Vervolg op deel 1. Er is een nieuwe datum bepaald voor het getuigenverzoek tegen de Staat, dat we eerder hebben laten uitstellen. Nieuwe datum is 23 januari a.s. om 09:30, rechtbank Den Haag. Prins Clauslaan 60, 2595 AJ Den Haag
Dit is de belangrijkste zitting ooit van de afgelopen 8 jaar in de Vaatstra zaak. Zorg dat u er bent als u de zaak volgt. Op deze dag zal blijken hoe corrupt onze rechtstaat is.
De landsadvocaat, als vertegenwoordiger van de Staat, schrijft onder meer het volgende:
|
5.5.1 In het verzoekschrift worden de lijnen geschetst waarlangs het alternatieve scenario zou lopen dat verzoeker bepleit. Hoewel verzoeker zijn alternatieve scenario met grote stelligheid presenteert, is het feitelijk gebeuren waarover de getuigen moeten worden gehoord onvoldoende concreet omschreven en is sprake van een fishing expedition.
5.5.2 Voorop staat dat heel veel al bekend is over het feitelijk gebeuren waarover verzoeker getuigen wil horen.
Zo is er uit het strafvonnis veel bekend over de toedracht van de moord op en verkrachting van Marianne Vaatstra. In het requisitoir bij deze strafzaak en in de persverklaringen die in de loop der jaren zijn gegeven, staat veel informatie over het verloop van het onderzoek. In antwoorden op Kamervragen zijn de onderwerpen die in het verzoekschrift centraal staan, uitgebreid aan bod gekomen. De Staat verwijst in het bijzonder naar wat hiervoor onder 2 is besproken.
5.5.3 In het bijzonder tegen deze achtergrond is niet duidelijk waarom en waarover nog getuigen zouden moeten worden gehoord. De stellingen van verzoeker dat het strafvonnis en de openbare informatie onjuist zouden zijn, zijn pure speculatie. De Staat zal dat hieronder uitwerken onder verwijzing naar een aantal voorbeelden. Daarnaast heeft verzoeker (in het bijzonder tegen voornoemde achtergrond) onvoldoende duidelijk gemaakt wat het feitelijk gebeuren is waarover hij getuigen wil horen. De Staat zal dit als hieronder als eerste uitwerken. Daarna weerlegt de Staat de aanknopingspunten van verzoeker voor de onjuistheid van de reeds bekende (openbare) informatie.
5.5.4 Een begin van een probandum is uit de stellingen van verzoeker nauwelijks te destilleren. De stellingen (en wellicht te bewijzen feiten) die in het verzoekschrift de revue passeren, lopen in de tijd tot twintig jaar uiteen. De onderwerpen lopen uiteen van de moord op en verkrachting van Marianne Vaatstra als zodanig, overplaatsing van asielzoekers, de vraag of Maaike Terpstra de procedures die namens haar worden gevoerd echt wenst, de aangifte van verkrachting van een ander meisje die weliswaar in de tijd samenvalt met de moord op Marianne Vaatstra maar daarmee verder niet gerelateerd is, en het onderzoek dat verzoeker heeft gedaan voorafgaand aan zijn publicaties die door de strafrechter als smaadschrift zijn gekwalificeerd. De stellingen in het verzoekschrift gaan alle kanten op. Onvoldoende duidelijk is daarmee over welk feitelijk gebeuren verzoeker getuigen wil horen. Op deze manier kan ook niet worden vastgesteld dat de te bewijzen feiten relevant zijn voor de gepretendeerde vordering van verzoeker op de Staat. Over die vordering is verzoeker ook niet duidelijk.
Ik dacht dat ik toch voldoende duidelijk heb gemaakt waarom en waarover ik de getuigen wil horen? Dat er alles behalve sprake is van een “fishing exedition”? Ik dacht dat ik toch behoorlijk heb duidelijk gemaakt WAT de getuigen kunnen verklaren om dit ongekende staatsmisdrijf bloot te leggen? Oordeelt u zelf:
Te bewijzen feiten en te horen getuigen
Teneinde de rechtmatigheid van de publicaties van Dankbaar (de betrouwbaarheid van zijn bronnen) en de onrechtmatigheid, althans onzorgvuldigheid van het handelen van het Openbaar Ministerie/ de Staat te kunnen beoordelen zijn de onderstaande getuigen van groot belang.
1)De heer H.N. Brouwer.
De heer Brouwer was tijdens de moord op Marianne Vaastra hoofdofficier van justitie van het parket Leeuwarden/Friesland, als zodanig eindverantwoordelijk voor het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra. In zijn latere functie als voorzitter van het College Procureurs Generaal (2005-2011) heeft hij diverse preken gehouden over “open verantwoording en transparantie” die zijn OM dient te betrachten. “Niet hopen dat het overwaait beste collega’s! Open verantwoording!”
De heer Brouwer in zijn inmiddels van de OM site verdwenen speech “Zwijgen is zilver, spreken is goud:”
Uiteraard gelden ook voor ons de gewone eisen van openheid als voor ieder ander overheidsorgaan in een democratische staat. De volksvertegenwoordiging moet immers zicht hebben op de wijze, waarop overheidsorganen zich van hun publieke taak kwijten.
De noodzaak voor het OM om openheid te betrachten, gaat echter veel verder. Uitgerekend wij, die het gedrag van anderen beoordelen en kwalificeren en daar zo nodig een straf voor eisen, dienen door middel van openbaarheid verantwoording af te leggen, althans ons toetsbaar op te stellen voor de buitenwereld. Het gaat daarbij niet alleen om de uiteindelijke uitkomst van een strafzaak, maar ook om de vraag of de regels aan de hand waarvan de zaak is onderzocht, keurig zijn toegepast. Willekeur is zéker zo funest voor het vertrouwen in de strafrechtspleging als het gevoel, dat een beslissing onjuist is.
Vergeet in dit verband ook niet, dat het openbaar ministerie monopolist is op het gebied van vervolging. Wij zijn de enige instantie, die iemand voor de strafrechter kan brengen. Dergelijke macht schept verplichtingen binnen een samenleving. Het is aan het OM om zichtbaar te maken, waarom het in dit verband de keuzen heeft gemaakt, díe het heeft gemaakt. Dat geldt net zo goed voor een beslissing om wél te vervolgen, als om níet te vervolgen. Het OM moet zichtbaar maken op welke wijze het invulling geeft aan het algemeen belang. Als het OM geen openheid van zaken zou geven, laadt het in ieder geval de verdenking van willekeur op zich.
