Aanstaande donderdag om 13:30 uur behandeling van het hoger beroep tegen de Staat der Nederlanden, Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60, Den Haag. De hofsamenstelling bestaat uit voorzitter dhr J.J. van der Helm, nevenrechters mw M.E. Honnée en dhr B. Smulders. Het onderliggende getuigenverzoek is hier te lezen. Voor het bestreden vonnis klikt u hier.
Toevoeging met nummer 4OC7631 verleend door de Raad voor Rechtsbijstand
Beroepschrift ex art. 359 Rv.
Gerechtshof Den Haag
T.a.v. de griffie Handelszaken
Postbus 20302
2500 EH DEN HAAG
Geeft eerbiedig te kennen:
Verzoeker is Willem Jan DANKBAAR, hierna te noemen: “Dankbaar”, wonende te (2051 BB) Overveen aan de Zijlweg 14A, in deze zaak woonplaats kiezende te (2011 JX) Haarlem aan de Bakenessergracht 44 RD, ten kantore van mr T.J. Stapel, die voor appellant als gemachtigde zal optreden.
Verweerder is de STAAT DER NEDERLANDEN, ministerie van Justitie en Veiligheid, hierna te noemen “de Staat”, gevestigd te (2511 DP) Den Haag, aan de Turfmarkt 147. In eerste aanleg werd verweerster bijgestaan door de mrs. R.W. Veldhuis en S.J.M. Bouwman van het kantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn N.V. te Den Haag.
- Dankbaar heeft kennisgenomen van de beschikking de rechtbank te Den Haag d.d. 5 maart 2020 in de zaak met nummer C/09/572977 / HA RK 19-302, waarbij zijn verzoek tot het horen van getuigen werd afgewezen. Dankbaar wenst van de beschikking van rechtbank in hoger beroep te komen, omdat de rechtbank het verzoek tot het horen van bepaalde getuigen naar zijn oordeel ten onrechte heeft afgewezen. Een kopie van het procesdossier in eerste aanleg, inclusief de eindbeschikking van 5 maart 2020, is bijgevoegd.
- Na een omschrijving van de feiten komt de rechtbank in de beschikking onder 4.1 tot en met 4.12 toe aan de beoordeling van Dankbaar’s verzoek om een getuigenverhoor. Onder 4.1 en 4.2 wordt in het algemeen aangegeven in welke gevallen een verzoek tot het houden van een voorlopige getuigenverhoor toewijsbaar is. Vervolgens wordt onder 4.3 omschreven hoe Dankbaar als gevolg van zijn onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra in diverse civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures betrokken is geraakt en onder 4.4 en 4.5 waarom Dankbaar een getuigenverzoek wenst. Daarna wijst de rechtbank het getuigenverzoek af om verschillende redenen, genoemd in de alinea’s 4.6 tot en met 4.10.
- Voordat grieven naar voren worden gebracht tegen de in 4.4 tot en met 4.10 opgenomen overwegingen van de rechtbank, wil Dankbaar naar voren brengen dat hij zich bij het indienen van het verzoek om een getuigenverhoor terdege bewust geweest van de gronden waarop dat toewijsbaar is en van de aan een dergelijk verzoek klevende beperkingen. Hij wist en weet dat het precies zo geregeld is als de rechtbank onder 4.1 en 4.2 heeft overwogen. Een getuigenverhoor strekt ertoe om bij een eventueel bij de rechter aanhangig te maken geding vooraf helderheid te krijgen omtrent de feiten, teneinde de verzoeker in staat te stellen zijn positie beter te kunnen beoordelen. Dat is precies wat hier het geval is. Verder was het gevraagde getuigenverhoor heel duidelijk niet bedoeld om feiten te doen ophelderen ten behoeve van een procedure bij een andere rechter. De veronderstelling dat hij het getuigenverhoor wenst om de uitslag van de tegen hem gevoerde straf- en civiele zaken te veranderen is dan ook onjuist. Weliswaar zal een getuigenverhoor mogelijk kunnen leiden tot een herziening van de vonnissen in de tegen Dankbaar gevoerde civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures, maar dat is niet het primaire doel van het gevraagde getuigenverhoor. Het primaire doel is om aan te tonen dat hij op valse aangiftes is vervolgd en derhalve de Staat onrechtmatig tegen hem heeft gehandeld en uiteraard om boven water te krijgen wat er in 1999 nu precies is gebeurd in het strafrechtelijk onderzoek naar de moord op M. Vaatstra.
