Ziekenhuis update van Wim.

10 augustus 2020

Om met de deur in huis te vallen: Ik lig in een ziekenhuis met eerste en tweede graads brandwonden over gezicht, schouders, borst en rug. Niet te veel schrikken want mijn verwachting is dat alles gaat genezen zonder littekens. Je zou het niet zeggen want ik lijk nu wel een schilderspalet met alle kleuren van de regenboog.

Wat is er gebeurd? Mijn compleet geschifte celgenoot heeft kokend water uit een snelkoker over mijn hoofd uitgegoten. Dit was rond het middaguur op maandag 3 augustus. Zodra ik bij deze gek op cel kwam wist ik meteen dat er een flinke steek los zat bij deze Surinaamse jongen. Ze hadden me uitgerekend bij de grootste zombie van de afdeling geplaatst. Op sociale vaardigheden scoort hij nul komma nul. De enige manier om hem wat te laten zeggen is hem een vraag te stellen. Zoals: Hoe heet je? Of: waarvoor zit je? Gewapende roofoverval. Hoeveel hebben ze je gegeven? Vijf jaar en TBS.

Ik dacht nog: Heb ik weer, ze zetten me gewoon bij een TBS’er. Ik ging daar toen nog vrij laconiek mee om, maar wel vroeg ik meteen aan de mentor om een andere cel voor me te vinden. Dit was immers al aangekondigd: als het niet gaat met je celmaat geef dat dan aan, dan zoeken we wat anders. Al het andere was goed, want met werkelijk alle andere jongens kon ik het prima vinden. Maar ik zei: het is nog niet heel urgent, ik houd het nog wel even uit. Dat was ook zo, want van 800h tot 1700h was ik toch buiten de deur en ’s avonds kijk ik TV. De interactie met de Surinaamse slungel was al tot een minimum beperkt. Veel andere gevangenen dachten er anders over. Mijn Marokkaanse schaakmaat zei: Ik zou nooit met een TBS’er willen zitten. Zo iemand is ziek en kan gevaarlijk zijn. Stel dat hij ’s nachts een psychose krijgt, dan kan hij je wat aandoen. Ze zijn onberekenbaar. Meerdere jongens deelden zijn mening, vonden ook dat het eigenlijk niet kon. Hoe gelijk zouden zij krijgen! Mijn celgenoot was een tikkende tijdbom.

Voor zover er contact was ging dat vooral over kleine ergernissen over en weer. Het verschil was dat ik ze voor me hield en hij ze uitsprak. Zo vaardigde hij het decreet uit dat ik elke dag moest douchen. Ik zei: maak je geen zorgen, ik douche elke dag. Ook vond hij dat ik de plee bril omhoog moest zetten tijdens het plassen. Ik zei: Ik zit altijd bij het plassen, heb ik van mijn vrouw geleerd. Mmmmmm, vreemd maar wel veilig, gromde hij. Alles wat er uit zijn mond komt is een soort gemompel of gebrom. Zijn idiote smetvrees bleek ook uit een ander incident. Na het voetballen ging ik met mijn bezwete shirt onder de douche. Na deze te hebben uitgewrongen hing ik hem over het badkamerdeurtje boven het afvoergootje. Het plan was om hem verder op de balustrade te laten drogen zodra de deur weer open ging na de middagpauze.

Het was niet naar de zin van meneer. Ik had het shirt niet goed genoeg uitgewrongen. Hij hoorde druppels op het gootje vallen. Drup, drup, drup, hoor je niet hoe irritant dat is? Nee, ik hoorde niks maar om hem ter wille te zijn wierp ik het shirt in de hoek bij de celdeur. Zo, geen gedrup meer. Maar dit was ook niet goed. Dat was toch vies? Weet je niet hoe vies die vloer is? Ik zeg: je bent wel een zeikerd, hè? Je hebt gisteren nog gezogen en gedweild. Als jij dat vies vindt is dat mijn probleem; niet het jouwe. Dat T-shirt is van mij en ik hang het zo buiten te drogen. Onderwijl had ik mij op mijn lip gebeten om mijn eigen ergernissen voor mij te houden. Die waren er genoeg. Zo hield hij de hele dag het gordijn dicht. Dat was beter om tv te kunnen kijken. Daarom was deze cel ook overdag een donker schemerig hol. Hij was de enige van de afdeling met deze gewoonte. Verder had hij zijn stoel als een soort nachtkastje naast zijn bed geplaatst. Dit vernauwde de doorloop in de toch al kleine cel aanzienlijk. Ook hier zei ik niks over, ik zou toch over een paar dagen weg zijn.