En ten slotte: wij moeten met ons handhavende optreden potentiële wetsovertreders ervan weerhouden om in de fout te gaan. Gelet op het brede scala aan normen, die wij hebben te handhaven, behoort heel Nederland tot onze doelgroep. Dat betekent, dat onze boodschap bij een publiek van zestien miljoen mensen terecht moet komen. Dat kunnen wij niet zonder de media, hetgeen nog een reden te meer is, waarom het OM transparantie aan de dag moet leggen.
Openbaarheid is voor ons geen keuze, maar een essentiële bestaansvoorwaarde. Wij kunnen onze taak alleen dan uitoefenen, wanneer wij naar buiten gericht zijn.
Deze door Brouwer gepropageerde openheid en transparantie was merkwaardig genoeg in geen velden of wegen te bekennen toen Dankbaar hem per e-mail vragen stelde over de zaak Vaatstra. Dan kwam steevast via zijn secretaresses het antwoord:
From: info [mailto:info@CTIVD.nl]
Sent: donderdag 10 september 2015 16:06
To: ‘Wim Dankbaar’
Subject: RE: Bericht voor uw voorzitter Harm Brouwer
Geachte heer Dankbaar,
De heer Brouwer zal niet reageren op uw e-mail.
Vriendelijke groet,
Hilde Bos
Secretaris CTIVD
Sterker nog, het OM Leeuwarden heeft de telefoniste al in 2011 (dus voor de arrestatie van Steringa) opdracht gegeven om de verbinding te verbreken als Wim Dankbaar belt voor een vraag of een tip. Zonder opgaaf van reden.
Dankbaar heeft twee keer kamerleden bereid gevonden om kamervragen te stellen over de zaak Vaatstra. In 2010 door het kamerlid Teeven aan de toenmalige minister Hirsch Ballin.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2952.html
In 2012 door het kamerlid Brinkman aan de toenmalige minister Opstelten.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-309.html
Uiteraard baseerden de ministers hun antwoorden op informatie van het OM, destijds aangevoerd door de heer Brouwer. De ministers blijven verantwoordelijk voor de juistheid van die informatie. Dankbaar heeft echter aantoonbaar vastgesteld dat de antwoorden in beide gevallen de nodige onwaarheden bevatten. Tot zijn verbazing heeft dat niet tot verontwaardiging van de Tweede Kamer geleid. Het parlement onjuist informeren is immers normaal gesproken een politieke doodzonde. Dankbaar denkt dat dit veel te maken heeft met de kort daarop volgende aanhouding van Jasper Steringa. Dat was immers voor het publiek een geloofwaardige oplossing met toverspreuken als 100% DNA match en “volledige bekentenis”.
Allereerst werd uit de kamervragen en antwoorden duidelijk dat veel informatie die nu noodgedwongen openbaar werd, in de weken, maanden en jaren na de moord altijd geheim gehouden is, ja zelfs categorisch is ontkend.
Voorbeelden van die geheimgehouden, ontkende informatie zijn onder meer:
– Faek Mustafa is als verdachte in de moord op Marianne Vaatstra gehoord.
– Faek Mustafa is overgeplaatst naar een ander AZC
Deze informatie is pas officieel bekend geworden aan de hand van de kamervragen ruim een decennium na dato. In de weken na de moord werd immers krachtig en herhaald gesteld dat er geen enkele aanwijzing was om de daders onder asielzoekers te zoeken. Eindelijk werd dan toegegeven dat er wel degelijk aanwijzingen waren, dat Faek Mustafa is aangehouden en verhoord, en zelfs heimelijk is overgeplaatst. Dit laatste werd immers aanvankelijk ook ontkend, onder meer door AZC-directrice Nettie Groeneveld (inmiddels overleden). Wat Faek heeft verklaard, laat staan of hij Ali Hassan heeft aangewezen als de moordenaar, laat staan waar Marianne is vermoord, waarom hij werd overgeplaatst, werd niet bekend gemaakt.
Sommige antwoorden zijn zelfs voor de leek intelligentiebeledigend zoals deze van minister Hirsch Ballin: “F.M. is enkele maanden voor de dood van Marianne betrokken geweest bij een ruzie met (vrienden van) Marianne in een horecagelegenheid. F.M. is daarover gehoord en zei dat juist hij en zijn vriend werden bedreigd en niet andersom.”
Ondanks het feit dat er veel getuigen waren (niet enkele maanden, maar twee weken voor haar dood) wordt toch de ridicule verdediging van Faek genoemd. Los van het feit dat het verhoor van Faek altijd stil is gehouden, zelfs ontkend, toont dit aan hoezeer de werkelijke daders en medeplichtigen beschermd zijn. De reden hiervoor is Dankbaar niet bekend, hij kan daarover slechts speculeren (wellicht mocht in 1999 het draagvlak voor het asielbeleid niet in gevaar komen?). Ook over de datum van het verhoor en de overplaatsing van Mustafa zijn onjuiste antwoorden gegeven. De datum van zijn verhoor was 1 mei 1999, niet 19 mei 1999. De datum van zijn overplaatsing was 3 mei 1999, niet 27 mei 1999. Hij werd niet naar Drachten overgeplaatst maar naar Musselkanaal. Voor beide feiten heeft Dankbaar talloze getuigen, die uitgebreid aan bod zijn gekomen in zijn boek en op zijn website. Zoals de getekende verklaringen van Ron Pander (productie 2), Sikko Pander (productie 3) en Jacob Hoeksma (productie 4) die allen ook bereid zijn om voor Dankbaar te getuigen. Ook de toenmalige AZC-adjunctdirecteur Louis Uijl (overleden) heeft de data van het verhoor en overplaatsing van Faek aan Dankbaar bevestigd in een telefoongesprek (zie voor de uitgewerkte teskt daarvan productie 5).
De allergrootste onwaarheid is wellicht nog wel dat de heer Brouwer hoofdofficier was tot 1 mei 1999, de zaterdag dat Marianne Vaatstra dood werd gevonden. Dit is aantoonbaar niet waar, zoals blijkt uit een Volkskrant-artikel van 14 mei 1999 (zie productie 6) over een interview met Brouwer op woensdag 12 mei 1999, “zijn laatste dag als hoogste man van het OM Leeuwarden”. In dit artikel wordt overigens met geen woord gerept over de moord op Marianne Vaatstra, op dat moment vers en volop in het nieuws. Brouwer was dus wel degelijk eindverantwoordelijk voor het verhoor van Faek en zijn overplaatsing. Dat dit wordt ontkend, zonder te melden wie dan wel verantwoordelijk was, spreekt wat Dankbaar betreft boekdelen. De heer Brouwer was dus nog tijdens en geruime tijd na de acties die volgens Dankbaar zo laakbaar zijn, te weten de heimelijke arrestatie en uitzetting van Ali Hassan in het weekend van de moord, als hoofdofficier (eind)verantwoordelijk voor het strafrechtelijk onderzoek naar de zaak Vaatstra.