- Ten overvloede – het is in de aan de afwijzing ten grondslag liggende overwegingen 4.1 t/m 4.10 niet genoemd, maar wel namens de Staat naar voren gebracht (zie 3.2) – wordt hier benadrukt dat er geen sprake is van een zogeheten “fishing expedition”, omdat Dankbaar vrijwel alle getuigen reeds zelf heeft gesproken. Wat de getuigen aan feiten op te helderen zouden hebben is Dankbaar dus al bekend. Er behoeft dan ook helemaal niet te worden ‘gevist’. Zo kan Dankbaar door middel van getuigen aantonen dat de aangifte van W. Hebben tal van onwaarheden bevat. Hij wil de door de verschillende getuigen aangedragen feiten en omstandigheden slechts bekrachtigd zien door de getuigen hun verhaal onder ede laten bevestigen, zodat er bewijskracht vanuit gaat. Dit recht om getuigen te mogen horen is hem tot nu toe stelselmatig onthouden, maar maakt wel onderdeel uit van Dankbaar’s wettelijke grondrecht op een eerlijk en onpartijdig proces (art. 6 EVRM).
- Onder 4.2 overweegt de rechtbank dat uitgangspunt voor een getuigenverhoor dient te zijn dat de feiten die de verzoeker opgehelderd wenst te krijgen worden betwist. Ook dat is het hier het geval. Er wordt immers betwist dat de aangiftes tegen Dankbaar vals zijn. Ook wordt het betoog van Dankbaar betwist, dat de juiste Ali Hassan kort na de moord met medeweten van het OM uit Nederland heeft kunnen vertrekken en dat de in oktober 1999 aangehouden Ali Hassan niet de juiste Ali H. is (de betwisting is te vinden in het rapport “Onderzoek Ali H.” van het OM uit 2011). Het OM heeft daarmee in de visie van Dankbaar niet alleen onrechtmatig gehandeld tegenover hem maar tegenover het gehele Nederlandse volk. Elke Nederlander heeft immers belang bij een integer opererend OM/ ministerie van Justitie en Veiligheid, dat het publiek geen onwaarheden voorhoudt. Vrijwel alle getuigen die Dankbaar zou willen horen kunnen desgevraagd bevestigen dat de aangehouden Ali Hassan niet de Ali Hassan was die zij kenden uit het AZC als (onder meer) de vriend van Faek Mustafa. Het behoeft nauwelijks verder betoog dat het niet alleen in Dankbaar’s belang, maar zelfs in groot maatschappelijk belang is om vast te stellen of Justitie in een openbaar rapport onwaarheden heeft opgenomen.
De veronderstelling dat de feiten niet betwist (kunnen) worden en/of dat Dankbaar met zijn getuigenverzoek misbruik zou maken van procesrecht, is daarom pertinent onjuist. Op deze gronden mag zijn getuigenverzoek dan ook niet worden afgewezen.
- Dankbaar brengt tegen de in alinea’s 4.6 tot en met 4.10 van de beschikking verwoorde afwijzing van zijn getuigenverzoek de volgende grieven naar voren:
Grief 1
- Ten onrechte heeft de rechtbank in overweging 4.5 overwogen dat Dankbaar met het verlangde getuigenverzoek zou willen aantonen dat hem in de strafzaak op aangifte van Hebben een beroep toekomt op de rechtvaardigingsgrond van art. 261 lid 3 WvSr.
Toelichting:
- Dit is volkomen onjuist. Zoals ook duidelijk te lezen is in het getuigenverzoek gaat het Dankbaar erom, te bezien of hij door middel van getuigenbewijs kan aantonen dat door of onder verantwoordelijkheid van de Staat bepaalde onrechtmatige daden tegen hem zijn gepleegd, die voor hem uiteindelijk hebben geleid tot zeer omvangrijke materiële en immateriële schade. Niet minder, maar zeker ook niet meer dan dat.
Grief 2
- Ten onrechte heeft de rechtbank in overweging 4.6 en 4.7 overwogen dat het door Dankbaar verlangde getuigenverzoek afstuit op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in strafzaken.