Anyway, in alles straalde hij uit dat het zijn cel was met zijn regels. Ik was een lastige indringer in zijn koninkrijkje.  Hij lag ook driekwart van het etmaal in zijn nest. Het actiefst was hij nog ’s nachts. Dan begon hij volgens vast ritueel zijn twee boterhammetjes te smeren met zijn nachtlampje aan. Als ik niet al wakker was dan werd ik het wel. Ik vond mijzelf een hele bink met mijn hoge tolerantiegrens. Ik moest denken aan Yolanthe die ook alles maar slikt. Tot er eindelijk iets gebeurde dat mijn emmer deed overlopen.

Ter inleiding moet ik eerst even vertellen dat er in de bajes enorm veel eten wordt weggegooid. Elke gevangene krijgt dagelijks een diepvriesmaaltijd, maar veel jongens koken zelf en slaan het eten af. Alles wat overblijft wordt na de uitdeling op een tafel in de recreatieruimte gezet. Iedereen mag daarvan pakken wat hij wil. Ook brood, beleg, etc. komt daarop terecht. Aan het eind van de dag stonden er gemiddeld zeker meer dan 10 maaltijden die gewoon in de Kliko belanden. Op onze afdeling konden 48 man, in totaal kunnen 1100 man in deze bajes. Alleen voor Zaanstad praat je dus al over 200 weggegooide maaltijden per dag. Niet om aan te zien in een Coronatijd waarin de voedselbanken om extra hulp vragen. Wat is er nu makkelijker om al dit voer aan de voedselbanken te geven?  Helaas, kan niet vanwege één of ander kut artikel in de voedselwarenwet. Weer een schrijnend voorbeeld van overheidsbureaucratie die goede dingen onmogelijk maakt. René Froger moet dat maar eens snel corrigeren.

Enfin, ik was zelf vooral geïnteresseerd in afgeslagen vruchten yoghurtjes. Op zondagochtend ( 2 augustus) stond ik dus bij de buffettafel om eventuele yoghurtjes te pakken. De jongens waren nog bezig om het spul op tafel te zetten. Ik zag al een krat op de grond staan met onder andere 4 yoghurtjes erin, maar ik dacht netjes te zijn door even te wachten totdat ze op de tafel gezet waren. Zodra dit gebeurd was staat opeens mijn sympathieke celgenoot naast me en grist ze alle 4 voor mijn neus weg. Ik zeg: daar stond ik ook op te wachten, heb je er 2 voor mij?  Geen reactie, behalve weg lopen. Dus ik loop hem achterna en herhaal mijn vraag.

Nee man!, snauwde onze TBS patiënt nu terug. Ik kijk vragend naar de jongens die getuigen waren. Ze maken een graaiende handbeweging voor hun ogen als om te zeggen: iedereen weet dat deze jongen niet spoort. U zult vast begrijpen dat ik mij nu niet meer kon inhouden. Terug op cel zeg ik tegen hem: wat een sociale spast ben jij, klootzak, ik zal blij zijn als ik hier weg ben!  Dan ga je toch weg, rot dan op!, brieste hij.  Daar wordt al aan gewerkt, maak je geen zorgen, antwoorde ik.

Nu bleek een ander aspect van zijn stoornis. Hij vond dat ik niet zo stoer moest doen en gewoon meteen moest oprotten. Dat er eerst een plek op een andere cel moest vrijkomen begreep hij kennelijk niet. Ook niet toen ik het hem uitlegde dat het niet aan mij lag, ik me aan hem kapot ergerde, niets liever wilde dan zo spoedig mogelijk een andere celgenoot. Onheilspellend vroeg hij: wil jij soms problemen met mij? Ik antwoordde dat ik al problemen met hem had en dat ik daar vanaf wilde door te verhuizen. Weer zei hij, nu als stelling: jij wil geen problemen met mij!  Ik zeg: zit je mij nu nog te bedreigen ook? Ik beende naar het bewakerskantoortje om te vertellen wat er gebeurd was. Dat hij nu ook wist dat ik weg wilde en dat de sfeer er niet beter op werd. Ze zeiden dat er woensdag een plek vrij kwam en ook wie de nieuwe celmaat was. Dat vond ik prima, want dit was een geschikte kerel met wie ik al kennis had gemaakt. Verder was er geen slechte keus mogelijk want met iedereen op de afdeling kon ik overweg.