Ook heeft het OM onder leiding van de heer Brouwer in 2011 het zogeheten rapport “Onderzoek Ali H.” Uitgebracht (zie productie 7), mede door de toenemende druk van de publicaties van Dankbaar. Dit rapport staat bol van de onwaarheden, zoals uitgebreid gedocumenteerd in het boek van Dankbaar en Mauritz. In feite staat er weinig in dat wél waar is en nog minder wat verifieerbaar is. Enkele opvallende passages:
Feik wordt op 19 mei 1999 verhoord en staat wangslijm af om zijn dna te vergelijken met de sporen van de moordenaar. Dat komt niet overeen. Hij kan zich niet herinneren met wie hij precies op Koninginnedag in Kollum was.
Feik is in het onderzoek naar de moord op Marianne voor de politie al gauw een interessant persoon. Getuigen verklaren over een ruzie die hij en Marianne in februari 1999 hebben in de Ringobar in Veenklooster. Hij maakt volgens andere discotheekbezoekers een beweging naar Marianne alsof hij een keel doorsnijdt.
Immers, in 1999 was Faek helemaal geen interessant persoon volgens de berichtgeving. Zijn identiteit en verband met de moord werd angstvallig geheim gehouden. Het publiek werd bezworen dat er geen enkele aanleiding was om naar het AZC te kijken, dat daar niemand was gehoord. Dus nu wordt in 2011 erkend dat dit een leugen was.
Helemaal merkwaardig wordt het met deze passage:
In het asielzoekerscentrum werpt Ali zich op als ‘aanvoerder’ van de jongere Turkmenen. Ook gaat hij om met Feik Mostafa (15) en zijn vader.
Allereerst wordt Faek Mustafa verkeerd gespeld, maar bovenal wordt erkend dat Faek en zijn vader bekenden waren van Ali Hassan. De opzet van het rapport wordt bewezen door niet te melden of Faek en zijn vader is gevraagd of de hen bekende Ali Hassan de gearresteerde man in Istanbul was. Dit is de onderzoeksvraag van het rapport! Daar begint het mee:
“Justitie heeft in het onderzoek naar de onopgeloste moord op Marianne Vaatstra een verkeerde verdachte opgepakt en daarmee de mogelijke dader laten lopen’’, stelt actualiteitenprogramma EenVandaag in maart 2010. Dat is niet de eerste keer dat bij het publiek twijfel rijst over de arrestatie van Ali Hussein Hassan. Rechercheurs van de Friese politie hebben daarom alle feiten over zijn aanhouding nog eens uitvoerig tegen het licht gehouden. Een blik in het dossier.
Aan de enige twee bekenden van Ali Hassan die in het rapport worden genoemd (in werkelijkheid waren het tientallen) wordt de hamvraag dus niet gesteld! Waarom niet, daar is nooit een verklaring voor gegeven (onkunde zal het toch niet zijn?) maar voor Dankbaar is het evident: het antwoord van Faek en zijn vader past niet in de conclusie van het rapport.
Volgens Dankbaar is dit rapport volkomen onbetrouwbaar en niet opgesteld met als doel de waarheid omtrent het politieonderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra aan het licht te brengen. Dat wordt onder meer duidelijk aan de hand van het feit dat bijna alle getuigen die Dankbaar hieronder opvoert de juiste Ali Hassan, de vriend van Faek, kenden! Faek, Rida, Farhad, Riad, Stephanie, Spencer, Isabella, Ronnie, Sikko, Jacob, Aafke, Wietze, Gerrit enzovoort. Allen komen zij in het rapport niet voor, terwijl een verklaring van ieder van hen afzonderlijk al voldoende is om de conclusie van het rapport, inhoudend dat er geen aanwijzingen waren die erop duidden dat in 1999 de verkeerde Ali is aangehouden, onderuit te halen.
Gezien de onbevredigende antwoorden op de kamervragen en de talloze onwaarheden in het rapport Ali H., is het van het groot maatschappelijke belang en de hoogste tijd, niet alleen voor Dankbaar maar voor heel Nederland, dat de heer Brouwer eindelijk eens de open verantwoording en transparantie, die hij zelf zo propageert, gaat betrachten, in plaats van vragen structureel te ontwijken. Dat zou ook geen probleem moeten zijn als de heer Brouwer en zijn OM niets te verbergen hebben in deze zaak. Als eindverantwoordelijke hoofdofficier voor het onderzoek van het eerste uur, maar ook als eindverantwoordlijke OM baas voor de talloze vervolgonderzoeken in de afgelopen jaren. De aantoonbare onwaarheden in de antwoorden op de kamervragen en in het rapport Ali H. maken die noodzaak alleen maar groter en urgenter.
2)De heer Joris Demmink.
De heer Demmink was destijds directeur-generaal vreemdelingenzaken en als zodanig verantwoordelijk voor de asielzoekerscentra in Nederland. Een opdracht tot overplaatsing of uitzetting van een asielzoeker kon niet zonder zijn medeweten en/of toestemming geschieden. De heer Demmink kan derhalve ook uitsluitsel geven waarom Faek Mustafa werd overgeplaatst en op welke datum dat was. Ook kan hij opheldering geven of en waarom Ali Hassan via het toenmalige Grenshospitium is uitgezet.
3) Oud-burgemeester Piet Visser.
De heer Visser was destijds burgemeester van Kollumerland en als zodanig onderdeel van de ‘driehoek’. De heer Visser kan over tal van relevante zaken opheldering verschaffen. Zoals op welke datum Faek Mustafa is overgeplaatst en waarom. Deze opdracht werd volgens AZC directeur Louis Uijl immers gegeven door de driehoek. Waarom hij de speurhonden liet terugroepen toen deze richting AZC liepen. Waarom hij de badmeester bedreigde op straffe van baanverlies als deze bleef vragen over het bebloede trainingsjack dat hij de ochtend van de moord vond en naar de politie bracht. In wiens opdracht hij deze handelingen deed. Als men weet dat Ali Hassan vrijwel altijd een trainingspak droeg, dan is de vraag van wie dat bloed op het trainingsjack was. Nog meer is de vraag waarom zo een cruciaal bewijsstuk moest worden zoekgemaakt en zelfs de vinder moest worden bedreigd.
4)De heer Jan Verkaik.
