Pleiten mag niet.

Op 30 maart had ik mijn hoger beroep om mijn voorlopige hechtenis te schorsen .
Waar ik doorgaans de ervaring heb dat de beslissing al is genomen voordat ik de rechtszaal betreed, was deze indruk van deze sessie sterker dan ooit.
De vrouwelijke voorzitter stond mij niet toe om een vooraf gemaakt pleidooi van vijf minuten voor te dragen.


Ik moest voor de vuist weg in een paar zinnen zeggen waarom mijn hechtenis geschorst moest worden.
Geheel verrast lukte mij dat natuurlijk nooit zo volledig als in mijn pleidooi.
Je mag in de rechtsstaat Nederland dus geen vijf minuten pleiten om drie maanden gevangenis op te heffen.
Het behoeft dan ook geen betoog dat mijn beroep werd afgewezen.
Het pleidooi dat ik had willen voorlezen volgt hieronder.

Ik wil graag eerst even samenvatten waarom ik maar liefst negentig dagen tot een voorlopige hechtenis ben veroordeeld.
Let wel, ik heb al drie maanden gevangenis te pakken nog voordat de rechter de zaak inhoudelijk heeft beoordeeld.
Een zaak die naar mijn overtuiging tot vrijspraak zal leiden.
Deze drie maanden voorlopige hechtenis is mij opgelegd omdat ik een voorwaarde tot schorsing zou hebben overtreden.
Die overtreding is dat ik het feit heb benoemd dat ik ben gearresteerd en nu ook gevangen gezet vanwege een aangifte van X.
Dat dit een overtreding zou zijn begrijp ik nog steeds niet.
Het betekent dat ik mijn lezers niet mag uitleggen waarom ik ben aangehouden en wie er een aanklacht tegen mij heeft ingediend.
Onbegrijpelijk dat ik als enige niet zou mogen zeggen wat al bekend is en zeker bekend zal worden omdat er een rechtszaak van komt die altijd openbaar is.
Ik verzoek uw raadkamer om toe te lichten waarom het een overtreding zou zijn als ik zeg dat mijn aanhouding en hechtenis het gevolg is van een aangifte van X.
Zo u dat vindt, vraag ik u of u dat nog steeds vindt.
Dat zou betekenen dat ik als enige niet mag zeggen wat het OM en X inmiddels via de media zélf bekend hebben gemaakt.
Daarbij verzoek ik u mee te wegen dat als ik X niet bij de naam had genoemd ik nu nog gewoon vrij was geweest.
Ik begrijp dat het benoemen van de feiten mij kennelijk zo wordt aangerekend, dat besloten werd tot een vrijheidsstraf van negentig dagen, het maximum dat bij een verlenging is toegestaan.
Ik noem dit buitensporig en exorbitant.
Voor smaad en laster geldt een voorlopige hechtenis al sowieso niet, dus als men de voorlopige hechtenis wil rechtvaardigen, zal men belaging of bedreiging moeten bewijzen.
Dat is voor een goede justitie naar mijn mening een kansloze zaak.

Mijn advocaat zegt dat ik nu nog geschorst was geweest als ik X mister X had genoemd.
Dat vind ik lood om oud ijzer omdat iedereen al weet wie er met X wordt bedoeld.
Het is een schoolvoorbeeld van op slakken zout leggen, van spijkers op laag water zoeken.
Een wassen neus die me drie maanden cel kost.
Ik vraag mij af wanneer ik wel zou mogen zeggen dat het om X gaat.

Als de rechter mij een spreekverbod voor de feiten op wil leggen moet er heel wat aan de hand zijn.
Er is dan doorgaans sprake van een belangenafweging waarbij een ander belang zwaarder weegt dan mijn spreekrecht om de feiten te mogen benoemen.
Welk ander belang dat hier zou moeten zijn, is mij volstrekt onduidelijk.

De vorige raadkamer suggereerde zelfs dat mijn zogenaamde overtreding een recidive zou zijn.
Los van het feit dat nog niet door een rechter is vastgesteld dat er überhaupt een strafbaar feit is gepleegd, kan het natuurlijk nooit recidive zijn dat ik het feit meld dat X een aangifte tegen mij heeft gedaan.
Daar is niets strafbaars aan.
Daar komt bij dat als het al bewezen wordt dat ik schuldig ben aan het delict waar ik van verdacht word, in de regel geen drie maanden gevangenisstraf wordt gegeven.