Dezelfde bewaker zat later een pot schaak te spelen met mijn schaakmaat. Jij moet tegen de winnaar, Wim! Terwijl ik hun spelletje volgde uitte hij nogmaals zijn zorgen over mijn celgenoot. Stel nou dat hij zijn vrienden bij elkaar trommelt om Wim in elkaar te slaan. Vrienden? Vraag ik , heeft hij die dan? Volgens mij vindt iedereen hem een zonderling, ik zie hem nooit met iemand samen. Ja, ook volgens de bewaker was het een lone wolf. Ik zei dat ik het nog wel een paar nachtjes uithield. Ik zou gewoon niks meer tegen hem zeggen. 

Hoe naïef was ik om de situatie zo verkeerd in te schatten.  Achteraf besef ik dat, maar ik had nooit in de situatie gebracht mogen worden om überhaupt iets in te schatten. Justitie had die situatie in moeten schatten en ik had nooit op één cel met een TBS’er mogen zitten. Je krijgt niet voor niets TBS, dan is er echt wel wat aan de hand. Achteraf bedacht ik me ook dat ik nooit op één cel zou willen zitten met bijvoorbeeld een Thijs H, die drie nietsvermoedende wandelaars doodstak. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat een TBS’er nooit op een reguliere afdeling wordt geplaatst en al helemaal niet met een reguliere gevangene samen op één cel.

Dat dit nog geen wettelijk vastgelegde regel is, is te zot voor woorden. Ik heb dat met de nodige schade letterlijk aan den lijve ondervonden, hetgeen ik justitie uiterst kwalijk neem. De Staat gaat dat nog wel merken. Het is al een schande dat er niet eens verteld wordt dat je bij een TBS’er wordt gezet. Daar moest ik zelf achter komen. Terug op cel heb ik alleen nog tot de zieke geest gezegd dat ik woensdag weg zou zijn. Verder heb ik hem geen woord of blik meer waardig gegund. U begrijpt dat de spanning in de cel te snijden was, maar weinigen konden bevroeden waar deze in zou uitmonden. Justitie had het wél op haar vingers na kunnen tellen. Die had immers zelf de diagnose TBS gegeven. Die nacht gebeurde er nog niets. De volgende ochtend vroegen diverse jongens of het nog houdbaar was. Jawel hoor, zei ik, ik vermijd gewoon elke interactie. Eind van de ochtend werden we weer ingesloten voor de middagpauze. De celgenoot lag zoals gewoonlijk weer in zijn nest. Ik klom naar het bovenste bed om wat tv te kijken. Ik lig daarbij met mijn hoofd rechtop tegen een kussen. Ondertussen hoor ik mijn celgenoot opstaan. Hij gaat vast koffie zetten, dacht ik, toen hij in de badkamer de waterkoker vulde. Ik dacht er niets van omdat hij dit wel vaker deed. Ik dacht bovendien dat hij zich bij de wapenstilstand had neergelegd.

Terwijl op de achtergrond de waterkoker naar de 100 graden pruttelt, ben ik gefocust op de tv, nietsvermoedend van wat komen gaat.  Ik realiseer me dan ook nauwelijks dat hij plotseling naast me staat met zijn arm omhoog, in zijn hand de snelkoker, die haar inhoud over mijn hoofd prijsgeeft.

Beseft u dat liggend op je rug een vrij weerloze positie is. Je doet niet zomaar een stap opzij. Terwijl ik overeind probeer te komen volgt hij me met de waterkoker. Ondertussen slaat hij op mijn hoofd met iets hards in zijn andere hand. Met wat heb ik niet gezien maar niet met zijn blote vuist, getuige de slagwondjes op mijn hoofd en handen die ik afwerend over mijn hoofd zal hebben geplaatst. Eindelijk zit ik rechtop buiten het bereik van de snelkoker. Door de adrenaline voel ik de pijn nog niet echt. Het flitst door mijn hoofd: dit roofdier wil me vermoorden. Ik was al begonnen met roepen: au, au, au, help, help, help!  Ik kan u verzekeren dat ik mij nog nooit zo opgesloten in een cel heb gevoeld.  Ik zag echter ook dat het beest zijn aanval had gestaakt. Nu schreeuwde hij: En nu die mensen bellen dat je oprot! Je wilde toch weg?

Terwijl ik van het stapelbed naar beneden klim, probeer ik hem te kalmeren: Ja ik ga ze nu bellen! Ik druk op de intercom. Het lijkt wel een eeuw voor er een reactie komt, in werkelijkheid zal het een paar seconden zijn geweest. Ik weet niet meer wat ik zei, maar ongetwijfeld dat ze open moesten doen, dat ik aangevallen werd door mijn celgenoot. Weer leek er een eeuw voorbij te gaan voor het luikje open ging. De ontzetting op mijn gezicht zal genoeg gezegd hebben. De deur ging open. Ik zeg de twee bewakers dat hij heet water over me heeft uitgegoten. De man en vrouw zijn nu ook in paniekmodus. Ik zeg dat ik onder koud water moet. In draf ren ik met hen mee naar beneden.