De heer Verkaik was destijds teamleider van het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra. Als zodanig kan hij uitsluitsel geven over tal van relevante vragen. Zoals op welke datum Faek Mustafa is verhoord, wat Mustafa heeft verklaard, met name of hij inderdaad heeft verklaard dat Marianne Vaatstra is vermoord door Ali Hassan in de caravan van klager. Waarom klager dan niet direct als verdachte is aangemerkt en zijn caravan niet voor onderzoek is veiliggesteld als mogelijke plaats delict. Waarom hij aanvankelijk de familie Vaatstra vertelde dat deze caravan is afgebrand (midden in de nacht) door werkzaamheden met een verfbrander. Ook kan de heer Verkaik antwoord geven op welke datum Mustafa is overgeplaatst en van wie deze opdracht kwam. Tevens kan hij verklaren waarom deze feiten aanvankelijk ontkend werden door Justitie, alsmede waarom diverse bewijsstukken, zoals een bebloed trainingsjack, verdwenen zijn.
5)De heer Faek Mustafa
De heer Mustafa heeft aan medegedaagde Mauritz onder meer verklaard dat hij ongewild getuige is geweest van de moord op Marianne Vaatstra, gepleegd door Ali Hassan in de caravan van [……]. Tevens heeft hij verklaard dat de bedoelde Ali Hassan niet de Ali Hassan was die in 1999 door het OM in Istanbul werd gearresteerd. Daarnaast heeft hij verklaard dat de heer [……] een goede kennis was van Ludger Dill, hetgeen door [……] wordt ontkend. De heer Mustafa heeft meegedeeld, dat hij het bovenstaande ook heeft verklaard ten tijde van verhoor door de politie in hetzelfde weekend dat de moord op Marianne Vaatstra heeft plaatsgevonden (1 en 2 mei 1999). De heer Mustafa was ervan op de hoogte dat zijn verklaring in het boek van Dankbaar is opgenomen en ook via internet te lezen was, maar heeft daartegen tot voor kort nimmer bezwaar gemaakt. Aangezien de vorderingen van [……] mede zijn gebaseerd op deze verklaringen van de heer Mustafa, die Dankbaar vervolgens in het boek van hem en Mauritz heeft opgenomen, is het voor Dankbaar van groot belang dat Mustafa als getuige wordt gehoord, zodat hij kan uitleggen of, en zo ja, waarom hij bovenstaande mededelingen heeft gedaan en in hoeverre die mededelingen volgens Mustafa op waarheid berustten. De getuigenverklaring van Mustafa raakt daarmee de kern van waar het in deze zaak om gaat. Immers: er is geen sprake van enige onrechtmatige publicatie (of in strafrechtelijke zin: smaad) indien Dankbaar te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat hetgeen hij in zijn boek heeft geschreven waar was. Indien Mustafa verklaart conform hetgeen hij destijds heeft meegedeeld en die verklaring door de rechtbank op betrouwbaarheid zal kunnen worden getoetst, wordt de rechtbank in staat gesteld te beoordelen in hoeverre de vorderingen tegen Dankbaar moeten worden toe- of afgewezen.
Mustafa heeft aan Hans Mauritz, mede-auteur en uitgever van het boek van Dankbaar, tevens verklaard dat de bedoelde Ali Hassan niet de Ali Hassan was die in 1999 door het OM in Istanbul werd gearresteerd. Ook dit is voor Dankbaar van groot belang om uit de mond van Mustafa onder ede bevestigd te krijgen, aangezien Dankbaar wil aantonen dat het Openbaar Ministerie niet de waarheid heeft verteld in het zogeheten “rapport onderzoek Ali H.” (2011) dat concludeerde dat er geen aanwijzingen zijn gevonden dat een verkeerde Ali H. is aangehouden. Overigens wordt Mustafa in dit rapport genoemd als vriend van Ali H., maar Mustafa zelf heeft verklaard dat hij nooit door het OM is benaderd met de vraag of de hem bekende Ali H. in 1999 werd aangehouden in Istanbul. Wat Dankbaar betreft is deze gang van zaken volstrekt logisch. Hij stelt immers dat het OM zelf de juiste Ali H. in het weekend van de moord het land heeft uitgezet en dat dit gedaan is naar aanleiding
van het verhoor van Faek Mustafa op de dag van de moord, 1 mei 1999, in welk verhoor Faek Mustafa de juiste Ali H. heeft aangewezen als de moordenaar. In dat geval wist het OM ook in 2011 hoe Faek de onderzoeksvraag: ”Is de juiste Ali H. gearresteerd?” zou hebben beantwoord. Dit antwoord paste niet in het straatje van de conclusie van het rapport. Het behoeft verder geen nader betoog of toelichting dat er een groot algemeen maatschappelijk belang mee gemoeid is om aan te tonen dat het OM de waarheid geweld heeft aangedaan in een officieel en lijvig rapport op kosten van de gemeenschap. Daarnaast heeft Mustafa verklaard dat de heer [……] een goede kennis was van de duitser Ludger Dill, hetgeen door [……] wordt ontkend.
Gezien het belang van Mustafa als getuige heeft Dankbaar hem gedurende de afgelopen jaren verschillende malen gevraagd of hij zijn eerder geuite opmerkingen over de toedracht van de moord op Marianne Vaatstra zou willen bevestigen in een ten overstaan van een notaris op te stellen verklaring. Mustafa weigert echter stelselmatig zijn medewerking, en zegt uitsluitend zijn medewerking aan een verhoor te willen geven indien hij daartoe door de rechter wordt opgeroepen.
Een belangrijke recente ontwikkeling is dat Faek Mustafa in een zitting van 15 augustus 2017 in de rechtbank te Rotterdam heeft gemeld dat hij bereid is te verklaren voor Justitie en/of een rechtbank. Deze melding is opgenomen in de beschikking waarin de rechter stelt dat niet Mustafa maar [……] als verweerder zou moeten worden opgevoerd. Die beschikking wordt bijgevoegd als produktie 8. Dit impliceert dat Faek Mustafa wel degelijk iets te verklaren heeft (iemand die niks te verklaren heeft, zegt dat immers gewoon), iets wat ook blijkt uit een brief die Mustafa schreef aan de dienstdoende rechter Mr. Geerdes, welke brief eindigt met de volgende zinnen:
“Als ik verhoord moet worden over deze zaak ben ik weer bereid om mijn verhaal te doen en ik ben altijd bereid geweest om de waarheid te vertellen. Ik vertel wat ik weet en wat ik heb gezien en niet wat een ander (dhr Dankbaar) wilt horen.”
De volledige brief van Mustafa aan rechter Geerdes is bijgevoegd als productie 9. De brief van Dankbaar aan dezelfde rechter wordt bijgevoegd als productie 10.
