Klacht/aangifte tegen rechters

Leest u eerst dit:

https://rechtiskrom.wordpress.com/2019/01/07/afwijzing-getuigenverzoek-dus-wrakingsverzoek/

Daarna dit:

https://rechtiskrom.wordpress.com/2019/02/13/pvs-van-de-zittingen/

Daarna dit:

https://rechtiskrom.wordpress.com/2019/02/12/een-arrest-in-gerechtelijk-niemandsland/

Tijdens die zitting op 28 januari heb ik uitputtend aangegeven dat een afwijzing van het getuigenverzoek voor mij een wrakingsgrond zou zijn. Daar maakte ik dus nu gebruik van. Niettemin ging zij stug door met het voorlezen van de uitspraak. In de wetenschap dat zij gewraakt was. Aanvankelijk koos zij ervoor om de wraking naast zich neer te leggen en de uitspraak er ‘doorheen te drukken’. Even later, na nog een protest van mij, liet zij toch de wraking noteren. En erkennen met de mededeling dat er een wrakingskamer bijeen geroepen zou worden, waarvoor ik uitgenodigd zou worden. Desondanks ging zij toch verder met de uitspraak. Dit kan helemaal niet als er gewraakt is. Maar in mijn zaak kan blijkbaar alles.

Het bewijst niet alleen haar obsessie om mij te veroordelen, en dus haar vooringenomen partijdigheid, maar ook haar incompetentie als rechter. Een rechter behoort immers te weten dat ze met alles moet stoppen als ze gewraakt wordt. Dit is een dijk van een wrakingsgrond nummer 2. De uitspraak is onrechtmatig gedaan en daarmee ongeldig. Mijn rechten zijn wederom door haar geschonden. Voor de gevolgen van deze onrechtmatige daad, met name de negatieve effecten van het publiceren van de uitspraak, stel ik haar aansprakelijk. Het toont des te meer dat die publicatie door de NOS beoogd was om mij schade toe te brengen. Met geen woord wordt gerept over de wraking en mijn protest tegen de uitspraak, die rechtmatig niet kon. Door de kunst van het weglaten is het doel bereikt.

Ons nationale juridische orakel prof. Theo de Roos zegt ook: Dit heb ik nog nooit meegemaakt, is inderdaad wel een unieke kwestie.

Mijn aangifte en klacht richt zich tegen de rechters die mij onrechtmatig hebben veroordeeld:

Voorzitter: mr. mw. T.H. Bosma

Raadsheer 1: mr. hr. H.J. Deuring

Raadsheer 2: mr. mw. E.M.J. Brink

Tevens tegen de rechters van de wrakingskamer:

Mr. W.P.M. ter Berg

Mr. J.J. Beswerda

Mr. J.H. Kuiper

Ik beschuldig deze rechters ervan zeer ernstige ambtsmisdrijven te beschermen, met name gepleegd door de heren Harm Brouwer en Joris Demmink.

Ik beschuldig deze rechters van schending van artikel 17, EVRM:

Artikel 17 – Verbod van misbruik van recht

Geen der bepalingen van dit Verdrag mag worden uitgelegd als zou zij voor een Staat, een groep of een persoon een recht inhouden enige activiteit aan de dag te leggen of enige daad te verrichten met als doel de rechten of vrijheden die in dit Verdrag zijn vermeld teniet te doen of deze verdergaand te beperken dan bij dit Verdrag is voorzien.

Ik beschuldig deze rechters van schending artikel 6, EVRM:

“Artikel 6 EVRM: Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, heeft in het bijzonder de volgende rechten: d. de getuigen à charge te ondervragen of te doen ondervragen en het oproepen en de ondervraging van getuigen à décharge te doen geschieden onder dezelfde voorwaarden als het geval is met de getuigen à charge; “

Ik beschuldig deze rechters ervan een medeplichtige (aangever in de strafzaak) van de moord op Marianne Vaatstra te beschermen. Waar ik de heren Brouwer en Demmink ook van beschuldig:

– Misbruik van macht.