Conform het protocol om geen namen te noemen, noem ik ze even Hans en Grietje. Op de trap zeg ik nogmaals: een koude douche heb ik nodig. Ik merk enige aarzeling bij de bewakers. Die is er niet zegt Grietje, alle douches staan op warm afgesteld. Dan de kraan in de keuken, zeg ik. In de ruime keuken begint Grietje met koelen door me met lauw water te overgieten, ik had mijn T-shirt inmiddels uitgetrokken. Ze doet dit met een kom die ze steeds onder de kraan vult, het mag niet te koud zijn, weet Grietje. Ze blijkt een schat van een mens, mijn eerste hulp engel.

Die gozer mag nooit meer met iemand op één cel, mopper ik.  Die is nu niet belangrijk, zegt Grietje, jij bent nu belangrijk. Ze is bang dat ik van mijn stokje ga en blijft tegen me praten. Ze heeft liever dat ik op een stoel ga zitten, Uiteindelijk doe ik dat. Ze vraagt steeds weer hoe het gaat en of het pijn doet. Zolang dat water komt, gaat het wel, zeg ik. Intussen is de keuken volgestroomd met bewakingspersoneel. Er wordt koortsachtig overlegd en gedaan voor het vervolg. Iemand belt met het ziekenhuis en moet kennelijk verslag doen van de situatie. Het is vrij ernstig, hoor ik zeggen. Grietje vult aan: de vellen hangen er bij.

Nu had ik zelf al wel mijn bovenarmen en borst gezien en vond het nogal meevallen. Ik zag wel dat de huid rood was, maar die leek verder intact. Nu zag ik dat er inderdaad op sommige plekken blaren waren ontstaan, waar de huid los liet. Ondertussen bleef ik aanspreekbaar, maar begon ik onderkoeld te raken. Ik hoorde iemand zeggen dat mijn temperatuur nog maar 34 was. Mijn lichaam begon te rillen, ik kon dat beven nauwelijks stoppen. Grietje wilde dat ik nu ging liggen. Dat kon op een kunstleren bank in de tv-hoek van de keuken. Ondertussen bleef Grietje water over mij heen gieten. Ze vroeg of ik zo rustig mogelijk adem kon halen, dat zou het trillen stoppen.

Ik vroeg haar hoe het met mijn gezicht was. Daar is helemaal niets mee aan de hand, meende zij. Dit stelde mij gerust, het laatste waar ik op zat te wachten zijn littekens in mijn gezicht. Toch heeft zij zich laten foppen want later werden wel degelijk ook brandwonden in mijn gelaat zichtbaar. Gelukkig niet ernstig genoeg om niet vlekkeloos te genezen, ondanks de korsten die ik daar nog heb. Verder zei ze dat de ambulance onderweg was. Die bleek inderdaad kort daarna te arriveren. Het ambulance personeel legde me aan een infuus en wikkelde mij in een warm houdende folie. Dit deed het trillen stoppen en op een of andere manier bleef ook de pijn dragelijk. Het zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met het wondergoedje uit het infuus.

Ik werd op een brancard uit de bajes gereden en in de ambulance geschoven. Grietje ging ook mee. De ambulance verpleegster informeerde me dat ze me 50 gram fentanyl had gegeven via het infuus. Ze zou er nog 50 bij doen als ik pijn bleef houden. Ook zei ze dat ik eerst naar een ziekenhuis ging. In overleg met het brandwondencentrum zou dat nader bepaald worden. Nadat ik in het ziekenhuis was opgevangen telefoneerde een vrouwelijke arts met het brandwondencentrum over mijn situatie. Al gauw werd besloten dat het brandwondencentrum toch beter was. Eerst kreeg ik nog een tetanusprikje en werd ik op een stoel onder de lauwe douche gezet. Weer op de brancard werd me verteld dat ze me een catheter zouden geven. Dit was belangrijk om de nierfunctie in de gaten te houden, of ik wel bleef plassen. Omdat je bij brandwonden veel vocht verliest kan dit een aanslag op de nieren zijn. Je moet goed blijven drinken om het vocht aan te vullen. Met de catheter konden ze dan monitoren of de nieren het vocht gewoon blijven afvoeren.