Een tweede belangrijke ontwikkeling is dat de advocaat van [……] in een zitting van 30 augustus 2017 heeft gemeld dat ook hij onder meer de heren Faek Mustafa, Hans Mauritz én de andere door Dankbaar gevraagde getuigen onder ede wil horen. De opmerking van deze advocaat is nota bene vastgelegd in het proces-verbaal van bedoelde zitting, dat als productie 11 is bijgevoegd. Vanwege deze omstandigheid, waarbij beide partijen bepaalde getuigen willen horen, zou er in de civiele zaak tussen Dankbaar en [……] geen reden meer moeten zijn om het getuigenverhoor af te wijzen, hetgeen desondanks toch is gebeurd.
Een derde belangrijke ontwikkeling is dat Dankbaar en medegedaagde Mauritz hun geschillen hebben bijgelegd, hetgeen geresulteerd heeft in het vrijgeven van de zogenoemde kluisverklaringen van Faek Mustafa en Riad Elmakhour. Deze verklaringen worden bijgevoegd als productie 12.
Dat de heer Mustafa de bovenbeschreven verklaringen bij de politie heeft afgelegd, wordt ook bevestigd door de als productie 13 bijgevoegde schriftelijke verklaring van Rida Hashimi, destijds (in 1999) bevriend met Mustafa. Uit de reactie van Mustafa op een mededeling van Dankbaar, inhoudende dat hij door [……] is aangeklaagd, blijkt impliciet dat hij [……] inderdaad kent, iets wat [……] zelf ook weer ontkent in zijn aanklachten tegen Dankbaar. Hiervoor wordt verwezen naar een schriftelijke weergave van een opgenomen telefoongesprek tussen Dankbaar en Mustafa, bijgevoegd als productie 14. Verder heeft Mustafa in gesprekken aangegeven dat hij verder en uitgebreider wil verklaren dan in zijn getekende verklaring, mits hij als getuige voor de rechter zal moeten verschijnen. De betreffende gesprekken zijn tussen Mustafa en Hans Mauritz (productie 15) en tussen Mustafa en weblogger Rob Arts (productie 16). Een fragment uit dit laatste gesprek luidt als volgt:
Rob: Oh maar kun je ook niet zeggen of dat die handtekening wél van jou is of dat die niet van jou is?
Faek: Oh eh.. Ik heb tegen Wim gezegd van eh… ik zeg alles in het openbaar en wanneer ik naar de rechter moet, zeg maar, wanneer …..Wim, breng me naar de rechter, dan pas kan ik verder wat zeggen daarover.
Hier geeft Mustafa zelf – nogmaals – aan dat hij bereid is onder ede te verklaren over zijn kennis over de moord op Marianne Vaatstra. Voorts heeft Mustafa tegenover Hans Mauritz aangegeven niet aanvullend op zijn getekende verklaring te willen/durven verklaren, anders dan voor een rechter onder ede, omdat hij bang is voor represailles vanuit Justitie of andere onderdelen van de overheid. Niettemin lijdt Dankbaar hierdoor schade en heeft deze schade reeds geleden. Het is immers zeer onwaarschijnlijk dat Dankbaar veroordeeld had kunnen worden, nu het duidelijk is dat onder meer Mustafa en Mauritz de bronnen zijn van zijn publicaties, en zowel Mustafa als Mauritz hun verklaringen onder ede zouden bevestigen. Derhalve is het voor Dankbaar en de waarheidsvinding cruciaal, in feite de conditio sine qua non, om deze getuigen te mogen horen.
6)De heer Riad Elmakhour
Riad Elmakhour heeft aan Hans Mauritz, mede-auteur van het door Dankbaar geschreven boek, verklaard dat hij Ali Hassan in de nacht van de moord een lift heeft gegeven naar Leeuwarden. Ali Hassan zat onder het bloed en vertelde dat hij net een meisje had vermoord in de caravan van een Duitser. De heer [……] vraagt zelf om de identiteit van Riad Elmakhour en Faek Mustafa en de authenticiteit van hun verklaringen. Het is dus ook in het belang van de heer [……] dat deze getuigen onder ede worden gehoord.
7)De heer Farhad Bawar
Farhad Bawar was destijds een goede vriend van Faek Mustafa in het AZC Kollum en vandaag anno 2019 nog steeds. Bawar heeft aan Mauritz verklaard dat hij van Faek heeft vernomen dat Marianne Vaatstra is vermoord door Ali Hassan in de caravan van [……]. Ook kan Bawar verklaren dat hij destijds deel uitmaakte van het groepje asielzoekers, waaronder Faek Mustafa en Ali Hassan, die regelmatig bij [……] vertoefden.
8)Mevrouw Stephanie Broersma-Van Reemst
Stephanie Broersma van Reemst was destijds een vriendinnetje (14) van Faek Mustafa. Diverse getuigen hebben haar op de avond en nacht van de moord gezien in het gezelschap van Faek en Marianne, onder meer bij de fietsen van haar vriend Spencer en diens vriend Wietze, die door Faek Mustafa onklaar waren gemaakt door de ventielen eruit te trekken. Stephanie van Reemst kan ook verklaren dat Faek Mustafa en Ali Hassan bekenden waren van [……] en Ludger Dill, met andere woorden dat de aangifte van [……] vals is. Tevens kan ook zij bevestigen dat de haar bekende Ali Hassan, de vriend van Faek, niet de de man was die in 1999 werd gearresteerd. Overigens als zij (en Faek Mustafa) het bovenstaande kan bevestigen wordt ook evident dat het gestolen-fiets-verhaal, zoals dit door Justitie aan het publiek bekend is gemaakt, onmogelijk de waarheid kan zijn. Voorts verdient vermelding, dat deze getuige op 14 mei 1999 werd ontboden op het politiebureau te Buitenpost om gehoord te worden over de moord op Marianne Vaatstra. Dit betekent dus dat justitie kennelijk wist dat Stephanie iets wist (en weet) over de zaak Vaatstra. Het resultaat van dit verhoor was dat Stephanie aangifte deed van verkrachting door haar vriendje Faek in dezelfde nacht dat Marianne werd vermoord. Een verkrachting die niet werd vervolgd door justitie, maar snel werd geseponeerd. Dankbaar wil graag weten wat Stephanie heeft verklaard tijdens dat verhoor, waar ook haar vader niet bij mocht zijn. Eén en ander wordt nader toegelicht in dit artikel op de website van Dankbaar:
https://rechtiskrom.wordpress.com/2018/12/09/hoe-corrupt-is-yehudi-moszkowicz-deel-5/
Tot slot wil Dankbaar van Stephanie weten waarom zij haar beweerde aangifte van smaad en laster (van december 2010) tegen Dankbaar met instemming van Justitie introk. Een aangifte die door Justitie zelf niet aan Dankbaar bekend is gemaakt, maar die hij via de media moest vernemen.
