollum gewerkt maar zegt dat hij Ali kent van het voetballen. De twee anderen werkten in 1999 wel als bewaker bij het asielzoekerscentrum. De mannen spraken niet eerder met de politie, blijkt uit het dossier. Zij zeggen dat zij zich wel hebben gemeld maar dat zij niet serieus genomen werden. Op verzoek van twee vrouwen uit Noordoost-Friesland, die zich op eigen initiatief met de zaak bezighouden, heeft het drietal hun medewerking aan de uitzending van Een Vandaag verleend.

‘Rob’ (ware identiteit bij Justitie bekend) heeft ook nooit gezegd dat hij als beveiliger heeft gewerkt. En als het OM direct contact kan zoeken met ‘Rob’, dan blijkt wederom dat hij helemaal niet anoniem is. Waarom dan toch aan de lezer vragen: Wie is deze anonieme Rob? En namens wie spreekt hij?

 De mannen weigeren afzonderlijk een verklaring af te geven omdat ze Justitie in deze zaak al wat langer kennen. Allereerst is er dan geen onafhankelijke getuige bij en ten tweede kan Justitie proberen getuigen tegen elkaar uit te spelen met leugens als ‘de andere getuige heeft dit gezegd, dus wat jij zegt klopt daar niet mee.’ Dat de mannen nooit eerder met de politie hebben gesproken mag best uit het dossier blijken, maar dit zal dan wel net zo’n dossier zijn als van Ali Hassan. Zo’n dossier dat verdwenen of gemanipuleerd is. Zo’n dossier waar geen pasfoto uitgelicht kon worden.

De rechercheurs laten hen, dan zitten de mannen afzonderlijk van elkaar, foto’s zien van asielzoekers en een plattegrond van het asielzoekerscentrum. Alle drie de getuigen herkennen Ali Hussein Hassan van de groepsfoto die zij te zien krijgen. Op de andere foto’s herkennen zij hem juist niet.

De bewoordingen zijn weer sluw en zorgvuldig gekozen door de storytellers van het OM. Want als je er niet bij vertelt dat je foto’s laat zien van de verkeerde Ali Hassan die gearresteerd werd in Turkije, dan is het logisch dat ze hem juist niet herkennen. Het OM maakt hier gebruik van het sprookje dat de gearresteerde man dezelfde man is als de Ali die de beveiligers uit het AZC kenden als de vriend van Faek. Vandaar dat zij op de foto’s van de juiste Ali, hem herkennen, en op de foto’s van de verkeerde Ali juist niet. Merkt u ook op dat er een groepsfoto bestaat waarop de juiste Ali Hassan wordt herkend? Waarom heeft het OM die nooit willen laten zien aan het publiek? Omdat dan duidelijk wordt dat inderdaad een verkeerde Ali is gearresteerd.

Een van hen markeert een verkeerde caravan als woning van Ali Hussein Hassan. In de betreffende caravan Nood 1 woonde in 1999 een kleinere, steviger asielzoeker die deels dezelfde achternaam heeft als die van de gezochte Ali. Deze man is in 1999 opgeroepen voor een DNA-test waaruit blijkt dat zijn genetisch materiaal niet overeenkomt met de sporen van Marianne’s moordenaar.

Het klopt inderdaad dat één van hen de verkeerde caravan heeft aangewezen. Maar wat het OM verzwijgt, is dat dit kwam omdat de plattegrond ondersteboven lag. De anderen maakten hem hierop attent, de kaart werd omgedraaid en toen wees hij wel de juiste caravan aan. Zij noemden zelfs het nummer van de caravan (59) en de huisgenoot met wie Ali in de caravan woonde (Zaya Benjamin). Dat de aangewezen caravan Nood 1 zou zijn, is weer een sprookje, niets meer dan een afleidingsmanoeuvre om de getuigen ongeloofwaardig te maken.

Ook de twee andere personeelsleden namens wie ‘Rob’ zegt te spreken, praten in april 2010 met de politie. Zij zeggen dat zij in de winter van 2010 benaderd zijn door een oud-collega maar dat zij niet wilden meewerken aan de uitzending van Een Vandaag. Deze mannen gaan er – in tegenstelling tot hun collega’s – vanuit dat de juiste Ali is aangehouden. Dat de aangewezen caravan Nood 1 zou zijn.

Nogmaals: Er is geen personeelslid van het AZC die bevestigt dat de juiste Ali in Istanbul is aangehouden. Deze leugen kan alleen maar in stand worden gehouden door de namen van deze personen niet te noemen. Vraagt u zich ook eens af waarom de politie dit nooit aan de AZC-directie heeft willen vragen, zoals Nettie Groeneveld en Louis Uijl. Zou men daarvan ook durven opschrijven dat zij menen dat de juiste Ali is aangehouden? Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor talloze anderen die Ali kenden, zoals Faek Mustafa, Rida Hashimi, Aranka (die Ali en Faek Nederlands leerde), Aranka’s vader (die Faek en Ali regelmatig met zijn taxi vervoerde), Isabella (die na de moord door Faek met de dood werd bedreigd), Spencer Sletering, Stephanie (die in 1999 nog wel wilde getuigen), Jano Hassan (een vriend van Ali) of Zaya Benjamin (de caravangenoot van Ali). Wat dacht u van de leden uit Faek’s voetbalteam? Zou men daarvan ook durven opschrijven dat zij menen dat de juiste Ali is aangehouden?

Het team spreekt in 2010 daarnaast nog eens met de personeelsleden van het asielzoekerscentrum die in 1999 de vermissing van Ali Hussein Hassan hebben geconstateerd en bij de politie hebben gemeld. Zij verklaren opnieuw dat de Ali Hussein Hassan, die zij in oktober 1999 op SBS6 hadden gezien, dezelfde persoon is die rond de moord op Marianne verdween uit het asielzoekerscentrum. Net als in 1999 wijzen zij Ali Hussein Hassan aan op de verschillende foto’s die de politie hen voorlegt.