Ze legde mij uit dat het een slangetje was dat door de penis in mijn blaas geschoven werd. Zo werd de urine dan door dat slangetje in een zakje opgevangen. Is het pijnlijk?, informeerde ik enigszins bezorgd. Neuh, antwoordde ze weinig geruststellend. Ik zal niet zeggen dat ze me gefopt had, maar dat inbrengen van dat onding voelde je wel degelijk. Veel erger was dat het ding een continue onaangenaam gevoel teweeg bracht. Net of je hoognodig moet plassen, maar niet kan omdat je pisbuis verstopt lijkt. Het ding werkte wel want het zakje vulde zich met urine, maar dit nam de voortdurende aandrang om te plassen niet weg. Elk mens weet wat een opluchting het geeft om een volle blaas te legen. De catheter zorgt ervoor dat die opluchting nooit komt. Ik weet nu dat ik het ding resoluut had moeten weigeren, het zou mijn grootste marteling van die dag worden.

Ook had men herhaaldelijk gevraagd of ik nog pijnstillers nodig had. Ik had steeds nee gezegd omdat ik de pijn tot nu toe dragelijk vond. Dit stuitte nogal op ongeloof, maar ik zei dat als ik pijn had dit echt wel zou aangeven, maar pijnstillers onnodig vind als er geen pijn te stillen is. Een verpleegster zei tegen de binnengekomen arts: Wim vindt dat we een beetje overdreven doen, maar dat vinden wij niet. Ik protesteerde dat ik dat absoluut niet had gezegd. Het zou een voortdurende strijd blijven tussen Wim en de verpleging, ik heb inmiddels tig keer moeten uitleggen dat ik geen medicijnen hoef die geen rol te vervullen hebben.

Ik werd weer in de ambulance geladen. Grietje ging ook weer mee, nu ook met een jongen van de justitiële vervoersdienst. In de ambulance heb ik ze op hun verzoek nog een keer verteld wat er gebeurd was. Deze keer vertelde ik ook dat justitie grove steken had laten vallen met een dergelijk soepel cel beleid voor Tbs’ers dat andere gedetineerden in gevaar brengt. Daar waren zij het hartgrondig mee eens. In het brandwondencentrum werd ik in een mooie ruime kamer geïnstalleerd. Al gauw stonden er een stuk of 6 mensen om mij heen, artsen en verpleegsters. Ik hoorde allerlei instructies zoals welke zalf waar moest. Nadat de artsen verdwenen waren gingen 2 verplegers, man en vrouw, met me aan de slag. Ze vertelde keurig wat ze deden en waarom. Alle losse velletjes werden verwijderd met een pincet of zachte doek. Dit was nodig voor een optimale werking van de zalf. Ook leerde ik dat brandwonden waarbij huid los komt of blaren ontstaan sowieso 2e graads zijn.

Ze waren zeer verbaasd dat ik geen pijnstillers wilde. Dat hadden ze eigenlijk nooit meegemaakt. Kennelijk hoorde bij dit wondbeeld pijnstillers. Ik verzekerde hen weer dat alles nog dragelijk was. Ik zei dat pijn de hersens ook laat weten dat het lichaam hard aan het werk is en dat ik dat waarschuwingssysteem niet volledig wil verdoven. Ze vonden me maar een bikkel. U heeft denk ik een hoge pijngrens, zei de vrouw. Het is een bijzondere ervaring als je plotseling en noodgedwongen bij zulke fijne vakkundige mensen bent. Uit alles straalde dat ze wisten wat ze deden, dat gold voor alle verplegers die de dagen erna kwamen. Als je plotseling zelf zorg nodig hebt, dan besef je pas wat een nobel beroep dit is. En die voortdurende bezorgdheid of ik geen pijn had. Mensen die dit beroep kiezen zijn een ondergewaardeerd geschenk voor de samenleving.

Mijn wonden werden ingesmeerd met een dikke laag verkoelende zalf, genaamd Flammazine. Vervolgens werd alles bedekt met allerlei gaasjes en verbandjes. Deze werden dan weer bij elkaar gehouden door een hemd van gaas dat met touwtjes aan elkaar werd geknoopt. Ik merkte dat het voor hen een routine klus was, maar ik was behoorlijk onder de indruk van zoveel expertise die zo vanzelfsprekend leek. Ik voelde mij safe onder deze deskundige handen.

Nadat ik zorgvuldig was ingepakt, werd ik alleen gelaten. Dit gaf mij tijd om de gebeurtenissen te laten bezinken. Het verbaasde mij ook dat ik relatief weinig pijn had. Mijn vader, ook arts, had mij ooit verteld dat brandwonden de meest pijnlijke zijn. Ik wist dat zelf ook al wel omdat ik als kind mijn hand had verbrand aan een kookplaat. Ik ging daarna wel naar school maar weet nog dat de pijn niet te harden was als ik mijn hand niet in een bord koud water kon leggen. Dit had ik nu niet, terwijl deze verbranding toch veel groter en ernstiger was. Het voelde alsof ik flink te lang in de zon gezeten had. Elk kind is weleens door de zon verbrand geweest zodat je er nauwelijks van kon slapen, maar zo erg voelde dit niet eens. Misschien komt het ook omdat ik me op meer pijn had ingesteld.