Toelichting:
- Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen zou Dankbaar uitsluitend kunnen worden tegengeworpen indien hij zijn getuigenverzoek bezwaar zou maken tegen zijn strafrechtelijke veroordeling en om die reden een getuigenverzoek zou wensen. Dat is allerminst het geval. Het door Dankbaar ingediende getuigenverzoek is een zelfstandig verzoek dat niets te maken heeft met zijn strafrechtelijke veroordeling. Het verzoek ziet op opheldering van de feiten en het vaststellen van onrechtmatige daden van de Staat jegens Dankbaar en staat geheel los van andere strafzaken of aangiftes. In feite zou iedere Nederlander eenzelfde getuigenverzoek kunnen en mogen indienen. Elke Nederlander heeft er immers belang bij dat het Openbaar Ministerie het publiek niet voor de gek houdt, zoals Dankbaar gemotiveerd heeft beredeneerd, welke redenering in belangrijke mate zou kunnen worden onderbouwd door middel van de door Dankbaar gevraagde getuigen.
Grief 3
- Ten onrechte heeft de rechtbank in overweging 4.8 overwogen dat het door Dankbaar verlangde getuigenverzoek eveneens afstuit op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in civiele zaken.
Toelichting:
- De rechtbank overweegt dat het gesloten stelsel evengoed van toepassing is in civiele procedures en dat dit beginsel er dus aan in de weg staat om over bepaalde kwesties, die onderdeel zijn geweest van een civiele procedure, een getuigenverzoek in te dienen. Kennelijk heeft de rechtbank niet goed begrepen dat het Dankbaar er niet om te doen is eerdere procedures “over te doen:”. Nogmaals, het getuigenverzoek ziet niet op de rechtmatigheid van zijn verloren rechtszaken. Dit blijkt alleen al uit het feit dat het verzoek is ingediend tegen De Staat als verweerder en niet tegen de wederpartijen in de diverse civiele procedures. Het gaat er Dankbaar om te bezien of hij een civiele vordering tegen de Staat aanhangig kan maken. Daartoe dient het gevraagde getuigenverhoor en niet voor iets anders. Dat een dergelijk verhoor mogelijk “bijvangst” zal opleveren die kan worden gebruikt in het kader van eventuele herziening van de vonnissen in de strafzaken en civiele zaken tegen Dankbaar doet daaraan niet af.
Grief 4
- Ten onrechte heeft de rechtbank in overweging 4.9 overwogen dat een verzoek om getuigen te mogen horen niet mogelijk is indien de gevraagde getuigen volgens verzoeker in het algemeen belang moeten worden gehoord.
Toelichting
- De rechtbank overweegt dat een dat een getuigenverzoek in het algemeen belang niet toewijsbaar zou zijn. Dankbaar vraagt zich af waarom eigenlijk niet. Nergens is in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bepaald dat een getuigenverzoek in het algemeen belang niet toewijsbaar is. Aan het algemeen belang kunnen immers onder omstandigheden zeker bepaalde civiele vorderingen jegens de overheid worden ontleend. Zo is bijvoorbeeld het in de grondwet opgenomen discriminatieverbod in het algemeen belang. Als een individu zich door een overheidsinstantie gediscrimineerd voelt en daar een bepaalde civiele vordering op wil baseren en hij ter ondersteuning van zijn vordering getuigenbewijs wil, dan is dat getuigenverzoek in beginsel toewijsbaar.
- Dankbaar zou deze overweging overigens nog kunnen begrijpen in het geval van een verzoek om een getuigenverhoor in het algemeen belang, zonder dat wordt aangeduid wat dat algemene belang precies inhoudt. Dat is in de onderhavige zaak echter niet aan de orde. Zoals te lezen is in alinea 29 van zijn verzoekschrift om een getuigenverhoor, gaat het hem erom te kunnen beoordelen in hoeverre zijn vorderingen jegens de Staat enige kans van slagen hebben. Dat is een veel duidelijker motivering dan een niet nader onderbouwd getuigenverzoek op grond van het algemeen belang.
Grief 5
- Ten onrechte heeft de rechtbank in overweging 4.10 overwogen dat de veroordeling van Jasper S. dwingende bewijskracht heeft en dat de civiele rechter in een bodemprocedure uit zou moeten gaan van de juistheid van die veroordeling.