In theorie is het mogelijk dat Justitie één of twee mensen zodanig onder druk heeft gezet dat zij een valse verklaring hebben willen afleggen. Maar ook dan zal Justitie geen namen willen noemen, omdat deze mensen dan meteen te boek zouden staan als leugenaars en laffe collaborateurs bij hun collega’s.

In de uitzending wordt gezegd dat ook andere personeelsleden van het asielzoekerscentrum beweren dat de politie de verkeerde persoon heeft gearresteerd. Uit het archiefonderzoek blijkt dat in 2003 twee medewerkers van de opvang bij de politie verklaren dat de man die in 1999 bij SBS6 in beeld kwam, nooit bij hen op het asielzoekerscentrum had gewoond.

Ook deze twee medewerkers krijgen in 2010 opnieuw bezoek van de politie. Zij hebben nog altijd de overtuiging dat de aangehouden man nooit op het asielzoekerscentrum heeft verbleven. De man die zij voor ogen hebben, was klein en gedrongen.

Eindelijk eens een bewering die enigszins waar is. De juiste Ali Hassan was namelijk klein en gedrongen. Het enige wat niet waar is dat slechts twee mensen dit in 2003 hebben gemeld. Het waren er minstens 10 die dat in 1999 aan de politie duidelijk te verstaan hadden gegeven.

De twee spreken in hun verklaringen niet over Ali Hussein Hassan maar over Ali Hassan en Hassan. Niet uitgesloten kan worden dat zij de persoon van Ali Hussein Hassan die in caravan 59 verbleef, verwisselen voor die van de bewoner van caravan Nood 1. Zijn achternaam is Hassan en wordt net als de gezochte Ali ook ‘Turkman’ genoemd.

Allemachtig, het OM geeft dus toe dat de juiste Ali in caravan 59 woonde. Zou de gepakte Ali uit Turkije dit ook hebben bevestigd aan het OM? Dat hij in caravan 59 woonde? Zou hij tevens hebben bevestigd dat Zaya Benjamin zijn caravangenoot was? Voorts lezen we dat het niet uitgesloten kan worden dat deze twee getuigen in de war zijn met de bewoner van caravan Nood 1? Waarom kan dat niet uitgesloten worden? Hebben de twee getuigen soms toegegeven dat ze in war kunnen zijn? Of is dit zuiver een speculatie van het OM? De vraag is retorisch bedoeld.

Kollum

Via de voice-over krijgt de kijker van Een Vandaag te horen dat Ali Hussein Hassan volgens de vriendin van Marianne op Koninginnedag gezien is in Kollum. De politie zoekt in 2010 ook haar op. De vriendin van Marianne vertelt dat zij drie keer is benaderd om mee te werken aan de actualiteitenrubriek en dit ook drie keer heeft geweigerd. ‘Ik zou graag willen dat er wat rust kwam. Ik probeer telkens de moord op Marianne een plek te geven.’

Zij herkent enkele citaten die het programma in beeld brengt wel als haar eigen opmerkingen. ‘Ik heb gezegd wat ik in het verleden ook heb gezegd en daar blijf ik dus bij.’ Marianne’s vriendin zegt opnieuw dat de man op de pasfoto (de opsporingsfoto van Ali Hussein Hassan) dezelfde persoon is als de man die zij op Koninginnedag in het centrum van Kollum zag: een getinte, kleine, gedrongen man met een bierbuikje, een petje op zijn hoofd en een zonnebril op.

Aafie houdt dus vol dat het OM de verkeerde Ali heeft gepakt en de juiste Ali heeft laten lopen. Chapeau! Wat wel fijn is voor Aafie is dat ze nu eindelijk rust heeft en de moord op Marianne een plekje kan geven. Want het recht is geschied en de eenzame moordenaar die haar beste vriendin dubbel verkrachtte, is eindelijk gepakt. Nietwaar?

Ringo Bar

Ook stelt de politie Marianne’s vriendin opnieuw vragen over de bedreiging in de Ringo Bar in Veenklooster. Een paar maanden voor haar dood heeft Marianne bij de garderobe van de discotheek een woordenwisseling met twee asielzoekers, zien drie getuigen. Die verklaren dat beide asielzoekers minimaal 1.80 meter lang waren.

Let op hoe zorgvuldig vermeden wordt dat Faek bij deze ‘woordenwisseling’ een keeldoorsnijdend gebaar maakte. Het klopt wel dat er sprake was van minimaal twee asielzoekers van een normale lengte. Maar kleine dikke Ali was hier ook bij. Sterker nog, we weten inmiddels van getuigen dat het Ali was die het keeldoorsnijdende gebaar maakte. Het OM heeft dit gebaar bewust aan Faek toegeschreven, want een hoofdverdachte die Marianne ook nog beloofd had haar de keel af te snijden, wordt wel heel verdacht.

Het lijkt er dus op dat het OM slechts (wederom anonieme) getuigen heeft willen bevragen die het voorval niet hebben meegemaakt en blijkbaar ook niet Faek en Ali kenden. Het is in elk geval duidelijk dat de politie Marianne’s vriend Spencer, die Faek en Ali wél kende en hier ook bij was, niet heeft willen uitnodigen.

Datzelfde geldt voor Spencer’s vriend Gerrit, die Ali bij dit incident nog een klap heeft verkocht. Wellicht wil de politie Gerrit niet spreken omdat Gerrit ook kan verklaren dat Spencer hem de ochtend na de moord toevertrouwde dat hij de vorige avond ruzie had gemaakt met Marianne? Gek eigenlijk dat Spencer de enige is die nooit heeft gezegd dat het OM de verkeerde Ali te pakken had.

Marianne’s vriendin verklaart in 2010, net als in 1999, dat de man die zij op Koninginnedag bij Faek zag, die bewuste avond niet in de Ringo Bar was. Volgens het onderzoek van Een Vandaag was Ali Hussein Hassan daar juist wel bij. Hoe kan dat?

Ja, hoe kan dat? Omdat het OM weer eens liegt, want Aafie heeft helemaal niet verklaard dat Ali niet in de Ringo Bar was. Maar goed, Aafie verklaart in elk geval dat Faek erbij was, en dat hij het was die Marianne beloofde haar de keel door te snijden. Een betere vraag zou dus zijn: Waarom heeft Justitie dit in 1999 verzwegen en waarom is juist Faek direct na de moord stiekem uit het AZC verwijderd?