Dat kon ik niet zeggen over die klote catheter. Ik had er al over geklaagd bij Michael die me verbonden had. Die had al wat lucht laten lopen uit het balletje van de catheter in de blaas. Dat balletje zorgt ervoor dat de catheter op zijn plaatst blijft. Hij meende dat daarmee de druk op de plaszenuw verlicht  zou worden. Hij had het mis want er veranderde niets. Ik lag te denken: het is een geluk bij een ongeluk dat ik de pijn van de verbranding kan dragen, maar nu zal die kut catheter mij uit mijn slaap houden? Het is geen ding die mijn genezing bevorderd, het is puur om te monitoren of ik wel blijf plassen. Dat kunnen ze ook door me in een urinebeker te laten plassen.

Ik druk weer op de knop voor Michael en leg hem dit uit. Ik eis dat de catheter eruit gaat. Michael moet even overleggen met de arts en komt even later melden dat het akkoord is. Eindelijk ben ik van die marteling verlost en krijg ik een urinebeker. Tevreden over mijn assertiviteit begin ik nu over de rest na te denken. Ik merk dat de uitlaatklep voor de traumatische ervaring een enorme haat is jegens de klootzak die ervoor verantwoordelijk is. Ik probeer te begrijpen hoe iemand tot zo’n intens lage daad kan komen. Het lukt mij niet, maar tegelijkertijd besef ik dat een gezond mens zich niet in een zieke geest kan verplaatsten. Ik bedenk me dat de hersenen het meest complexe orgaan van het lichaam zijn waarvan alles mee kan misgaan.

Net zoals je geboren kan worden met een hartafwijking of een slecht functionerende nier kunt ontwikkelen, kan dat met het brein natuurlijk ook. De defecten in de schedel van mijn celgenoot zijn niet te repareren, hooguit met een hersentransplantatie maar zover is de wetenschap nog niet. Het liefst zou ik met een honkbalknuppel zijn kop tot Chili con carne slaan, maar dan ben ik zelf ook weer de Sjaak. Genoegdoening krijg ik ook uit de wetenschap dat dit monster vrijwel zeker nooit meer vrij komt. Met dit voorval erbij heeft hij bewezen hoe ziek hij is. Dit is nog laffer dan een roofoverval. Hoe kom je erbij om iemand met heet water te overgieten? En dan ook nog in een kwetsbare positie, liggend op een stapelbed.

Zo iemand heeft een totaal gebrek aan empathie en kan oorzaak en gevolg van zijn handelen niet met elkaar verbinden. Knettergek als je bedenkt dat er toch iets van voorbedachte rade inzit. Hij heeft 5 minuten de snelkoker aangezet om zijn plan uit te voeren. Laffer kan niet want met het kokende water ontnam hij me ook de mogelijkheid tot verdediging. Primitieve instincten zijn het enige dat dit dier drijft, complexe gedachten of afwegingen bestaan niet. Hij heeft alleen maar een hersenstam voor de basisfuncties. Definitief is bewezen dat Tbs hem ook niet kan redden.

Dat hij het IQ van een kakkerlak heeft blijkt uit het feit dat hij niet heeft stilgestaan bij de gevolgen voor hemzelf.  Hij krijgt minstens dezelfde 5 jaar erbij met levenslang Tbs. hij heeft niet bedacht dat hij eerst 14 dagen in isolatie gaat en daarna naar de EBI Vucht. Het is nu te laat om zich af te vragen of het hem allemaal wel waard was.

Dit werd mij verteld door een bewaker die op bezoek kwam om te informeren hoe het gaat en namens de hele afdeling beterschap te wensen. Ook de gedetineerden leefden erg mee, liet hij weten. Het was voor het personeel ook een leermomentje geweest. Nooit meer zou een Tbs’er op hun afdeling komen. De gevangenis had ook aangifte gedaan. Terwijl ik dit allemaal bedenk word ik steeds kwader op justitie. Het bewakingspersoneel verwijt ik niks, die zijn er om regels uit te voeren, niet om ze te maken. Maar kennelijk zit er hogerop ook geen slimmerik die bedenkt dat een Tbs gek niet op een reguliere afdeling mag, laat staan op één cel met een reguliere gevangene.

