Advies aan de heer Hoogendoorn

Van: Wim Dankbaar [mailto:dank@xs4all.nl]
Verzonden: zaterdag 26 februari 2022 11:29
Aan: hoogendoorn@moszkowicz-law.nl; moszkowicz@moszkowicz-law.nl
Onderwerp: Advies voor de heer Hoogendoorn

Geachte heer Hoogendoorn,

Onderstaand vindt u twee brieven die ik aan de heer Gurwara heb gestuurd.  De eerste brief is reeds van 7 mei 2018. De andere brief is recent van 28 januari 2022. Deze laatste brief heb ik hem gestuurd met een gefrankeerde antwoordenvelop. Ik kan u melden dat de heer Gurwara nooit heeft gereageerd op de brieven, evenmin op telefonische verzoeken om mij terug te bellen. Verder is mij gebleken dat als hijwel zelf opneemt, hij direct de verbinding verbreekt, zodra hij mijn naam hoort.

Ik geef u ter overweging om zelf de vragen uit mijn brief van 28 januari  2022 aan de heer Gurwara te stellen met het verzoek de vragen schriftelijk te beantwoorden. Dit lijkt mij vanuit uw positie opportuun in verband met uw verweerschrift op mijn recente dagvaarding, waarin ik u onder meer het strafbare feit van (het aanzetten tot) valsheid in geschrifte ten laste leg. Van mijn advocaat heb ik begrepen dat u aanstoot neemt aan mijn beschuldiging en mijn advocaat min of meer verwijt zich schuldig te maken aan overtreding van gedragsregel 7, die ik daarom even heb opgezocht.

Regel 7:  Geen ongepaste uitlatingen.

Toelichting: De advocaat dient zich niet onnodig grievend uit te laten.

U dient ten eerste te begrijpen dat de beschuldiging geheel voor mijn rekening is. Ten tweede meen ik deze op goede gronden te doen. Het lijkt mij daarom meer op u weg te liggen om de vragen uit mijn brief aan de heer Gurwara te stellen, waarop ik geen antwoorden krijg. Eén en ander lijkt mij ook opportuun in verband met de tuchtklacht die ik tegen u heb ingediend, welke zoals u weet op 11 april aanstaande ter zitting in Arnhem wordt behandeld door de Raad van Discipline.

Overigens terzijde blijf ik mij verbazen dat u en uw cliënt Faek Mustafa kennelijk geen aanstoot meer nemen aan mijn stelling dat Mustafa getuige is geweest van de moord op Marianne Vaatstra en derhalve de ware toedracht van deze moord, alsmede de werkelijke moordenaar(s) kent.

Met vriendelijke groet,

W.J. Dankbaar

Hoogendoorn

Leiderdorp, 28-1-2022

Geachte heer Gurwara,

Bijgaand stuur ik een verklaring van u die door de heer Faek Mustafa is ingebracht in een rechtszaak tegen mij. Ik vraag u het volgende:

– Is de verklaring door u opgesteld?

– Is de verklaring door u ondertekend?

– Staat u achter de inhoud van de verklaring?

– Heeft de heer Mustafa u gevraagd om deze verklaring schriftelijk op te stellen, of was het uw eigen idee?

– Heeft u uw geld inmiddels van de heer Mustafa teruggekregen?

Met vriendelijke groet,

W.J. Dankbaar

Florijn 1

2353 TC Leiderdorp

071-5238788

dank@xs4all.nl

Geachte heer Gurwara,                                                                                        Overveen, 7 mei 2018