Ook uitsmijter Bertus van de Ringo Bar doet zijn verhaal in de uitzending van Een Vandaag. In 1999 verklaart hij bij de politie nog dat hij geen signalement van de dreigende asielzoekers kan geven omdat hij niet heeft gezien wat er is gebeurd. Hij heeft alleen anderen over het voorval horen praten, staat in het proces verbaal uit 1999.

Dat is vreemd! Ondanks dat het OM andere getuigen van de ruzie benaderd zou hebben, wil men niet eens met Bertus spreken? De enige getuige van de ruzie die juist in de gewraakte uitzending zijn verhaal doet? Bertus, die zegt dat Ali wel bij de ruzie aanwezig was en de jongens zelf buiten de deur heeft gezet? Nee, men vertrouwt liever op het eigen proces verbaal uit 1999 waarin zou staan, zo moeten we althans geloven, dat hij geen signalement kan geven, ondanks dat hij zelf de jongens de tent uit heeft gezet. Het zou aardig zijn als het OM dat proces verbaal kon produceren.

Tijdens de uitzending van Een Vandaag in 2010 weet Bertus meer. Hij weet zich elf jaar na het incident te herinneren dat de asielzoekers die Marianne in de Ringo Bar bedreigden tussen de 1.50 en 1.60 meter lang waren en een beetje pafferig. Hij heeft na het incident de twee jongens ‘als washandjes hangend aan de lijn’ opgepakt en de discotheek uitgezet, vertelt hij de verslaggevers.

Goh, dus volgens het OM zit Bertus glashard te liegen in Een Vandaag en hangt hij een verhaal op dat hij volledig verzint. Eenvoudig omdat het niet strookt met het proces verbaal uit 1999, waar het OM zelf de bron van is. Maar de politie benadert Bertus niet voor wederhoor op deze stelling?

Een van de ruziënde asielzoekers was Faek Mostafa. Hij vertelt de politie tijdens een verhoor in mei 1999 dat hij niet met Ali Hussein Hassan maar samen met een vriend uit Leeuwarden in de Ringo Bar was. Die vriend voldoet aan het signalement dat de drie getuigen de politie hebben gegeven. Faek’s vriend zat tijdens de moord op Marianne achter de tralies en is uitgesloten als dader.

En dan liegt Faek maar half, want behalve met Ali was hij ook bevriend met Rida Hashimi, zijn tweede onafscheidelijke vriend en tevens klasgenoot, met wie hij twee dagen voor de moord van school was gestuurd. Rida woonde inderdaad in Leeuwarden. Wat echter niet klopt is dat Rida tijdens de moord achter de tralies zat. Want hij zat pas sinds 4 mei 1999 gedetineerd in Het Poortje waarvan hoofdofficier Severein, die haastig Harm Brouwer had vervangen, althans voor het publiek, de bestuursvoorzitter was. De datum van 4 mei is zowel aan de schooldirectie als aan Bauke Vaatstra bevestigd. Zoals we weten was de moord op 1 mei. U mag natuurlijk niet weten dat het OM stiekem een Irakese asielzoeker buiten bereik van het onderzoek heeft gebracht. Laat staan dat het er drie waren, die ook nog eens onafscheidelijk met elkaar bevriend waren. Vandaar ook dat het OM consistent weigert om hier vragen over te beantwoorden.

Maar het valt nog mee dat het OM niet meer durft op te schrijven dat het niet Faek was die Marianne bedreigde, maar andersom, zoals minister Hirsch Ballin dat nog wel schreef in antwoord op Kamervragen: ‘F.M. is enkele maanden voor de dood van Marianne betrokken geweest bij een ruzie met (vrienden van) Marianne in een horecagelegenheid. F.M. is daarover gehoord en zei dat juist hij en zijn vriend werden bedreigd en niet andersom.’ Deze minister liegt niet alleen maar komt ook nog eens van een geheel andere planeet. Marianne bedreigde Faek… Dit allemaal nog los van het feit dat is vast komen te staan dat niet Faek maar Ali Marianne met een keeldoorsnijdend gebaar had bedreigd.

Veldman

Ook getuige Veldman die in 1999 vast zat in Noorwegen komt in de uitzending van Een Vandaag aan bod. Hij heeft nog altijd het idee dat zijn medegedetineerde betrokken geweest zou kunnen zijn bij de moord op Marianne Vaatstra. De politie vraagt via het Internationaal Rechtshulp Centrum weer informatie in Oslo. De antwoorden zijn hetzelfde als in 1999: de gedrongen man die naast Veldman in de gevangenis verbleef, is niet Ali Hussein Hassan maar was een andere asielzoeker.

Fijn om te weten dat het OM na 11 jaar wel bereid is om Gerrit Veldman te benaderen. De vraag is waarom ze dit in 1999 niet wilden doen, toen ze de eerste waardevolle tip binnenkregen omtrent de door hen ‘gezochte’ Ali Hassan.

Uit de Noorse DNA-databank blijkt in 2010 bovendien dat het DNA-profiel van de man niet overeenkomt met dat van de moordenaar van Marianne.

Aha! Dus in 2010 is men wel bereid om een in samenwerking met de ‘Noorse autoriteiten’ een DNA-check te doen? Maar dat was in 1999 toch ook al gedaan volgens Dominique Weesie van De Telegraaf? Enfin, in elk geval was de gedrongen, Irakese, asielzoekende medegevangene van Veldman, die volgens het OM ook Ali heette, een zodanige crimineel dat zijn DNA zou zijn opgenomen in de Noorse databank? Nota bene vanwege een delict met een celstraf van 4 maanden. Maar het was niet Ali Hussein Hassan, maar een ‘andere asielzoeker’. Mochten we nu maar weten wie deze andere asielzoeker dan wel was! De vraag of deze andere asielzoeker inderdaad ook Ali heette, uit Nederland kwam en een boekje met adressen uit Kollum had, wordt helaas (maar wel logisch) niet beantwoord door het OM.