– Het onjuist informeren (voorliegen) van het Nederlandse publiek.

– Het assisteren van verkrachters, c.q. moordenaars om hun straf te ontlopen.

– Het manipuleren en vernietigen van bewijsmateriaal in een strafrechtelijk onderzoek.

– Nalatigheid.

– Belemmering van de rechtsgang.

Ik beschuldig deze rechters van schending van het wrakingsprotocol.

Maar u heeft al gewraakt en die wraking is afgewezen, werd er tegengesputterd. Er wordt vandaag gewoon uitspraak gedaan!  

Ik zei nogmaals dat ik daartegen protesteer en dat de griffier er goed nota van moest  nemen dat ik wraak. Toen wilde zij weten wat dan mijn nieuwe wrakingsgrond was. Dat heb ik haar uitgelegd. Ongeveer het volgende: Ik heb u twee keer gewraakt omdat u op voorhand mijn getuigenverzoek niet wilde toewijzen. En dat ik dat op partijdigheid en vooringenomenheid vind wijzen. De laatste keer heeft de wrakingskamer mij gecorrigeerd door te zeggen: Ho eens even mijnheer Dankbaar, het is helemaal niet  gezegd dat u uw getuigen niet krijgt. U mag dat immers nog toelichten tijdens de zitting en wellicht krijgt u ze dan alsnog.

Dat heb ik vervolgens gedaan op 28 januari, en daar moesten u en uw collega’s goed over nadenken. Ik heb u uitputtend en herhaaldelijk uitgelegd hoe cruciaal de toewijzing van mijn getuigenverzoek is voor mijn verdedigingsbelang. Dat het staat of valt met winst of verlies, veroordeling of vrijspraak. U heeft mij en andere aanwezigen  de valse indruk gegeven dat u toch nog wel eens recht kon gaan spreken. Ik heb u daarom het voordeel van de twijfel gegeven, maar vandaag blijkt definitief dat die twijfel misplaatst was.

Vervolgens begon de voorzitter ronduit te schutteren. Ze gaf de griffier opdracht te noteren dat ik haar wraak. En dat er weer een wrakingskamer bijeen geroepen zou worden waarvoor ik een uitnodiging zou krijgen. Maar ze stond er wel op om met de uitspraak verder te gaan. Weer protesteerde ik. Dit is natuurlijk al intrinsiek tegenstrijdig. Ze had moeten weten dat je niet door mag gaan met een uitspraak als je gewraakt wordt. Ze deed me eerlijk gezegd denken aan een stampvoetende kleuter die haar zin niet kreeg. Het was duidelijk dat ze dit nog nooit eerder had meegemaakt en geheel onverwachts kwam. Interessant nieuw (on)recht heeft mr. Bosma hiermee geschapen.

Overigens zei ze ook nog dat het horen van de getuigen geen nieuwe gezichtspunten kon opleveren. Hoe krijg je het bedacht? Het kan geen nieuwe gezichtspunten opleveren als Stephanie zegt dat ze er getuige van was dat Faek de ventielen eruit trok? Om slechts één voorbeeld te noemen? En dan ben je niet partijdig?

De klap op de vuurpijl was dat ze voorlas dat ik geen enkele getuige zelf had gesproken, mij uitsluitend had gebaseerd op Hans Mauritz. Staat waarschijnlijk ook in die belachelijke uitspraak. Welk een brevet van incompetentie geef je je dan?  Daarmee laat je zien dat je de stukken niet hebt gelezen. Of wel hebt gelezen, maar moedwillig verdraait! Er staat immers in dat ik vrijwel ALLE getuigen zelf heb gesproken! Hier heb ik dus ook tegen geprotesteerd.

Deze sessie duurde niet heel lang, ik schat zo’n 20 minuten. Ik ben geëndigd met een opmerking als volgt: Ik wil dat de griffier noteert dat ik u definitief onderdeel acht van de club die dit verschrikkelijke ambtsmisdrijf onder het tapijt moet houden! 