Kan niemand ook bedenken dat een snelkoker een moordwapen is in handen van een psychopaat? Hoe stom en incompetent kan justitie zichzelf maken? Ik realiseer me dat justitie deze zware mishandeling, verminking en poging tot doodslag heeft gefaciliteerd. Ze kunnen een heftige aanklacht en schadeclaim tegemoet zien. Een paar dagen later word ik weer verbonden door 2 verpleegsters. Dat is het vaste ochtendritueel: verband los knippen zodat dit makkelijk losweekt onder de douche, voorzichtig droog deppen, dan in bed om opnieuw ingesmeerd en verbonden te worden. Het is een behoorlijk intensieve verzorging.

Ze hebben het erover dat ze nog wat van mijn haar willen scheren. Haal alles er maar af, zeg ik, beter geen haar dan half haar. Geef mij maar een Wesley Sneijder look. Ik zeg tegen de dames: soms kun je blij zijn dat je in deze tijd leeft, ik moet er niet aan denken hoe dit in de middeleeuwen afgelopen was. Dan was je waarschijnlijk dood geweest zei de één. Alleen al door uitdroging vulde de ander aan.

Hierdoor bedacht ik dat het behalve mishandeling en opzettelijk toebrengen van letsel ook een poging tot moord is. Met een element van voorbedachte rade nog wel. Zonder hedendaagse medische zorg had ik het waarschijnlijk niet gered. Het is bijna hetzelfde als iemand dood schieten. Ik hoop voor de dader dat hij een topadvocaat krijgt. Die zal hij nodig hebben. Ik ben ook benieuwd hoe de Staat zich hierin gaat verdedigen.

Tot zover, binnenkort meer, onder meer over de totaal onverwachte walgelijke overplaatsing naar de ziekenhuisgevangenis in Scheveningen.

Over Wim Dankbaar

researcher/publicist/ondernemer
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

16 reacties op Ziekenhuis update van Wim.

  1. stan gielen zegt:

    Wat een afschuwelijk verhaal Wim. Heel veel sterkte en ik hoop dat die klootzak hier een flinke straf voor krijgt.

    Like

  2. H.C Klomp zegt:

    Beste Wim,
    Wat jij toch allemaal mee moet maken, het is hemeltergend. En dan te denken dat dat voort komt omdat de overheid zo smerig is in jou zaak. Het meeste heb ik gevolgd het is meer dan erg. Niet jij hoort in de gevangenis, maar die corruptelingen van rechters met aanhang en niet te vergeten de regering die zou moeten zorgen met wetten dat de rechtspraak wel eerlijk moet zijn. Het tegendeel is waar. De echte machtigen fluisteren de rechters in. Onafhankelijke rechtspraak is een grote leugen. Ikzelf heb het meegemaakt. Ik ben voor drie miljoen benadeelt, Zijnde oplichting, vernieling en onrechtmatig wegnemen van 13 kostbare oldtimers. Dit alles om mij geestelijk kapot te maken.
    Dit alles na een 15 jaren durende rechtszaak. Dan te weten dat in een paar uur het mogelijk was om de oplichting vast te stellen.”IN NAAM DER KONING” Hij moest zich de ogen uit zijn kop schamen omdat hij het uit zijn naam goedvind.Dit is mijn mening.
    Zie : http://www.rechtmachtmisbruik.com

    Like

  3. meret zegt:

    Wim, je kan zo weer een boek vullen met je belevenissen, ik raad het je zelfs aan. Wordt een bestseller.

    Like

  4. fruitarier zegt:

    Mijn God, wat een drama!
    Waarom zit je hier eigenlijk? Dat heb ik even gemist!

    Heel veel sterkte en laat die overheid ook hier weer de ogen uit de kop schamen! Levensgevaarlijk allemaal!

    Like

  5. Adhesie zegt:

    IJzingwekkend om te moeten lezen Wim! GV$!
    Dat kan weinig anders worden dan een aangifte van zware mishandeling of zelfs poging tot doodslag!!!

    Ik volg jouw blog al een jaar of 8 – de materie die je behandelt vind ik regelmatig interessant om te volgen en anders is het wel meeslepend. Vind je opstelling vaak die van een soort gefixeerde autist, stronteigenwijs en zelfdestructief tegen beter weten in en uiteraard die van een complotwappie die liever gelijk krijgt dan het ook heeft. Laat onverlet dat wat jou nu overkomt way too far is en je je ergste vijand niet gunt!

    Heel veel sterkte gewenst en hopelijk snelle beterschap en gerechtigheid ook! Des te meer reden nog om niet, NOOIT op te geven en te blijven strijden!

    Like

  6. Hans Palenlader zegt:

    Wat een nachtmerrie! En alweer een bevestiging hoe klote het (niet) is geregeld in dit land met een beleid dat dergelijke situaties faciliteert.