Toelichting
- Het punt is juist dat Dankbaar deze veroordeling op goede gronden in twijfel trekt. Hij wijst er in dit verband op dat in het verleden vaak genoeg is gebleken dat een onherroepelijke veroordeling herzien moest worden. Voorbeelden zijn de Puttense moordzaak, de Schiedammer Parkmoord, Ina Post, Lucia de Berk, enzovoort. Overigens is het Dankbaar om het even of Jasper S. een gevangenisstraf ondergaat voor een moord die hij in de ogen van Dankbaar niet kan hebben gepleegd. Waar het Dankbaar om gaat is dat hij wil kunnen bewijzen dat de Staat/ het Openbaar Ministerie al in 1999 heeft gelogen over de ware toedracht van de moord op Marianne Vaatstra, deze inderdaad in de doofpot heeft gestopt, en in dat proces verschillende leugens zijn verkondigd en (ambts-)misdrijven zijn gepleegd. Dat staat los van de pas in 2013 voorgevallen veroordeling van Jasper S. Alleen op grond van die veroordeling kan het getuigenverzoek van Dankbaar dan ook niet worden afgewezen.
Conclusie
- Op grond van bovenstaande omstandigheden en de geformuleerde grieven is Dankbaar van mening dat zijn verzoek om een getuigenverhoor door de rechtbank ten onrechte is afgewezen.
Redenen waarom:
Verzoeker het Gerechtshof verzoekt:
De beschikking van rechtbank Den Haag d.d. 5 maart 2020 te vernietigen en alsnog te bepalen dat het verzoeker wordt toegestaan de verschillende door hem opgesomde getuigen te horen.
Haarlem, 2 juni 2020
T.J. Stapel, advocaat
Het begint op een Houdini scenario te lijken. Sterkte.
LikeLike
Als een theorie gestaafd wordt door feiten is het normaal de theorie verder te toetsen. Was gebruikelijk tot nu toe, in beperkte mate, in de wetenschap. Bij juristen ligt dat blijkbaar helemaal
buiten de logica van de oude Grieken! Hier wordt alleen getoetst aan eerdere verdraaiingen en ontkenningen en verwaarlozingen van aangedragen feiten. Schandelijk!
LikeLike
Prima stuk, Wim. Nu maar weer afwachten hoe de E.A. Van der Meer, Smulders en Honnée hierop gaan reageren.
LikeLike
Van: marcel vrinssen [mailto:m.vrinssen@hotmail.com]
Verzonden: donderdag 17 december 2020 17:08
Aan: Wim Dankbaar
Onderwerp: Re: D200380 Dankbaar / Mauritz (faill.) [D200380_I21326924]
Komt terug, maar met verhaal van je medeplichtige. Dus wacht maar af. Verder heb ik geen probleem met je nieuwe site hoor. Jij zet jezelf meer voor lul als ik. Zoals je weet zijn er een paar journalisten die je uitkotsen. Die straks als mn site wat verder klaar is een link naar mijn site aanmaken. Dus veel bezoekers. Nu al meer dan 100 per dag. Zonder reclame. Allemaal fans van je.
________________________________________
Van: Wim Dankbaar
Verzonden: donderdag 17 december 2020 16:43
Aan: ‘marcel vrinssen’
Onderwerp: RE: D200380 Dankbaar / Mauritz (faill.) [D200380_I21326924]
Thomas zegt dat je inmiddels 5 miljoen van Haico hebt gebeurd. Zeker ook verzonnen? Dat moet wel want Haico is natuurlijk niet zo stom om je eerst 5 miljoen te geven en hem dan te kakken zetten.
Wie heeft er nu voor gezorgd dat je deze content weer moest verwijderen?
https://oplichtermarcel.wordpress.com/marcels-site/
Van: marcel vrinssen [mailto:m.vrinssen@hotmail.com]
Verzonden: donderdag 17 december 2020 16:22
Aan: Wim Dankbaar
Onderwerp: Re: D200380 Dankbaar / Mauritz (faill.) [D200380_I21326924]
Hou lekker bij je. Of stuur het naar je vriend Thomas of zijn zogenaamde vrienden. Met je nep mails.
LikeLike