9)De heer Spencer Sletering, wonende te Groningen, adres bekend bij Justitie.
Spencer Sletering was destijds het vriendje van Marianne Vaatstra. Diverse getuigen hebben verklaard dat hij in de caravan van [……] kwam onder meer om softdrugs te kopen van Ali Hassan. Spencer Sletering kan ook verklaren dat Marianne daar ook kwam. Volgens Faek Mustafa had Sletering een schuld bij Ali Hassan. Spencer Sletering kan ook verklaren dat hij niet, al dan niet met Marianne achterop, naar Buitenpost heeft kunnen fietsen op een fiets zonder ventielen.
10)Mevrouw Isabella Wagenaar
Isabella Wagenaar heeft verklaard dat er in de caravan van dubieuze praktijken plaatsvonden, onder andere de verkoop van softdrugs aan onder meer de toenmalige vriend van Marianne Vaatstra. Daarnaast heeft zij verklaard dat Faek Mustafa en Ali Hassan [……] kenden en regelmatig bij hem op bezoek kwamen, iets wat de heer [……] ontkent. Tevens is zij op maandag 3 mei 1999 telefonisch met de dood bedreigd door Faek Mustafa in verband met de informatie die zij aan de politie had gemeld. Als jij niet stopt met praten word je ook vermoord! Hiermee is Faek’s kennis van de ware toedracht reeds aangetoond. Anders hoeft hij immers niet te dreigen. De aangifte van deze doodsbedreiging die zij op 4 mei 1999 met haar vader deed, heeft nooit tot enig verder onderzoek, laat staan vervolging van Faek Mustafa geleid. Dit is uiteraard dubieus, maar anderzijds volstrekt logisch als Faek twee dagen eerder de ware toedracht aan de politie had verteld. Hoe en van wie Faek zo snel kon weten dat Isabella informatie over de betrokkenheid van Faek en Ali aan de politie had gemeld, is natuurlijk ook een interessante vraag.
Zij verklaart ook dat de haar bekende Ali Hassan, de vriend van Faek Mustafa, niet de Ali Hassan was die in 1999 door het OM in Istanbul werd gearresteerd. Ook mevrouw Wagenaar is daarmee als getuige van belang. Zij kan bevestigen dat er in de caravan van [……] illegale praktijken plaatsvonden én dat [……] Mustafa en Hassan kende. Dat laatste is iets dat [……] in zijn aangifte juist heeft ontkend en is daarmee voor een juiste beoordeling van de vorderingen van [……] jegens Dankbaar van groot belang.
11)Mevrouw Grietje Vos
Ook Grietje Vos en haar inmiddels overleden man Thomas Vos hebben aan Dankbaar meegedeeld dat [……] veelvuldige en intensieve contacten had met asielzoekers en tevens met zijn landgenoot Ludger Dill, iets wat door [……] wordt ontkend. Ook heeft Thomas Vos verklaard dat het slachtoffer Marianne Vaatstra in de caravan van de heer [……] kwam. De heer [……] ontkent Marianne Vaatstra ooit ontmoet of gekend te hebben. De verklaring van Vos is daarmee voor Dankbaar van belang, omdat ook aan de hand daarvan zeer wel mogelijk kan worden aangetoond dat Dankbaar ervan uit kon gaan dat hetgeen hij in zijn boek over [……] heeft geschreven op waarheid berustte. Opmerkelijk is dat de heer [……] zelf in zijn aangifte Thomas Vos opvoert als een getuige a decharche, terwijl de heer Vos nu juist stelt dat [……] diverse onwaarheden debiteert in zijn aangifte. Inmiddels heeft de heer Vos aan de advocaat van [……], op diens verzoek, in een schriftelijke verklaring bevestigd dat [……] intensieve contacten met asielzoekers én Ludger Dill had. Deze verklaring is bijgevoegd als productie 17. In dit geval heeft de heer Vos in feite aan de raadsman van [……] bevestigd dat Dankbaar wat hem betreft gelijk heeft, in elk geval op het punt van zijn vriendschap met Ludger Dill.
Sterker nog: Mauritz, die altijd intensief en vriendelijk contact heeft onderhouden met Mustafa, verklaart het volgende:
Van: J. Hans Mauritz – Kantoor Thuis [mailto:HansMauritz@Home.nl]
Verzonden: zondag 15 juli 2018 21:33
Aan: Wim Dankbaar
Onderwerp: Verklaring Mustafa / Reyneveld
Geachte heer Dankbaar,
Zoals reeds persoonlijk besproken bevestig ik dat de heer F. Mustafa mij persoonlijk heeft verteld dat hij door de heer Reyneveld, de raadsman van de heer [……] in de lopende civiele procedure tegen u, is aangezet tegen u – een overigens volstrekt valse – aangifte te doen ter zake smaad, hetgeen ook werkelijk is gebeurd. Ook heeft hij me verteld dat de heer Reyneveld hem heeft benaderd voor een verklaring ten einde te bewijzen dat zijn cliënt [……] niet betrokken zou zijn dan wel geen kennis zou dragen van de moord op Marianne Vaatstra. Mustafa heeft tevens aan mij verklaard dat hij daaraan niet wenste mee te werken omdat hij zich bij nader inzien misbruikt voelde door Reyneveld voornoemd en hem in een lastig parket heeft gebracht.
Ook kan ik verklaren dat de heer Reyneveld heeft gesproken met de heer Mustafa voorafgaand aan de zitting in Rotterdam waar uw verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor voorlag waarbij ook Mustafa opgeroepen diende te worden. Ook na bovenbedoelde zitting heeft de heer Reyneveld uitgebreid gesproken met de heer Mustafa waarvan meer dan tien bezoekers van de zitting eveneens getuigen zijn.
Verder heeft de heer Mustafa mij verteld dat hij benaderd is door het kantoor van de heer Moszkowicz, om een aanklacht tegen de heer Dankbaar op te tuigen. Tevens heeft de heer Mustafa mij verklaard dat hij inmiddels zeer betreurt dat hij hierin is meegegaan.
Uiteraard ben ik bereid bovenstaande onverkort onder ede te verklaren.