Als Veldman op 14 april 2010 de foto van zijn medegedetineerde te zien krijgt, zegt hij: Ja, dat zou hem kunnen zijn. Maar zeker weten doe ik het niet. Het is al een lange tijd geleden.

Gerrit heeft alleen bevestigd dat hij zijn medegedetineerde herkent van de officiële ‘opsporingsfoto’ zoals Justitie die verspreidde in 1999. Voor de rest heeft hij niets herkend van de foto’s die Justitie hem heeft laten zien. Dus het aan Gerrit toegedichte citaat is complete onzin. Datzelfde geldt voor de conclusies van het rapport:

  1. Bijna twaalf jaar na de moord op Marianne Vaatstra is opnieuw te constateren dat er geen aanwijzingen zijn die erop duiden dat in 1999 de verkeerde Ali aangehouden is.

De Ali Hussein Hassan die na de moord op Marianne vermist werd uit het Kollumer asielzoekerscentrum, is in 1999 in Turkije gearresteerd. Zijn identiteit is meerdere keren gecontroleerd. Zijn DNA komt niet overeen met dat van Marianne’s moordenaar.

Ali Hussein Hassan was niet betrokken bij de bedreiging van Marianne in de Ringo Bar, enkele maanden voor haar dood. De twee mannen die Marianne bedreigd hebben, zijn opgespoord. Zij zijn op verschillende manieren uitgesloten van betrokkenheid bij de moord op Marianne, zoals ook gebeurde met enkele andere personen die voor Ali aangezien hadden kunnen worden.

De wat gezette, kleine Irakees die naast getuige Veldman in een Noorse gevangenis zat, is niet Ali Hussein Hassan. De identiteit van deze Irakees is vastgesteld, zijn DNA is met dat van Marianne’s moordenaar vergeleken en hij valt op geen enkele andere wijze aan te merken als betrokkene.

De man met het witte petje, bierbuikje en zonnebril die Marianne’s vriendin op Koninginnedag door Kollum zag lopen en die zij vier maanden later meende te herkennen van de opsporingsfoto, was niet Ali Hussein Hassan. Het was iemand die wellicht slechts qua gezicht op hem leek. Zo werd Ali klein en dik.

Mocht u nog niet overtuigd zijn dat u in dit rapport op kosten van uw belastinggeld besodemieterd wordt, leest u dan de epiloog. Daarin wordt het helemaal duidelijk.

Epiloog

Het sterkste bewijs voor de leugens in dit rapport ligt besloten in het gedrag van het OM zelf. Ga maar na: Mijn publicaties over Jano Hassan zijn al 3 jaar bij het OM bekend en komen grofweg op het volgende neer:

  • Jano is een zeer goede bekende, mogelijk zelfs neef, van de verdwenen Ali H.
  • Jano heeft erkend dat hij de gearresteerde Ali H. uit Istanbul niet kent.
  • Jano was een vriend van Faek (en is dus een getuige voor het OM om hun stelling te bevestigen dat de gearresteerde Ali H. omging met Faek).
  • Faek heeft direct na de moord Isabella met de dood bedreigd, waar Isabella aangifte van heeft gedaan.
  • Jano liep volgens haar in 2009 nog in Groningen met de juiste Ali H. Familiebezoek uit Noorwegen?
  • Jano heeft Isabella daarna bedreigd met een misselijk telefoontje om een afspraakje voor te stellen op Koninginnedag na middernacht, het tijdstip waarop Marianne 10 jaar eerder werd vermoord.
  • Jano kent de verblijfplaats van de juiste Ali H. (Noorwegen).
  • Jano weet dat de juiste Ali H. is weggesluisd en beschermd wordt door Justitie.
  • Jano weet dat Ali en Faek betrokken waren bij de moord op Marianne.

 Of dit nu allemaal waar is, is niet eens relevant. Wat relevant is, is dat Justitie al die tijd druk bezig was met hun zogenaamde ‘Onderzoek Ali H.’ met als enige doel om de vraag te beantwoorden of ze nu de juiste Ali H. hebben gearresteerd in Istanbul. Dit naar aanleiding van de publicaties van de ‘complotdenkers’, zoals ook mijn publicaties.

De vraag rijst dan ook meteen waarom het OM geen gebruik heeft gemaakt van Jano als getuige om hun stelling te bewijzen dat de juiste Ali is opgepakt. Ze weten immers onder meer van mij dat het een zeer goede bekende van Ali is. Een betere getuige is er niet. Ik heb het ze vaak genoeg gevraagd. Maar er is ondanks een 5000 euro beloning voor het antwoord, nooit een antwoord gegeven. Als het zo makkelijk was om te bevestigen, waarom hebben ze de ‘complotdenkers’ dan zoveel ‘schade’ laten doen?

 Dus tijdens dit ‘onderzoek’ was men met bovenstaande informatie bekend. Als het een oprecht en eerlijk onderzoek was geweest, dan had het OM Jano gebruikt als getuige voor hun stelling dat de juiste Ali is gearresteerd. Maar nog veel belangrijker: Ze hadden minimaal Jano en Isabella benaderd met de vraag: Hoe zit dit? Wat is hiervan waar of niet waar wat Dankbaar schrijft? Het was nota bene het doel van het onderzoek om die vraag te beantwoorden!

We weten dat dit niet is gebeurd. Het OM heeft de beste getuigen als de pest vermeden. Zo komt ook de eeuwig beschermde Spencer Sletering, die Faek en Ali ook kende, in het rapport niet voor. Waarmee het OM aangeeft dat het allang weet wat waar en niet waar is. En dus ook dat het doelbewust het Nederlandse volk besodemietert met dit rapport. Is er een groter publiek belang denkbaar om dit aan te tonen? Een niet integere overheid is tot daar aan toe, maar een overheid die haar eigen volk belazert om onder de pet te houden dat het stiekem moordverdachten wegsmokkelt, is nog even iets anders. Wat wil je ook met een pedofiel als Joris Demmink op de troon van Justitie?