U heeft een brief geschreven (zie bijlage) aan de heer Faek Mustafa, welke brief in een rechtszaak is gebruikt als stuk van overtuiging tegen mij.  De inhoud van uw brief is aantoonbaar in strijd met de waarheid en levert daarom het strafbare feit op van valsheid in geschrifte, alsmede een opzettelijke onrechtmatige daad jegens mijn persoon met mogelijke schade als gevolg, waarvoor ik u aansprakelijk zal houden. Ik ga ervan uit dat u daadwerkelijk de auteur van de brief bent. Zo niet, verzoek ik u dit per omgaande aan mij te melden, dan heeft iemand uw identiteit misbruikt. U stelt in de brief dat ik u meerdere keren telefonisch heb gesproken. De waarheid is dat ik u slechts één keer telefonisch (op vriendelijke wijze) heb gesproken en dit was ergens eind 2014, meer dan 3 jaar geleden. Ik vroeg u in dat gesprek of u bevriend bent met Faek, hetgeen u bevestigde. Ik herinner mij nog goed dat u hem een “schatje” noemde en dat gold ook voor zijn vrouw. Ik heb u verteld dat ik dezelfde indruk was toegedaan. Daarop heb ik u verteld dat ik over bewijzen beschik dat hij ongewild getuige is geweest van de moord op Marianne Vaatstra en dit op diezelfde dag ook aan de politie heeft verteld. Ik heb u voorgehouden dat ik meen dat hij dit zou moeten vertellen en heb u gevraagd of u als vriend die boodschap aan hem zou willen overbrengen. Ik zegde mij toe dat u dat zou proberen. Vervolgens heb ik nooit meer iets van u gehoord en u ook nooit meer gesproken. Ook heeft u mij nooit verzocht om geen contact meer met u op te nemen, zoals u in de brief stelt. Dat ik niet opgehouden ben met bellen is dus al helemaal niet waar.

De valsheid van uw brief blijkt verder uit het feit dat u suggereert dat ik u (of uw personeel) zou hebben lastiggevallen nadat u in november 2016 een lening van 20.000 euro in contanten aan Faek zou hebben verstrekt.  En dat u daarom die lening per omgaande terugeist. Dit is uiteraard onmogelijk als ik u slechts 1 keer in 2014 heb gesproken. Het heeft u kennelijk ook niet weerhouden om twee jaar later een contante lening aan Faek te verstrekken, als dat al waar is. 20.000 euro is een ongewoon groot bedrag om in contanten te verstrekken, hetgeen al de vraag doet rijzen of het wel waar dat u een dergelijke lening heeft verstrekt. Dat u dergelijke bedragen in kas heeft, is minst genomen onwaarschijnlijk, nog los van het feit dat u in uw brief stelt geen duidelijke afspraken te hebben gemaakt over de aflossing, plus het feit dat u de beweerde overeenkomst niet produceert. Uit drie andere brieven van beweerde financiers van Faek, (zie bijlage) zou bovendien moeten blijken dat Faek reeds 60.000 euro elders heeft geleend. De vraag is of u hiervan op de hoogte was, en zo ja, waarom u daar nog 20.000 euro bij zou doen. Deze heren stellen ook dat ik hen heb benaderd, en daarom hun leningen willen intrekken, terwijl ik deze heren niet ken, laat staan ooit heb gesproken, laat staan bij hen langs ben geweest. Het heeft er alle schijn van dat u  en deze heren zich geleend hebben om via valsheid in geschrifte Faek een dienst te bewijzen en mij op strafbare wijze schade te berokkenen.  Ik nodig u uit om mij voor donderdag 10 mei aanstaande mede te delen waarom u deze brief in strijd met de waarheid heeft opgesteld, en op wiens voorstel of opdracht. Mocht u geen nadere uitleg willen geven, dan zal ik aangifte tegen u doen van valsheid in geschrifte, u oproepen als getuige in de rechtszaak waar uw brief deel van uitmaakt, alsmede u betrekken in een civiele procedure wegens onrechtmatige daad met schade als gevolg.

Met vriendelijke groet,

Wim Dankbaar

Zijlweg 14a

2051 BB Overveen

023-5268730

Over Wim Dankbaar

researcher/publicist/ondernemer
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s