    Like

  7. Hans Palenlader zegt:

    Ik wil niet discrimineren, maar ik zou liever ook niet met een reusachtige surinamer in de cel durven te zitten. Er zijn vast ook wel goeie surinamers, maar die kom je in de gevangenis natuurlijk niet tegen

    Like

  8. rmstock zegt:

    Ongelofelijk. Wat bezielt die gast ? En niet alleen je cel genoot, maar de gevangenis directie ? hier klopt iets niet. In de tussentijd worden her en der wordpress websites gesloten en afgesloten, zoals bv maudoortwijn en donquijotte. Ikzelf moest een aantal weken zitten voor wet Mulder, gelukkig zat ik alleen op cel. De laatste week kwam er iemand uit Polen of Oekraïne in de cel, en die stond net als jouw cel genoot op tilt. Ik was net op tijd weer op vrije voeten.

    Beterschap toegewenst, overplaatsing aanvragen en
    vervroegd met proef verlof.

    Like

  9. meret zegt:

    Het is natuurlijk de bedoeling dat Wim uit de weg wordt geruimd. Als een TBS gek dat voor hen op knapt, kunnen ze mooi hun handen in onschuld wassen. Een moord meer of minder liggen ze bij de overheid niet wakker van.

    Like

  10. Japi zegt:

    “Ik hoop voor de dader dat hij een topadvocaat krijgt. Die zal hij nodig hebben.”
    Als ik even cynisch mag zijn: is dat niet een geschikte klus voor Yehudi Moszkowicz?

    Like

  11. Piet Haan zegt:

    Tis alweer een tijdje sinds ik rechtiskrom bezocht maar hier schrik ik wel van.. het lijkt erop dat justitie of heel dom is of dit gewoon expres veroorzaakt heeft.

    Is de gestoorde laffe surinamer expres bij Wim geplaatst? Wist justitie als je een tbser bij iemand in de cel gooit die maar 3 maanden moet zitten dat die tbser zulke verwerpelijke dingen gaat uitvreten?

    Het kan ook gewoon pure pech zijn maar het is toch apart dat dit uitgerekend Wim moet overkomen. Sterkte Wim.

    Like

  12. m zegt:

    Ha Wim, Boegem-zalf werkt ook goed!
    Groeten, Marc

    Like

  13. Ploeger zegt:

    Heel veel sterkte. Je bent nu in elk geval in een omgeving met mensen die het allerbeste met je voor hebben. In het ziekenhuis laat het personeel je nooit in de steek, Daar werken mensen met heel veel hart voor hun zaak. Mag dit nog een troost zijn?

    Like

  14. Bertus zegt:

    Beste Willem,

    Van tijd tot tijd lees ik je blog, doe dit al vele jaren.
    Eigenlijk sinds ik je boek kocht en bij je ophaalde we hebben toen nog een stukje getoerd op je brommer in de duinen.

    Van dit verhaal schrik ik echt!
    Hoe kan je iemand bij een TBS-er in de cel zetten, dat moet opzet zijn.

    Heel veel sterkte en ik hoop dat het geen littekens achterlaat.

    Like

  15. Jean Lambrecks zegt:

    Wim, we hopen dat je snel beter wordt. Jean Lambrecks en Éls

    Like

  16. Mike zegt:

    Ha Wim, ik leef met je mee. Heel de overheid en de gerechtelijke macht is ene corrupte bende. Dat weten we al heel lang. Het erge is, ze maken het met de dag bonter. Tot de wal het schip keert. Dat stel schorremorrie komt ooit nog wel eens aan de beurt. Wat ze jou hebben gedaan, is met geen pen te beschrijven. Maar ze helpen nu ook de hele middenklasse naar de bliksem met hun desastreuze maatregelen, die nergens toe dienen dan de boel kapot te maken en de bevolking vast te klinken aan de overheid, we zijn hard op weg naar het China of Noord Korea van het westen te worden. De narigheid is dat het overgrote deel van de bevolking nog slaapt of het wel best vindt totdat zij ook de pijn zullen voelen. De economische krimp 2020 zal enorm zijn; ik stel mij in op 25%. De overheid volgt het duivelse WHO beleid waar zij zich in 2005 met nog 200 andere landen aan hebben geconformeerd. Dat alles achter het rookgordijn Covid 1984. Ik zou je met alle liefde een paar tubes boegem balsem hebben willen bezorgen, maar lees het pas vandaag. Ik hoop dat de verzorging in Scheveningen oké is en je weer 100% mag herstellen. Ik wens je een voorspoedig herstel en alle goeds! Heel veel beterschap! Mike

    Like

Plaats een reactie