Ziekenhuis update deel 3 (slot)

Ik zeg hem dat ik zoveel mogelijk zelf wil doen. Ik zal mijn verband zelf losknippen, ik zal me zelf insmeren en de verpleegster moet me laten zien hoe ik zo’n gaashemdje maak. Ik wil zo snel mogelijk terug naar Zaanstad.

Zo gezegd, zo gedaan. De volgende dag is de verpleegster eigenlijk al niet meer nodig. De dag daarop besluit ik dat ik geen verband meer wil. De huid is overal dicht, waar er nog korsten zitten vallen die er steeds meer af, vooral na het douchen. Inmiddels heb ik geleerd dat de flammazine vooral een ontstekingsremmende werking heeft. De genezing moet het lichaam zelf doen. Voor ontstekingen ben ik niet bang. Ik ben een groot voorstander om een wond te laten genezen aan de lucht zonder pleister. Zodra er een korst op zit is dat de beste pleister. De genezen plekken wil ik alleen nog maar insmeren met bodylotion conform het advies. De arts wil even overleggen met Beverwijk. Hij vindt dat ik te snel door de bocht ga. Hij komt terug met de boodschap dat Beverwijk dringend adviseert om het zalf- en verbandbeleid nog een paar dagen vol te houden. Hij moet me op de risico’s wijzen. Als de wonden alsnog gaan ontsteken kan dat een rampscenario zijn met ernstige complicaties. Hij heeft zelfs eens meegemaakt dat de patiënt in coma raakte. Ik vertel hem dat hij aan Beverwijk terug mag koppelen dat ik hun advies naast me neer leg. Ik weet en voel zelf wat het beste voor me is. Nu is de arts ietwat gepikeerd. Hij heeft de hele dag lopen rennen om te constateren dat ik al zijn adviezen in de wind sla. Ik zeg dat hij eens moest weten waar ik me allemaal aan erger. Ik ben wellicht een eigenwijze flikker maar ik wil dat hij mijn ontslagbrief tekent. Hij rekt dit nog een paar dagen, maar op vrijdag kan ik dan eindelijk mijn ontslagbrief tekenen. Deze is zo geformuleerd dat ik mijn behandeling weiger ondanks dat ik op de risico’s gewezen ben. Ik schrijf er een toelichting bij dat dit niet het geval is, maar voor de rest van de genezing zelf zorg kan dragen. Graag terstond terugplaatsing naar Zaanstad!

Ik hoop dat ik nog dezelfde dag word opgehaald, totdat ik verneem dat er in het weekend geen vervoer is. Het wordt maandag, misschien wel dinsdag. Ik moet nog maar een paar dagen bijplakken aan de beproeving.

Het luchten is al even sober ondanks de hittegolf. Er zitten maar vier man op de afdeling, waarvan twee oude mannetjes in een rolstoel. Je verwacht dat ze morgen overlijden. Lollig zijn wel twee bewakers, Vincent en Deborah. Vincent blijkt al jaren mijn weblog te volgen. Wat een kleine wereld is het toch, vindt Deborah. We hebben een geanimeerd gesprek over Demmink en zijn bende. Jij hoort hier helemaal niet, Wim, concludeert Deborah.

Een andere bewaker vraag ik: Waarom is het regime hier zo somber? Ik begrijp er niets van. Je komt hier al niet vrijwillig, maar omdat je ziek bent of iets mankeert, je staat al op een achterstand, dan verwacht je toch dat ze je verblijf zo aangenaam mogelijk maken in plaats van je in zo’n isoleercel te stoppen? Nee, verdedigt de bewaker, je zit hier niet voor een aangenaam verblijf maar om zo snel mogelijk te genezen. De bedoeling is dat je hier niet lang bent. Ik zeg nog: Een aangename omgeving bevordert toch een snelle genezing? De psyche is daarbij toch ook belangrijk? Ik realiseer me dat het geen zin heeft. Deze man kan toch niets veranderen. De kloof tussen onder- en bovenlaag is bij justitie gigantisch. Als je iets gedaan wilt krijgen is het standaard antwoord: Dat weet ik niet, moet ik voor je navragen.