Met groet,
J. Mauritz
12)De heer Hans Mauritz
Mauritz heeft Dankbaar meegedeeld dat de hierboven genoemde getuigen Mustafa en Elmakhour de verklaringen zoals in productie 12 tegenover hem hebben gedaan en ondertekend. Tevens stelt Mauritz dat [……] zijn kennis van de ware toedracht van de moord, aan hem, Mauritz, zou hebben toegegeven en dat [……] hem heeft meegedeeld dat de moord door asielzoekers is gepleegd. Ook de verklaring van Mauritz is voor Dankbaar van groot belang. Ook aan de hand van zijn verklaring zal immers kunnen worden vastgesteld of Dankbaar te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat hetgeen hij in zijn boek heeft geschreven op waarheid berustte. Uiteraard behoeft het geen betoog dat Dankbaar op de verklaringen van zijn coauteur, medeonderzoeker én uitgever mocht vertrouwen. Daarbij moet ook in overweging worden genomen dat Mustafa en Elmakhour zich nooit over de beweringen van Mauritz hebben beklaagd en ook nooit aangifte tegen hem hebben gedaan van smaad, laster of valsheid in geschrifte. Dit in de wetenschap dat het nu juist Mauritz is die de bron is van de stellingen en dat die stellingen jarenlang in een boek en op de website van Dankbaar hebben gestaan. Op zijn minst is het hoogst merkwaardig dat Mustafa een amicaal contact heeft onderhouden met Mauritz tot in de zomer van 2018, zoals onder meer blijkt uit de gesprekken tussen beiden als in productie 15. Een dergelijk contact van Mustafa is onmogelijk met een man die in 2014 een verklaring van Mustafa zou hebben verzonnen en zelfs zijn handtekening zou hebben vervalst. Mauritz heeft immer aangegeven dat hij bereid is onder ede te verklaren over de totstandkoming van de verklaringen van Mustafa, Elmakhour en [……]. Bovendien is het zo, dat Dankbaar – in tegenstelling tot wat het vonnis in eerste aanleg daarover stelt – zich bij lange na niet alleen baseert op de verklaringen van zijn coauteur Mauritz. Integendeel, Dankbaar baseert zich ook op een veelheid van getuigen die hij zélf heeft gesproken. Van een “onzorgvuldig onderzoek”, zoals het vonnis suggereert, kan dan ook geenszins sprake zijn, en juist dat kan zeer wel worden aangetoond met het horen van de gevraagde getuigen.
13)De heer [……]
Uit het onderzoek van Dankbaar is gebleken dat de heer [……] diverse onwaarheden naar voren heeft gebracht, zowel in de tussen partijen aanhangige civiele procedure als in zijn aangifte, op basis waarvan Dankbaar inmiddels strafrechtelijk is vervolgd. Wat Dankbaar betreft heeft de heer [……] daarmee een valse aangifte gedaan. Het is dan ook van belang om de heer [……] als getuige te horen om vast te stellen of hij deze onwaarheden onder ede gestand wil doen. Zoals hierboven reeds gemeld heeft ook de heer [……] geen bezwaar meer om getuigen te horen. Hij kijkt er zelfs naar uit, liefst zo snel mogelijk:
Van: r.reyneveld@reyneveldadvocatuur.nl
Onderwerp: Antw.: Dankbaar/ [……]
Datum: 26 september 2017 16:45:09 CEST
Aan: Thijs Stapel <stapel@stapeladvocatuur.nl>
Geachte confrère,
In het hoger beroep wenst cliënt, zoals het er nu naar uitziet, meerdere getuigen horen. Niet alleen de getuigen die uw cliënt benoemt. Mogelijk is dat de heer Mauritz als eerste getuige al onder ede al zou toegeven dat hij de kluisverklaringen uit zijn duim heeft gezogen. In dat geval behoeven geen andere getuigen meer over dat onderwerp gehoord te worden. Er is dus ruimte voor enige dynamiek.
Kort en goed; er is op dit moment behoefte aan het horen van getuigen, maar niet noodzakelijkerwijze de door u bedoelde getuigen en ook niet meer dan cliënt nodig heeft om zijn standpunten te bewijzen.
Uiteraard zal cliënt de procedure in hoger beroep voeren op de wijze die hij alsdan prefereert. Cliënt houdt zich alle rechten voor.
Cliënt kijkt in ieder geval uit naar de getuigenverhoren in het hoger beroep, wat hem betreft zo snel mogelijk! Aanhouden van het hoger beroep is niet aan de orde.
Ik wijs er op dat wat uw cliënt al dan niet aan verhoren doet buiten het hoger beroep om, niets afdoet aan het feit dat cliënt zelf getuigen wil horen in de procedure in hoger beroep. Cliënt wil namelijk de getuigen horen met betrekking tot de onrechtmatige handelwijze van uw cliënt en de heer Mauritz.
Met vriendelijke groet,
Rick Reyneveld
14) De heer Jasper Steringa.
De heer Steringa, thans verblijvend in de PI Zwolle, is voor de moord op Marinne Vaatstra veroordeeld. Dankbaar beschikt echter over getuigenverklaringen die erop wijzen dat Steringa onder grote druk een valse bekentenis heeft afgelegd waarbij hem is aangepraat wat er zich de betreffende nacht zou moeten hebben voorgedaan. Op basis van dit door de recherche voorgespiegelde scenario, dat gebaseerd is op het gestolen-fiets-verhaal, heeft Steringa een bekentenis afgelegd. Inmiddels zijn er getuigen die kunnen bevestigen dat Steringa zijn verklaringen heeft willen herroepen, met name als het gaat om het hoofddaderschap waar het vanzelfsprekend in deze zaak om gaat. Zo heeft hij onder meer tegen een medegedetineerde (identiteit bij Dankbaar bekend) gesteld dat hij zich slechts “medeplichtig” voelt en het onterecht zou vinden een volledige schadevergoeding aan de familie Vaatstra te betalen. Uit een andere verklaring van een bewaker bij de PI Zwolle, blijkt dat Steringa zijn bekentenis niet hardop durft te herroepen uit vrees voor sanctiemaatregelen van de autoriteiten, zoals isoleercel, verlies van vervroegde invrijheidsstelling e.d.
Het belang van Dankbaar om Steringa te horen is evident, omdat Steringa kan ontkrachten dan wel bevestigen of de moord in de caravan van [……] heeft plaats gevonden. Nog afgezien van de gevolgen die een eventuele ontkennende verklaring van Steringa zal hebben voor het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra, zal zijn verklaring van grote betekenis zijn voor het oordeel over de vraag of de publicaties van Dankbaar over de rol van [……] nu wel of niet als smaad kunnen worden aangemerkt.
15) Mevrouw Maaike Terpstra, wonende aan de Gielfinkstritte 4, De Westereen.