En verder zijn we hier wel klaar voor vandaag! 

Van: Wim Dankbaar [mailto:dank@xs4all.nl]
Verzonden: woensdag 13 februari 2019 10:49
Aan: ‘Strafgriffie Leeuwarden (Hof Arnhem-Leeuwarden)’
Onderwerp: RE: Verzoek om PV’s

Geachte mevrouw Spreeuwers,

Bij deze vraag ik uw hof dringend om de uitspraak van mr. Bosma door te strepen of nietig te verklaren. Ik heb mr. Bosma duidelijk gewraakt voor het doen van de einduitspraak, ofwel de veroordeling. Ook heb ik duidelijk geprotesteerd tegen het feit dat mr. Bosma verder ging met het doen van de uitspraak. De uitspraak had vanwege de wraking niet mogen worden gedaan en is daarmee niet rechtmatig. Mr. Bosma had na de wraking direct haar uitspraak moeten staken. Tevens heb ik tijdens de zitting al geprotesteerd tegen een onjuistheid in de uitspraak. Nu de uitspraak volledig is gepubliceerd heb ik nog veel meer onjuistheden ontdekt. Ik bevind mij nu in een gerechtelijk niemandsland. Enerzijds wordt gesteld dat ik twee weken de tijd heb om in cassatie te gaan, anderzijds is er een wrakingskamer bijeengeroepen, welke omstandigheid mr. Bosma had moeten nopen om te staken en de uitspraak niet had mogen doen. Zij had het verdere oordeel aan de wrakingskamer moeten laten.  Omdat ik de termijn voor cassatie niet mag mislopen, verzoek ik uw hof dringend om zich uit te spreken over de status van de uitspraak. Wat mij betreft is die evident niet rechtsgeldig, maar dat moet ik wel weten. Ik hoef immers nog niet in cassatie als de ongeldigheid door uw hof wordt bevestigd. Die bevestiging moet ik krijgen.

In afwachting van uw spoedige berichten,

Met vriendelijke groet,

W.J. Dankbaar

Van: Wim Dankbaar [mailto:dank@xs4all.nl]
Verzonden: maandag 18 februari 2019 16:30
Aan: ‘Strafgriffie Leeuwarden (Hof Arnhem-Leeuwarden)’
CC: Thijs Stapel (stapel@stapeladvocatuur.nl)
Onderwerp: RE: Beslissing wraking d.d. 18 februari 2019

Geachte griffie,

Met nadruk maak ik bezwaar tegen deze uitspraak van de wrakingskamer. Ik zou worden uitgenodigd voor de zitting van de wrakingskamer. Dit is duidelijk door de voorzitter gezegd op de zitting, hoewel ik dat niet terug zie in het PV van 11 februari. Maar daar staan wel meer dingen foutief in. Zo heb ik niet gezegd “U heeft mijn vertrouwen geschaad”, maar “Het voordeel van de twijfel dat ik u heb gegeven, blijkt nu misplaatst te zijn geweest”.

Nu blijkt dat ook de beslissing van de wrakingskamer er gewoon (zeer snel) doorheen wordt gedrukt, net als de uitspraak, terwijl ik niet eens de toegezegde uitnodiging voor de wrakingszitting heb gehad.  Onverkort stel ik dat de uitspraak onrechtmatig is gedaan, zoals ik reeds had aangegeven in mijn email  van 13 februari (hieronder nog een keer weergegeven). Wraken mag volgens de wet in ELK stadium van het geding, ook tijdens de uitspraak, mits de wraking wordt gedaan voor het eindoordeel ofwel voor het voltooien van de de uitspraak. Die wetsregel is hier schunnig aan de laars gelapt, ondanks mijn duidelijke protest en tijdige wraking.  Ik verzoek, zonodig sommeer ik  uw Hof mij uit te nodigen voor een ordentelijke wrakingszitting, zoals dat bij de vorige wraking ook is gebeurd. En bovendien bij deze wraking ook werd toegezegd. Hierdoor ging ik er terecht vanuit dat ik een oproep zou krijgen. Ook hier zijn mijn rechten weer geschonden.