Het OM Rapport Ali H. is na te lezen op de website van het OM via de link: http://www.om.nl/actueel/strafzaken/@154893/onderzoek_ali_h/

 Liegende ministers

‘Ministers liegen niet’, zei Opstelten nog recent op camera bij Erik Donk van JDTV. Los van de leugens waarmee Fred Teeven nog recent gered moest worden en de mega-leugens van Ome Ivo om Joris Demmink uit de wind te houden liegen de respectievelijke ministers en staatssecretarissen in het Vaatstra-dossier er aardig op los.

Hier volgen drie opeenvolgende versies van antwoorden op Kamervragen over de overplaatsing van Faek Mustafa uit het AZC Kollum. Dit is echt ongelooflijk als je het allemaal bij elkaar zet. De leugens spatten ervan af. Het grappige is dat niet alle drie de antwoorden waar kunnen zijn, eenvoudig omdat ze met elkaar conflicteren. Liegen tegenover de Kamer is blijkbaar geen politieke doodzonde meer.

Staatssecretaris Albayrak in 2007:

Het COA heeft mij meegedeeld dat er op 3 mei 1999 geen asielzoeker is overgeplaatst van AZC Kollumerland naar AZC Musselkanaal. Volgens de informatie van het COA is er medio mei 1999 een asielzoeker overgeplaatst van AZC Kollumerland naar AZC Musselkanaal. Deze persoon heeft tot medio juni 1999 in de AMOG locatie gewoond en is tot begin november opgevangen in een andere AZC in Nederland. Het OM heeft mij bericht dat van deze persoon DNA is afgenomen en dat zijn DNA niet overeen bleek te komen met het DNA-profiel van de dader.

Samenvatting: Overplaatsing asielzoeker medio mei, naar Musselkanaal, DNA afgenomen (was dus verdachte in moord Marianne). Mevrouw Albayrak had Maaike nog zo ernstig beloofd ‘de zaak met meer dan gemiddelde interesse te volgen.’ Maaike heeft nooit meer iets gehoord van deze tante, die lange tijd verantwoordelijk was voor het asielbeleid in ons land (ze liet in 2008 maar liefst 141.000 asielzoekers toe, een recordaantal) en na een mislukte gooi naar de macht binnen de PvdA toetrad tot de top van Royal Dutch Shell.

Minister Hirsch Ballin in 2010:

In 2007 heeft de politie Fryslân onderzoek verricht naar aanleiding van een anonieme brief waarin werd vermeld dat er op 3 mei 1999 een bewoner van het AZC in Kollum heimelijk uit het land zou zijn verwijderd. Het onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet het geval was. De persoon F.M. is op 27 mei 1999 overgeplaatst vanuit het AZC in Kollum naar het AZC in Drachten. De overplaatsing van F.M. had geen relatie met de moord op Marianne Vaatstra. F.M. werd verdacht van een zedenmisdrijf (zie ook het antwoord op vraag 4). Gelet op de gespannen situatie rondom het AZC in Kollum werd besloten om F.M. over te plaatsen naar het AZC te Drachten. Van daaruit is F.M. op 2 juni 1999 overgeplaatst naar het AZC Alphen aan den Rijn. Als verblijfsvergunninghouder is hij, in mei 2000, vervolgens regulier gehuisvest.

In antwoord op de schriftelijke vragen (nummer 100, ingezonden 13 juni 2007) van het lid Teeven heeft de toenmalige staatssecretaris op 27 september 2007 meegedeeld dat er op 3 mei geen asielzoeker is overgeplaatst van AZC Kollumerland naar AZC Musselkanaal. Overigens werd toen niet specifiek gevraagd naar F.M.

Samenvatting: Overplaatsing asielzoeker eind (27) mei, naar Drachten, DNA afgenomen (was dus verdachte in moord op Marianne).

Analyse: In beide antwoorden wordt gesteld dat de asielzoeker in juni weer naar een ander AZC is overgeplaatst. Dit gaat dus om dezelfde persoon, waarvan we inmiddels weten dat het Faek Mustafa was die Marianne met het keeldoorsnijdende gebaar had bedreigd. Dat het in beide versies om Faek Mustafa gaat, wordt ook bevestigd doordat in beide antwoorden over één asielzoeker wordt gesproken die in mei is uitgezet en van wie DNA is afgenomen. Alleen de data en de uitzetbestemming komen niet overeen (medio mei / Musselkanaal tegenover 27 mei / Drachten). Minimaal één van beide antwoorden moet dus gelogen zijn.

Opmerkelijk is ook dat Hirsch Ballin nota bene verwijst naar de eerdere antwoorden van Albayrak, maar hij zegt dat toen niet specifiek gevraagd werd naar Faek Mustafa. Met andere woorden, het ging daar ook om Faek Mustafa. Met andere woorden zegt Hirsch Ballin: ‘Had nu maar specifiek gevraagd naar Faek Mustafa, dan had mijn staatssecretaris dit ook bevestigd.’ Het enige verschil is dat Hirsch Ballin gedwongen is om dit te bevestigen door de publicaties van de ‘complotdenkers’. Het zijn immers ook de ‘complotdenkers’ die Fred Teeven en Hero Brinkman hebben overtuigd om de Kamervragen aan respectievelijk Hirsch Ballin en Opstelten te stellen. In 2007 speelde dit nog niet en had het OM er natuurlijk alle belang bij om via Albayrak te verzwijgen dat 1) deze uitgezette asielzoeker Marianne had bedreigd én 2) een onafscheidelijke vriend was van de zogenaamd spoorloos verdwenen hoofdverdachte Ali Hassan. Tevens had men er belang bij om te verzwijgen dat Faek direct al op de eerste werkdag na de moord is overgeplaatst, exact zoals de anonieme brief beschreef. Vandaar dat zowel over de identiteit als de datum werd gelogen. Inmiddels is duidelijk geworden dat de brief wel degelijk de waarheid beschreef. Aan de hand van de verklaringen van de AZC-directeur en de twee AZC-medewerkers die Faek uitgeleide hebben gedaan, is het keihard bewezen dat de uitzetting plaatsvond op 3 mei 1999. En dus ook dat 3 ministers de kamer hebben voorgelogen.

