Geachte mevrouw Preenen,
Ik ontdekte vandaag deze podcast met u:
Met verbazing heb ik zitten luisteren. U onderwijst de luisteraar over normen en waarden, rechtvaardigheid, moraal, ethiek, uw kijk op het leven en hoe u denkt te kunnen bijdragen aan een betere maatschappij. Men zou u bijna sympathiek gaan vinden. U wordt geprezen als “autonoom, zuiver en betrokken”.
“Sue Preenen is autonoom, zuiver en betrokken. Leerde al vroeg om adaptief te zijn en om altijd te kunnen vertrouwen op zichzelf. Ze vertelt hoe ze nu als leidinggevende dit vertrouwen ook in anderen stelt. Een eerlijk en openhartig gesprek over accepteren van wat je niet veranderen kunt. En over hoe zij wil bijdragen; als rolmodel aan meer diversiteit en inclusiviteit binnen het Openbaar Ministerie. En aan een mooie wereld die we hebben na te laten voor de generaties na ons.”
U laat ons in deze podcast bovendien een kijkje nemen in uw privé leven. Hoe kan het dat ik van al deze eigenschappen niks merk? Ik stel dat uw officier van justitie mevrouw Kirsten Sanders mijn aangifte tegen Faek Mustafa heeft geseponeerd met een leugen, zijnde:
“Ten aanzien van de valsheid in geschrifte is uit onderzoek gebleken dat, zoals u stelt in uw aangifte, de verklaringen niet op schrift zijn gesteld door de getuigen zelf. Wel waren zij op de hoogte van de inhoud van de verklaringen en stonden zij achter de inhoud daarvan. Dat maakt dat er geen sprake is van valsheid in geschrifte.”
Dit is al een onwaarheid, want verklaringen die niet opgesteld zijn door de getuigen zelf, is al per definitie valsheid in geschrifte. Tenzij een andere persoon eventueel gemachtigd is om verklaringen voor hen op te stellen, maar dat is hier niet het geval. Nog daargelaten dat de OvJ weglaat dat de getuigen ook hebben verklaard dat niet hun handtekeningen onder de verklaringen staan. Een vervalste handtekening is natuurlijk zeker valsheid in geschrifte in optima forma. Dankbaar heeft aangifte willen doen tegen deze officier, maar de politie weigerde deze aangifte op te nemen in opdracht van het OM parket Noord Holland. Dus in feite in opdracht van de officier mw. K. Sanders en de hoofdofficier, mw. S.J.S Preenen van het parket Noord Holland.
Deze leugen moet met uw goedkeuring zijn geaccordeerd, u bent sowieso eindverantwoordelijk voor het handelen van uw officieren van justitie. Liegen in een ambtelijk stuk is een ernstig strafbaar feit, ook wel meineed genoemd. Toen ik daarvan aangifte wilde doen tegen u en mevrouw Sanders, gaf de politie mij te verstaan dat ze deze niet mochten opnemen in opdracht van uw parket. Dus U! U maakt zich daarmee op onrechtmatige wijze immuun voor aangiftes van strafbare feiten, wat neerkomt op schending van mijn rechten en obstructie van de rechtsgang. Het komt mij voor dat uw individuele morele kompas kennelijk ondergeschikt is aan de wensen van uw werkgever, het Openbaar Ministerie. Dit getuigt voor mij van een kwalijke Befehl ist Befehl mentaliteit.
Zoals u weet, ben ik sinds kort in bezit van een verklaring van Faek Mustafa, waarin deze de valsheid in geschrifte zelf erkent!
Ik wilde op basis van dit nieuwe keiharde bewijs opnieuw aangifte doen tegen Faek Mustafa. Ik had hier reeds een afspraak voor gemaakt met de politie Leiden op 7 januari jongstleden. U kunt dit gesprek hier beluisteren.