Ik meen daarom dat de raadkamer bij voorbaat op de stoel van de rechter is gaan zitten door een hechtenis te bevelen die de rechter vrijwel zeker niet zal geven, zo het niet al vrijspraak wordt.
Op geen enkele geloofwaardige manier is gemotiveerd waarom ik de rechtszaak niet in vrijheid zou kunnen afwachten.

Verder wil ik benadrukken dat ik niet bekend was met een voorlopige hechtenis voor het delict dat mij wordt aangewreven.
Hoe vaak zou ik van de officier graag een verklaring krijgen voor de tegenstrijdigheden in het vervolgingsbeleid jegens mij.
Waarom word ik niet vervolgd voor belaging, smaad of laster jegens Faek Mustafa, die ik beticht van kennis van de ware toedracht van de moord op Marianne Vaatstra?
Als dit niet waar is, zijn deze beschuldigingen veel ernstiger dan in deze zaak.
Bovendien zou het OM deze kunnen toevoegen aan de recidive.
Waarom is de aangifte van Faek dan geseponeerd?
Waarom mag ik straffeloos mijn publicaties over hem blijven handhaven?
Let wel, ik wil graag vervolgd worden voor mijn publicaties over Faek.
Waarom gebeurt dit niet?
Waarom mag ik ongestoord blijven zeggen dat Faek op de dag van de moord de toedracht aan de politie heeft verteld?
Waarom wordt zijn aangifte niet vervolgd en die van X wel?
Waarom doet niemand van justitie aangifte tegen mij?

Tot slot wil ik nog zeggen dat met deze voorlopige hechtenis ook op andere vlakken ook mijn rechten worden ingeperkt.
Zo wordt mijn recht op een goede voorbereiding voor de rechtszaak ontnomen.
Ik wil op mijn PC correspondentie met X terugzoeken en als bewijs aanbieden.
Ik wil jurisprudentie kunnen raadplegen.
Ik wil belangstellenden en pers uitnodigen.
Ik wil getuigen uitnodigen.
Dit is allemaal niet of moeilijker mogelijk vanuit de gevangenis.
Zo word ik ook nog eens op achterstand gezet.

Bovendien heb ik de komende tijd nog andere niet gerelateerde rechtszittingen ondermeer op 12 april.
Ook daarvoor geldt dat ik mij niet optimaal kan voorbereiden.
Wat ook niet mogelijk is, is om mij te verdedigen tegen de lastercampagne die het OM nu nota bene zelf is begonnen.
Het OM heeft via de media naar buiten gebracht dat ik ben aangehouden en voorlopig gevangen gezet op een aangifte van X.
Ik word daar hoe dan ook door beschadigd zonder dat er wederhoor wordt gepleegd.
Het is als een gevecht met mijn handen geboeid op de rug.
Het beginsel van “equality of arms” wordt hier ernstig geweld aangedaan.
Het OM maakt hier nu al een “trial by media” van zonder dat ik mij adequaat kan verdedigen.

Om bovengenoemde redenen vraag ik nogmaals om de voorlopige hechtenis te schorsen.
Er zijn geen gronden of bezwaren om mij deze zaak niet in vrijheid te laten voorbereiden.
Men heeft mij ook niet op recidive kunnen betrappen, zo er al gesproken kan worden van een strafbaar of laakbaar feit.
De rechter moet dit nog wettig of overtuigend bewezen achten.
Het fundamentele rechtsprincipe “onschuldig tot het tegendeel is bewezen” is nog nooit zover te zoeken geweest.

Over De Grijze Duif

Think again...
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

4 reacties op Pleiten mag niet.

  1. keningswei zegt:

    Ik heb aan “mens” X nog een brandende vraag………

    Like

  2. Hans Palenlader zegt:

    Laat je niet breken door heel dat corrupte zooitje Wim! Het zijn criminelen van de ergste soort.

    Like

  3. rob van der zon zegt:

    Een eerste reatie van mijn kant is: negeren die rechters.robvdzon

    Like

  4. Christian zegt:

    Ze doen maar wat, ze zijn cynisch en ze laten de belastingbetaler straks jouw schadevergoeding lappen. Het interesseert ze werkelijk niks. Het gaat maar om één ding: is deze man vóór ons of tegen ons. Dus kunnen ze uit de waardering van hun werkomgeving hun gelijk putten. Rechtvaardigheid is al over de einder verdwenen bij dit postmoderne zootje en voor de rest houden ze zich bezig met seksuele avonturen op het werk én jou pesten. Dit is ondergangstoneel van de bovenste plank.

    Like

Plaats een reactie