Men mag er dus ook vanuit gaan dat Faek Mustafa wist waarheen zijn maat Ali Hassan ‘verdwenen’ was. Of Faek hierover stevig aan de tand is gevoeld, wordt niet gezegd. Wat wel wordt gezegd is, dat Faek uit het AZC is overgeplaatst en uiteindelijk ‘regulier gehuisvest’ is in Nederland.

Ivo ‘een minister liegt niet’ Opstelten in 2011:

 F.M. is niet alleen, maar samen met zijn vader overgeplaatst. De reden voor deze overplaatsing had inderdaad te maken met de gespannen situatie rondom het AZC na de verkrachting van en moord op Marianne Vaatstra en het feit dat F.M. op dat moment werd verdacht van een verkrachting van Stephanie van Reemst. Deze zaak is later geseponeerd. F.M. is niet op 3 mei, maar op 27 mei 1999 overgeplaatst naar het AZC te Drachten.

Analyse: Hier wordt de tweede versie aangehouden (27 mei / Drachten). Uiteraard is dit ook een leugen, want aan de hand van de verklaringen van de AZC-directeur en de twee AZC-medewerkers die Faek uitgeleide hebben gedaan, is het keihard bewezen dat de uitzetting plaatsvond op 3 mei 1999.

Dat de minister/staatssecretaris onjuist geïnformeerd is door de onderdanen, is nooit een excuus. De minister blijft altijd politiek eindverantwoordelijk voor onjuiste informatie.

Terug naar Albayrak. Laten we for argument’s sake even aannemen dat Hirsch Ballin en Opstelten in hun latere antwoorden de waarheid spreken. Dan is Faek op 27 mei overgeplaatst naar Drachten nadat bij hem DNA is afgenomen in verband met de zaak Vaatstra. Bovendien heeft het OM na de antwoorden van Albayrak onder druk van de ‘complotdenkers’ – Fred Teeven en Hero Brinkman hebben de vragen immers op ons aandringen gesteld – moeten toegeven dat het Faek was die Marianne had bedreigd met een snijgebaar en verdachte is geweest van een verkrachting in dezelfde Koninginnenacht.

Laten we dan ook aannemen dat Albayrak niet loog en dat de asielzoeker die medio mei naar Musselkanaal is overgeplaatst, iemand anders was dan Faek. (Dat moet dan wel als Hirsch Ballin en Opstelten de waarheid spreken). Dan is het een leugen van Albayrak (namens het COA) om te verzwijgen dat in dezelfde maand mei ook de asielzoeker is overgeplaatst die Marianne had bedreigd en verdachte was van een andere verkrachting in dezelfde nacht. Of dit technisch juridisch nu wel of geen leugen is, maakt niet uit, want door het publiek zal het als een leugen worden gezien.

Het antwoord van Albayrak komt op het volgende neer: Er is inderdaad een asielzoeker naar Musselkanaal overgeplaatst, maar niet op 3 mei, maar ‘medio mei’. Eind mei is nog een asielzoeker overgeplaatst naar Drachten, het ging hier om de jongen die Marianne middels een snijgebaar met de dood had bedreigd. Maar dit laatste vertel ik er niet bij. Met andere woorden: ik onthoud deze informatie aan de Kamer.

Dat dit antwoord als een leugen zal worden gezien is meteen duidelijk door het om te draaien: Stel dat Albayrak deze informatie wel had gegeven in plaats van te verzwijgen? Stel dat ze had gezegd, wat Hirsch Ballin 3 jaar later gedwongen moest toegeven (zie zijn antwoord 4). Dan had het hele land op zijn kop gestaan! De waarheid is dat alle drie de antwoorden leugens zijn, want Faek is wel degelijk op 3 mei 1999 overgeplaatst. Dit wordt bevestigd door de enige bronnen binnen het COA die het kunnen weten: AZC-directeur Louis Uijl en de twee medewerkers die Faek zelf op de taxi hebben gezet.

F.M. is enkele maanden voor de dood van Marianne betrokken geweest bij een ruzie met (vrienden van) Marianne in een horecagelegenheid. F.M. is daarover gehoord en zei dat juist hij en zijn vriend werden bedreigd en niet andersom.

F.M. was toen niet in het bijzijn van A.H. maar van een andere persoon. De identiteit van die persoon is bekend. Deze persoon was ten tijde van de moord op Marianne Vaatstra gedetineerd. Van F.M. is biologisch materiaal afgenomen. Zijn DNA komt niet overeen met het DNA-materiaal dat is aangetroffen bij het lichaam van Marianne.

Er was aangifte gedaan tegen F.M. inzake een zedenmisdrijf gepleegd op 30 april 1999. Daarnaar is onderzoek gedaan door de plaatselijke politie. F.M. is daarvoor ook aangehouden en heeft enkele dagen in verzekering gezeten. Er werd onvoldoende bewijs gevonden om F.M. te vervolgen. De zaak is daarom op 9 augustus 1999 geseponeerd.

Even laten bezinken: Wat Albayrak nog verzweeg in 2007, moet Hirsch Ballin in 2010, gedwongen door onze publicaties, toegeven: Faek is zowel aangehouden en gehoord in verband met Marianne als in verband met de beweerde verkrachting van Stephanie. Hij is dus maar liefst twee keer voor twee verschillende feiten aangehouden volgens Hirsch Ballin! En daarna overgeplaatst. En dit is allemaal verzwegen in 1999.

Sterker nog, het werd ontkend. Er werd keer op keer gesteld dat er geen enkele aanleiding was om verdachten onder asielzoekers te zoeken. Er werd keer op keer gesteld dat de verkrachtingszaak los stond van de zaak Vaatstra. Er werd verzwegen dat de verdachte een asielzoeker was. Er werd verzwegen dat het dezelfde asielzoeker was die Marianne met de dood had bedreigd. Er werd zelfs gesteld dat het om twee verschillende jongens ging. Er werd ontkend dat er een verdachte was aangehouden (laat staan dat hij overgeplaatst was). Bijgaand een aantal krantenberichten die dit bevestigen.