Maar een dag van tevoren werd ik gebeld door agente Marjan van Beek dat de afspraak verviel, omdat ik de aangifte bij u moest doen. Blijkbaar is voor mijn nieuwe aangifte ook overleg tussen de politie en u geweest. Zoals u weet heb ik de aangifte dan ook braaf bij u gedaan. Maar u zult gezien de geschiedenis vast begrijpen dat ik niet zoveel vertrouwen meer heb in een integere afhandeling door uw parket. Op vrijdag jongstleden zond ik u de volgende email:
Wim Dankbaar <dankbaarwim@gmail.com>
Bijlagen
vr 28 jan. 12:42
aan az-nh
Geachte mevrouw Preenen,
Ik verzoek u mij te melden wat de status van het onderzoek voor mijn aangifte is. Meer in het bijzonder of Faek Mustafa al gehoord is met betrekking tot zijn verklaring dat hij valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Zo dit nog niet is gebeurd, kunt u dan aangeven binnen welke termijn dit gaat gebeuren?
Met vriendelijke groet,
Wim Dankbaar
Ik verzoek u tevens kennis te nemen van het volgende:
De aangifte van Mustafa werd met de volgende redenering geseponeerd:
“De reden dat u niet vervolgd zal worden is dat er op dit moment onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om u te vervolgen ter zake van belaging, bedreiging en valsheid in geschrifte.”
Het feit smaadschrift, waar Mustafa ook aangifte van had gedaan, wordt kennelijk bewust weggelaten. Blijkbaar omdat de redenering dat er geen wettig en overtuigend bewijs zou zijn, dan niet meer opgaat. Het staat immers vast dat Dankbaar de gewraakte publicaties heeft gedaan. Uiterst merkwaardig is dat het OM geen overtuigend bewijs voor de feiten ziet, terwijl de voorzieningenrechter Dankbaar een jaar eerder voor die feiten (voorlopig) had veroordeeld. Ook dit maakt de uitspraak van de voorzieningenrechter al zeer discutabel. Immers als de rechter had geweten dat de strafaangifte van Mustafa geseponeerd zou worden wegens gebrek aan bewijs, dan was hij zeker niet tot zijn uitspraak gekomen.
Tevens vraag ik u of het feit dat ik niet vervolgd word voor smaad en laster jegens Faek Mustafa, ik dat mag interpreteren als een gedoging van mijn beschuldigingen dat Faek Mustafa betrokken was bij moord op Marianne Vaatstra? In feite leg ik het sepot uit als volgt: Faek Mustafa, je zult er maar mee moeten leven dat Wim Dankbaar zegt dat dat je getuige was van de moord én de ware toedracht van die moord kent! Wij als OM gaan daar in elk niks aan doen! Klopt het dat ik dat zo mag interpreteren?
Mag ik voorts de redenering toepassen dat mijn niet-vervolging in feite bijdraagt tot de stelling dat ik gelijk heb? Dat mijn stellingen dat Faek Mustafa mededader was in de moord op Marianne Vaatstra niet smadelijk zijn?
Los daarvan, wanneer gaat u als integere HOvJ mij helpen om in rechte het bewijs vast te leggen dat Faek Mustafa valsheid in geschrifte tegen mij heeft gepleegd?
Tot slot heb ik nog wat vragen en opmerkingen over uw brief van 23 juli 2021.
U stelst daarin, zakelijk weergegeven, dat ik uw medewerkers ongewenste emails stuur, hen lastig val op hun persoonlijke emailadres én daarmee inbreuk maak op hun persoonlijke levenssfeer.
Bij mijn weten is de enige medewerker van uw parket die ik heb aangeschreven uw OvJ Kirsten Sanders. Dus u overdrijft nogal? Als een OvJ een aangifte van mij en tegen mij seponeert met meinedige leugens, dan mag ik dat niet persoonlijk tegen haar zeggen? En sinds wanneer zijn werk-emailadressen van publieke OM medewerkers (ambtenaren) persoonlijk? De notatie van een OM medewerker is voorletter.achternaam@om.nl. Dus in dit geval k.sanders@om.nl. Wat is daar persoonlijk aan? Hoe tast een boodschap van een burger aan een ambtenaar op zijn/haar werk, de persoonlijke levenssfeer aan? Bovendien had ik dat emailadres al via de communicaties van haar met mijn advocaat. Uw emailadres zal wel s.j.s.preenen@om.nl zijn?
Met vriendelijke groet,
Willem Jan Dankbaar
https://nos.nl/artikel/2415200-van-ontucht-verdacht-raadslid-was-jeugdbeschermer-bij-leger-des-heils
LikeLike