Zoals bovengenoemd heeft Dankbaar sterke bewijzen dat Terpstra nog immer het onderzoek van Dankbaar en zijn bevindingen ondersteunt, dat het niet haar wens is tegen Dankbaar te procederen, maar dat zij door haar kinderen onder druk is gezet om bepaalde vorderingen jegens Dankbaar anhangig te maken. Een getuigenverhoor om dit op te helderen is Dankbaar steeds ontzegd. Het belang van zo’n getuigenverhoor is evident, omdat Dankbaar juist in de procedures tegen Terpstra gigantische bedragen aan dwangsommen heeft verloren. De immateriële schade is ook enorm, omdat in vele publicaties en TV-uitzendingen, wat Dankbaar betreft valselijk is gesteld dat Terpstra lijdt onder de acties van Dankbaar. Het is zonneklaar dat deze procedures niet tegen Dankbaar zouden zijn aangespannen als Justitie de volgens Dankbaar werkelijke toedracht van de moord meteen in 1999 naar buiten had gebracht. Deze schade heeft Dankbaar dus opgelopen als rechtstreeks gevolg van het onrechtmatig acteren van de Staat.
LikeGeliked door 1 persoon
De niet gesteld vragen aan politici, journalisten en topambtenaren van de Algemene Bestuursdienst
De conferentie over de rechtspraak in de Tweede Kamer gaat niet over wat fout zit in ons land, maar is een soort zelfbevrediging van de magistratuur. Niemand vraagt naar de dodelijke slachtoffers van rechtspraak, zoals te zien is op http://www.sdnl.nl/zelfdodingen.htm. Niemand van de vandaag aanwezigen stelt de vraag aan het forum: Waarom heeft Nederland geen grondwettelijk Hof als vierde land op de wereld? Waarom heeft Nederland in de Grondwet artikel 120 opgenomen dat alle recht van de burger uitsluit wanner geprocedeerd wordt tegen overheid, verzekeraar of bank? Nooit vragen over Justitie!
LikeGeliked door 1 persoon
Komt er na twintig jaar uitsluitsel in de Arnhemse Villamoord? Het onderzoek naar de moord op de 63-jarige bewoonster van de villa in Arnhem in 1998 moet over. Mogelijk zaten 9 veroordeelden onterecht vast, een van hen pleegde zelfs zelfmoord in zijn cel. In de Week van Gelderland liet wetenschapsfilosoof Ton Derksen zijn licht schijnen over de zaak. ‘Die mannen hebben gewoon niets gedaan.
LikeGeliked door 1 persoon
Ton Derksen, tja, wat moet je van die man denken? Dubbele gerechtelijke dwaling in de Puttense moordzaak, nee, Ronald Pieper heeft het gedaan, net zoals hij Anneke vermoorde. In deze zaak van de Villamoord, kan hij gelijk hebben maarja iedereen kan dat zien als je die verhoren zo ziet. Door die man begin ik te twijfelen aan Lucia De B, kijk maar eens wie excuses kwam maken; Harm Brouwer, en wie schreef haar een brief? Hirsh Ballin. Straks helpt die Ton daders vrij te spreken die weldegelijk hebben gedaan waar ze voor veroordeeld zijn. Al vind ik wel dat Ton in meeste gevallen wel gelijk heeft zoals de Villamoord, Baybasin, Lucia De Berk, Ernst Louwes maar de Puttense moordzaak heeft hij fout. In die zaak vind ik dat hij maar wat roept, en moet ik het toch eens zijn met Peter in die zaak. Je kan toch niet Ronald Pieper onschuldig verklaren, omdat er geen vocht van zijn sperma op haar lichaam is gevonden? Er waren genoeg spermacellen, plus Ronald werd al verdacht van de moord op een ander meisje. Gezien zijn verleden, hij is misbruikt vanaf zijn 9de door zijn vader, zijn zusje ook, hij mishandelde vaker vrouwen zelfs zijn eigen moeder.. Brak ook in in huizen, beide moorden zijn de meisjes de keel doorgesneden en gewurgd.. Zal me niets verbazen als hij Mevrouw Wittenberg ook om het leven heeft gebracht als het Michael de Jong niet was. Maar het frapante vind ik toch wel dat Peter al heel lang wist dat Ronald Pieper een sleutel in bezit had van het schuurtje van de oma van Christel. Ik vraag me af er een site is waar je alle info terug kan vinden, ik zat anders te denken om zelf een paar zaken compleet te schrijven van alles wat bekend is in zaken met details en al, achtergronden etc. Een soort opsomming van feiten. Net als Wim hier doet met de zaak Vaatstra.
LikeLike
Ik heb het meegemaakt, onterecht veroordeeld worden. Ik zat een jaar vast, met vreselijke mensen. Ik heb meegemaakt dat mensen zelfmoord pleegden, ik heb mensen gezien met littekens van zelfverwondingen omdat ze het niet meer uit houden.
Ik heb er niet over nagedacht, zelfmoord, town ik vrij kwam en een soort zaak had tegen mijn veroordeling hebben ze me 10,000 euro gegeven waar nog zo’n 5000 euro van af ging voor de belasting. Dus ik kon net mijn schuld afbetalen want ze hebben me eerst twee jaar op straat laten staan zonder inkomen, en je kan gewoon niks als je constant PTSS aanvallen hebt.
Soms door de PTSS voelt mijn leven onleefbaar, vooral als ik TV keek, heb daarom geen TV meer. Kan er niet tegen als iedereen ons maar negeert en Rutte gewoon lacht. Gelukkig heb ik het gered, maar er zijn vele die het niet redden.. en het is nog steeds niet makkelijk, ben alle contact kwijt met vrienden, ben vaak alleen, bang om te reizen, uitgeput… woede en paniekaanvallen.. je kan het niet accepteren, dat onrecht.
Blijf strijden Wim, ben je dankbaar voor je inzet tegen onrecht. Ik voel me al jaren geen Nederlander meer, ben meer een soort alien onder de mensen in Nederland.
LikeGeliked door 1 persoon
Kon ik je maar troosten Nick King, ik kan ff de woorden niet meer vinden…..Maar Nederland is het satanistenland ten top, dit land wordt gechanteerd…..door alles en iedereen, daar heeft die bilderberger Bernhard wel voor gezorgd, geef niet op Nick, de meeste mensen zijn gewoon goed, alleen heel veel mensen laten zich chanteren voor centjes en aanzien….Dikke knuffel voor jou en iedereen die zo lijden in Nederland.
LikeGeliked door 1 persoon
Goede mensen moeten in Nederland langs de zijlijn toekijken en hun mond hoeden, bewezen en aangestelde slechteriken hebben het voor het zeggen en beslissen hier over leven en dood!
LikeGeliked door 1 persoon
Deze zaak stijgt ver uit boven de corrupte zaken van de Puttense moordzaak en de Arnhemse villamoord omdat van hoog tot laag het deksel op die put wordt gehouden en men géén enkel middel schuwt om dit te doen! De rechtspraak is in- en in verrot en corrupt tot op het bot!!
LikeLike