Conclusie: Allemaal leugens van het hoogste niveau op Justitie. Reden: Verhullen dat de geheim gehouden uitzettingen van Faek en Ali in opdracht zijn gedaan van Joris Demmink.

Het is nu door twee ministers bevestigd dat minimaal één verdachte asielzoeker stiekem is weggesluisd. Maar geen Kamerlid durft te vragen wie er verantwoordelijk was voor deze beslissing en waarom die genomen is. Hetgeen meteen de deplorabele toestand van onze democratie en rechtsstaat weergeeft. 

Vraag: Was deze stilgehouden, ontkende uitzetting mogelijk zonder opdracht / medeweten / toestemming van de toenmalige HOvJ van Friesland en de eindbaas van het COA, respectievelijk Harm Brouwer en Joris Demmink?

Puttense moordzaak en de overeenkomsten met de Vaatstra-zaak

De Guildford 4, de Birmingham 6, de twee van Putten. Het zou zomaar kunnen dat Nederland wordt opgenomen in het rijtje grootste juridische doofpotten in de naoorlogse rechtsspraak. Met een zaak die de annalen zal ingaan als de zaak van de mysterieuze druppel gemorst sperma.

De Puttense moordzaak-verdachten Wilco Viets en Herman du Bois staan terecht voor de moord op de 23-jarige Christel Ambrosius in 1994. Hun verhaal begint op 9 januari 1994 als de 23-jarige Christel Ambrosius verkracht en vermoord wordt gevonden in het huisje van haar oma in de bossen bij Putten. Getuigen hebben een Mercedes gezien. Het spoor leidt naar vier mannen: Wilco, Herman, hun schoonvader en een huisvriend.

De vier worden gearresteerd. Na ellenlange verhoren slaan ze door. Wilco en Herman bekennen de moord en de verkrachting, de schoonvader en de huisvriend zeggen dat ze door het raam hebben toegekeken. In 1995 veroordeelt het Hof in Arnhem Wilco en Herman in hoger beroep tot tien jaar cel. Zaak gesloten.

Dat het dossier toch open blijft, is te danken aan TV-misdaadverslaggever Peter R. de Vries, die zich in de zaak vastbijt. Niet dat hij het is die de moord oplost want dat was feitelijk toch echt oud-hoofdcommissaris Jan Blaauw. Opmerkelijk hierbij is wel dat Peter toen hij tien jaar lang de theorie uitbulkte dat Viets en Du Bois onschuldig waren, hij niet als complotter werd weggezet, maar dat een ieder die de veroordeling van Jasper in twijfel trok wel als ‘internetgekkie’ of ‘complotdenker’ belachelijk werd gemaakt. Vooral door Peter himself.

De bekende strafpleiter P. Doedens wordt ingeschakeld, ze eisen nader DNA-onderzoek, er worden Kamervragen gesteld. Allemaal tevergeefs. Pas de derde poging, door de Amsterdamse advocaat G. Knoops, heeft succes. Tot veler verrassing besluit de Hoge Raad in juni dat jaar dat de zaak heropend moet worden.

Verantwoordelijk voor deze verrassende wending is de gepensioneerde Nijmeegse gynaecoloog T. Eskes, die een eerdere verklaring intrekt. De veroordeling in de Puttense moordzaak stoelt geheel en al op de bekentenis van de verdachten en de verklaring van de twee getuigen. Er is geen ondersteunend bewijs, geen enkel spoor dat erop wijst dat de twee in de woning zijn geweest.

Sterker, er is alleen maar ontlastend bewijs. Met als meest tot de verbeelding sprekend feit de druppel sperma die op het been van Christel is gevonden. Die is namelijk niet van Wilco of Herman. De druppel is redelijk vers, Christel moet vlak voor haar dood verkracht zijn. De logische conclusie luidt dat de verkrachter ook de moordenaar is.

Dat plaatst de politie voor een probleem: ze hebben immers de bekentenissen. Die vormen het uitgangspunt voor de verklaring die rechercheurs bedenken voor de druppel sperma, bekend geworden als de ‘verslepingstheorie’. Christel zou voor haar dood seks hebben gehad met een onbekende. Toen ze daarna werd verkracht door Herman en Wilco (die niet ejaculeerden), zou het zaad van die onbekende naar buiten zijn gesleept. Ook bij Jasper Steringa zou uiteindelijk zijn ‘bekentenis’ leiden tot conclusies die minstens zo mank gaan als ‘de verslepingstheorie’ van de Puttense dienders.

De politie zoekt een deskundige die de theorie kan staven en komt uit bij Eskes. Desgevraagd bevestigt deze dat versleping in theorie mogelijk is. Waarmee niets een veroordeling meer in de weg staat.

Voor de Hoge Raad heeft Eskes, die mondeling is gehoord, zijn eerdere verklaring drastisch bijgesteld. Eskes voelt zich ‘bedonderd’ door de politie, zegt hij nu. ‘Mij zijn destijds alleen in algemene zin vragen gesteld. Ik heb nooit het sectierapport gekregen.’ Inmiddels heeft hij dat wel ingezien. Zijn conclusie is duidelijk: de verslepingstheorie gaat hier niet op.

Dat Eskes zo laat aan de bel trok, komt volgens hem doordat hij geen idee had dat zijn verklaring zo’n cruciale rol speelde. ‘Daar kwam ik pas veel later achter.’ Hij is opgelucht dat de zaak wordt heropend. ‘Deze heren hebben recht op vrijspraak.’

Blijven staan de bekentenissen van Herman en Wilco. Die zijn onder druk tot stand gekomen, zegt Blaauw. Herman is 85 keer verhoord, Wilco 51 keer. Onder die druk bezwijkt bijna iedereen, zegt Blaauw, die daar sterke staaltjes van heeft gezien in de Verenigde Staten.

Op verzoek van advocaat Knoops heeft strafrechtpsycholoog P. van Koppen de verhoren geanalyseerd. Met de gehanteerde methoden hadden ze zelfs de moord op Bonifatius nog bekend, was zijn conclusie. Overigens hebben Wilco, Herman en de schoonvader hun verklaringen later ingetrokken. De vraag is dus: Wat kunnen ze allemaal wel niet met Jasper hebben uitgehaald als dit voor Justitie gewoon business as usual is.