Ondertussen heb ik ook contact met mijn advocaat Thijs Stapel. Hij had zelf geopperd om een kwijtscheldingsverzoek in te dienen voor het restantje van de detentie. Dat leek hem meer dan logisch gezien wat me was overkomen onder hun verantwoordelijkheid. Hij wordt van het kastje naar de muur gestuurd. Het OM zegt dat het CJIB daarover moet beslissen. Het CJIB laat na vier dagen weten dat ook zij niet bevoegd zijn. Ze verwijzen terug naar de advocaat-generaal van het OM. Deze AG, ene Hans Pieters, schrijft dat toch echt het CJIB de aangewezen weg is. En die hebben het verzoek afgewezen, dus hij kan verder niks doen. Weer geef ik Thijs aan dat de AG niet moet liegen. Het CJIB heeft helemaal niks beslist, slechts gezegd dat de AG dat moet doen. Blijkbaar kent justitie haar eigen regels niet en verschuilen ze zich achter elkaars incompetentie. De AG wees nog wel op de mogelijkheid van een gratieverzoek, maar hij weet donders goed dat het zes weken duurt voordat zoiets behandeld wordt. Je vraagt je af waarom de man dat nog meldt terwijl hij weet dat ik nog maar drie weken moet. Het zegt iets over zijn bereidwilligheid. Stapel is er op dit moment nog mee bezig.

Op maandag 17 augustus kunnen de bewakers dan eindelijk vertellen dat ik dan morgen word opgehaald. Nog één dagje doorbijten, een vervelend dagje want heel Den Haag zit zonder stroom, dus de tv doet het ook niet. Op dinsdag is het dan zover. Rond een uur of 11 mag ik mijn spullen bij elkaar rapen. De bus is gearriveerd. We gaan naar Zaanstad? Vraag ik voor de zekerheid aan de chauffeurs? Yes, klinkt het resoluut.

In Zaanstad wordt ik warm onthaald. Zelfs de portiers kennen mijn verhaal. Dat is goed kut, zeggen ze, hoe gaat het nu? Het gaat naar omstandigheden goed, maar de rest kun je op “Recht is krom” lezen, dan hoef ik het niet honderd keer opnieuw te vertellen. Dat zeg ik ook ongeveer tegen de bewaker die me komt ophalen. Tot mijn genoegen brengt hij mij naar dezelfde afdeling. Mijn schaakmaat Jamal is blij dat ik weer thuis ben. Hij bazuint door de recreatieruimte: Wie nog aan Wim komt, komt aan mij! Ze vinden allemaal dat ik er goed uitzie, ze hadden erger verwacht. Het was ook erger, het is alleen verrassend snel gegaan, verzeker ik. Door mijn shirt omhoog te doen laat ik restanten zien van de ravage die de TBS’er had aangericht. Nu zijn ze wat meer onder de indruk. Die laatste korsten vallen er vandaag of morgen af. Ik ben blij dat mijn kop er relatief ongeschonden uitgekomen is. Het komt helemaal goed, Wim, zegt Hakim. Je hebt geluk gehad!  En de rode plekken dan, trekken die ook weg?  Natuurlijk trekken die weg, weet hij, kost alleen wat meer tijd. Ik hoop het maar, want die rode kop mag weer normaal worden.  Ach, staat je goed joh, net alsof je op vakantie bent geweest. Je nieuwe kapsel staat ook goed, ik had je eerst niet herkend. Je hebt nu in elk geval een normale celmaat.

Mijn nieuwe celmaat Dennis is inderdaad een gozer zonder sociale handicaps. Hij zit er nog maar een week, hij is in de plaats van de TBS’er gekomen. Hij moet even lang als ik, ook 3 maanden. In oktober is hij weg. Toch verbaast Dennis zich dat ze mij weer bij iemand anders plaatsen. Hij had verwacht dat ze me minstens op een enkel cel zouden zetten. De mentor had nog meer verwacht. Die zei: Ik had niet gedacht dat je zou terug komen. Meestal schrappen ze de rest van een korte straf wegens geleden schade. Het zal wel komen omdat ik een speciaal geval ben voor justitie. Het liefst zien ze me met een touw om mijn nek bungelen. Helemaal bizar is dat ze me in dezelfde cel stoppen. De plek waar het trauma is gebeurd. Je brengt een overlevende van Auschwitz toch ook niet terug naar zijn barak? Qua inlevingsvermogen is justitie een dikke nul.

Dennis wil alles weten. Ik vertel hem eerst over het spookhuis Scheveningen, dat je daar 23 uur achter de deur zit, een hel vergeleken met hier. Hij helpt me meteen uit de droom: Hier is ook alles veranderd. Die vrijheid had met Corona te maken. Ze hebben deze week alles terug geschroefd. Je zit hier nu ook veel meer achter de deur, tenzij je groen bent, maar wij zijn nog rood. Groen wordt je pas als je minstens 6 weken goed gedrag hebt laten zien.

Na deze tegenvaller geïncasseerd te hebben stel ik Dennis voor dat hij het beste beeld krijgt als ik voorlees wat ik de afgelopen maanden op mijn site heb laten zetten. Dat vindt hij prima. Een paar uur later zegt hij dat zijn oren flapperen. Hij meent ook dat die TBS’er goed ziek is: Ik snap er niets van, ik ken je nu nog maar even, maar je bent de rust en de redelijkheid zelve. Het lijkt me moeilijk om met jou ruzie te krijgen.

De volgende ochtend klim ik uit bed en wens hem goede morgen. Ook goede morgen, je hebt vannacht een bos omgezaagd, ik heb geen oog dicht gedaan. Ik was in staat om je met mijn kussen te stikken. O, dat is vervelend, zeg ik, ik zal kijken of ik iets tegen het snurken kan halen bij de medische dienst. Maar je kunt me ook gewoon wakker maken. Het probleem is dan dat ik waarschijnlijk kort daarop weer begin. Of op je buik liggen, oppert hij, maar dat kun je waarschijnlijk nog niet? Ja, dat kan ik al wel, maar vroeg of laat draai ik dan misschien weer op mijn rug.

Het probleem lost zichzelf later die dag vanzelf op. De mentor informeert me dat ze me op een enkel cel gaan zetten. Helemaal goed, zeg ik, kennelijk is de leiding toch wakker geworden. Het blijkt het afdelingshoofd Abdel te zijn die dit heeft beslist. Ik vraag een gesprek met hem aan omdat ik nog wat te klagen heb. Ik wil zo snel mogelijk op groen, zodat ik met de rest kan meedraaien in het recreatieprogramma. Ik complimenteer hem met het besluit om me op een enkel cel te zetten. Ja, dat vond hij wel zo humaan. Maar ik wil ook op groen. Een kwijtschelding had ik al vanzelfsprekend gevonden, maar mijn advocaat wordt tot nu toe het bos ingestuurd. Jullie hebben een schuld in te lossen voor wat mij onder jullie verantwoordelijkheid is overkomen. Als er met kwijtschelding wordt gedraald, dan zorgen jullie er maar voor dat mijn resterende tijd zo aangenaam mogelijk is. Abdel legt uit dat hij dit niet zelfstandig mag beslissen. Hij kan het wel met spoed aanvragen. Dan wil ik de directeur spreken, die kan dat wel beslissen. Nog dezelfde dag meldt de directeur zich, Gerard Stam. Met Abdel erbij leg ik hem mijn standpunt nogmaals uit. Hij lijkt mijn eis wel fair te vinden en belooft zijn beslissing zo spoedig mogelijk te laten weten. Daar is het wachten nu op.

Tot zover de update deel 3. Als epiloog moge duidelijk zijn hoe frustrerend de overheid als tegenstander kan zijn. Het is veelal een anoniem monster. Neem de toeslagenaffaire. Je komt er nooit achter welke lamzak het in zijn bolle kop heeft gehaald om hard werkende ouders tot belastingfraudeurs te degraderen. Hun gezicht krijg je daar niet bij, laat staan excuses of verantwoording afleggen. Het is alsof je in een donkere kamer om je oren krijgt van iemand met een nachtkijker. Terug slaan kan niet.

Het zal nog een toer worden om te achterhalen welke bureaucraten het nodig vonden om me naar Scheveningen over te plaatsen.

Welke bedriegers het rapport Ali H. hebben geschreven, krijg je ook nooit te weten. Je weet alleen dat ze het in opdracht van Harm Brouwer hebben gedaan.

Eindelijk een gezicht bij een beroepscrimineel!

Over Wim Dankbaar

researcher/publicist/ondernemer
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

2 reacties op Ziekenhuis update deel 3 (slot)

  1. meret zegt:

    Blij dat het weer beter gaat.

    Like

  2. Hans Palenlader zegt:

    Respect voor je doorzetting- en incasseringsvermogen Wim. Ik hoop dat je snel uit deze ellende verlost zal zal zijn en weer aan de slag kunt.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s