Opmerkelijk is dat de politie ook niet zeker was van haar zaak, zegt Knoops. ‘In 1997 werd het sperma van de Puttense Moordzaak vergeleken met sperma in een andere moordzaak. Dat geeft aan dat ook de politie niet overtuigd was.’ Een politieman uit Putten heeft later voor de camera’s bevestigd dat ook bij de politie twijfels leefden.

De vraag is hoe het zover kon komen. Blaauw denkt dat de politie verblind was door de bekentenissen. Er rammelt van alles aan het onderzoek. ‘Wat me het meest heeft verbaasd, is dat niemand aan de noodrem heeft getrokken en gezegd: we zitten op een dwaalspoor.’

Volgens de Amsterdamse hoogleraar strafrecht T. Schalken treft de politie blaam, maar ook het Openbaar Ministerie. ‘Niemand heeft afstand genomen om met een kritische blik naar de zaak te kijken.’ De opeenvolgende rechters – inmiddels hebben zich er vijftien over de zaak gebogen – valt minder te verwijten, meent Schalken.

‘Rechters doen zelf geen feitenonderzoek. Zij controleren vooral of het onderzoek goed is gedaan. Het heeft me wel verbaasd dat de rechters zoveel ontlastend materiaal hebben genegeerd. De verdachten hebben steeds het nadeel van de twijfel gekregen. De vraag is niet of ze het gedaan hebben, maar of je een verdachte met dit materiaal redelijkerwijs kunt veroordelen. Daar heb ik twijfels over.’ In het geval van Jasper hoefde rechter Dölle helemaal geen onderzoek te doen. Dat was het prettige gevolg van een 100% DNA-match en een glorieuze bekentenis. Makkelijk toch? Konden ook de misdrijven van het OM niet aan het licht komen. Daar zou men helemaal niet aan toekomen en dat moeten ze Jan Vlug ook hebben meegegeven: Zorg voor een bekentenis en hou je cliënt voor dat dat allemaal veel beter voor hem is. Zo van: ‘Jasper, ze hebben jouw DNA. En ook als daarmee gesjoemeld is kom je er niet onderuit. Als je ontkent zal dat strafverzwarend werken. Je krijgt dan levenslang of – erger – 18 jaar met TBS. Ik stuur wel aan op doodslag en als dat er niet in zit eenvoudige moord. Krijg je achttien jaar of zo en sta je met twaalf jaar weer buiten. Pak die kans want we staan er slecht voor.’ Jasper bekent binnen tien minuten aan een man die hij niet kent en houdt die bekentenis nog even twee weken achter voor de politie ook al kost hem dat eveneens twee weken ‘in beperking’, een vorm van gevangenhouding die slechts een enkele ‘diehard’ aankan. Mr. Vlug verkocht dit zo bij Nieuwsuur omdat hij nog even tijd nodig had om het dossier te bestuderen. Dit om Jasper optimaal te kunnen verdedigen. Welke verdediging dan? Een 100% DNA-match in combinatie met een bekentenis, daar valt helemaal niets meer te verdedigen, behalve dan het pleit voor een zo laag mogelijk straf.Als Jasper al direct aan Vlug bekend zou hebben, dan had Vlug dat beter meteen bekend gemaakt, in plaats van hem nog twee weken door de hel van beperking te laten gaan. Het was immers Jan’s strategie om zo weinig mogelijk straf voor Jasper te krijgen. Daar hoort een snelle bekentenis juist bij, niet twee weken je kaken op elkaar houden. Bovendien is het knap van Jasper dat hij deze druk nog twee weken volgehouden heeft, terwijl hij aan zijn eigen advocaat al de moord bekend zou hebben en zo graag boete wilde doen. Twee jaar later zou Vlug privé-detective Gerrit de Boer, die bij hem op bezoek was voor een andere klus, toevertrouwen dat hij Jasper had geadviseerd om te bekennen, omdat het DNA bewijs zo spijkerhard was. Dat Jan daarmee zijn eigen verhaal op landelijke TV als een leugen bestempelde, had hij even niet door. Maar ja, dat verhaal was dan ook bedoeld om de ‘complotters’ de wind uit de zeilen te nemen. Die zouden immers in koor roepen: Jasper heeft na twee weken onder druk bekend, net als de twee van Putten en Cees Borsboom! Nee hoor, loog Jan op Nieuwsuur, Jasper had twee weken eerder al aan mij persoonlijk bekend! 

De Puttense Moordzaak is een zeldzaam geval. Oud advocaat-generaal bij de Hoge Raad J. Leijten kent slechts één precedent, de moord op een spoorwegambtenaar in Giessen-Nieuwkerk in 1923. ‘Daarvoor zijn twee mannen veroordeeld. Later bleek dat de rechercheur uit eerzucht mensen had bedreigd om verklaringen te krijgen.’ Het kan allemaal. Daar, toen en ook bij Jasper.

Het meest wrange is, dat de échte schuldige nog altijd vrij rondloopt, zegt Blaauw, die aan de zaak een boek heeft gewijd. Want wie heeft Christel Ambrosius echt vermoord? ‘Het laatste hoofdstuk moet nog worden geschreven.’ Het werd later ook geschreven toen Ron Pieper tegen de lamp liep.

Het laatste hoofdstuk van Jasper moet ook nog worden geschreven. Een hoofdstuk over Kamervragen, een herzieningsverzoek en wat we nog meer gaan beleven. Bovenstaande beschouwing over de Puttense Moordzaak kent tal van overeenkomsten met de zaak Vaatstra. Het is gebaseerd op een omvangrijk artikel in de Volkskrant uit 2001 en laat zien dat het OM sindsdien haar leven niet heeft gebeterd. Integendeel, het regent op dit moment herzieningsverzoeken en aan het corrupte systeem is sinds ‘Putten’ geen mallemoer veranderd. Het wordt alleen maar erger.