Met vriendelijke groet,

W.J. Dankbaar

 

Haarlem, 20 februari 2019

Inzake: Dankbaar/ OM
Parketnr.: 21/ 003955-16

Geachte heer/ mevrouw,

Op 11 februari jl. heeft uw Gerechtshof in bovenvermelde zaak arrest gewezen. Cliënt, de heer W. Dankbaar, heeft het gerechtshof echter op diezelfde datum gewraakt, toen hij op 11 februari jl. ter zitting aanwezig was om de uitspraak van het hof te vernemen. Het wrakingsverzoek van cliënt is bij beslissing van 18 februari jl. afgewezen, omdat de zaak met de uitspraak van het arrest was beëindigd. Cliënt was dus te laat met zijn wrakingsverzoek, zo begrijp ik de beslissing van de wrakingskamer.

Naar mijn inzicht is deze beslissing niet juist, omdat cliënt nu juist wraakte meteen nadat hij een tussenbeslissing van het hof had vernomen over een door hem ter zitting gedaan verzoek om getuigen te mogen horen. De afwijzing van dat getuigenverzoek was de directe aanleiding voor de wraking. De einduitspraak was toen nog niet gedaan. Pas nadat de kwestie van het getuigenverzoek aan de orde was geweest, kwam het hof toe aan het daadwerkelijke uitspreken van het arrest. De wraking is dus wel degelijk tijdig gedaan, te weten vóór de einduitspraak (zie art. 4.5 van het Wrakingsprotocol).

Wat cliënt verder heeft verbaasd, is dat er geen zitting van de wrakingskamer heeft plaatsgevonden, waarop hij de wraking nader had kunnen toelichten. Een dergelijke zitting werd wél onmiddellijk na de wraking door de voorzitter van de strafkamer aangekondigd. In het wrakingsprotocol (artikel 6.2) wordt ook duidelijk gesproken over een zitting van de wrakingskamer. Daarin wordt overigens ook voorgeschreven dat de raadsheer wiens wraking is verzocht zich na de wraking onthoudt van verdere bemoeienis met de zaak, hetgeen mijns inziens inhoudt dat het eindarrest na de wraking niet meer had mogen worden uitgesproken. Voorts had het zo kunnen zijn dat ter zitting van de wrakingskamer, cliënt had kunnen menen dat de wrakingskamer ook bevooroordeeld of partijdig is, waarop hij ook de wrakingskamer had kunnen wraken. Ook dat recht is hem door deze onjuiste gang van zaken onthouden. Omdat de uitspraak een veroordeling tot gevangenisstraf inhoudt, ben ik met cliënt van mening dat hij al zijn rechten had moeten krijgen.

Gezien het bovenstaande kom ik tot de conclusie dat de beslissing tot afwijzing van de wraking voorbarig is geweest en verzoek ik de wrakingskamer die beslissing te herzien en de definitieve beslissing op het gedane wrakingsverzoek in ieder geval op te schorten totdat er een zitting van de wrakingskamer heeft plaatsgevonden waarop ook cliënt in de gelegenheid is geweest de wraking nader toe te lichten. Ook verzoek ik de strafkamer van het hof het eindarrest d.d. 11 februari jl. ongeldig te verklaren, omdat dat arrest is gewezen terwijl er inmiddels was gewraakt.

Zoals u wellicht bekend is, heb ik inmiddels namens cliënt beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van 11 februari jl. Dat moet niet worden begrepen als een berusting in de beslissing van de wrakingskamer, maar is gedaan om er zeker van te zijn dat de cassatietermijn niet ongebruikt verstrijkt in het geval het hof onverhoopt zou beslissen dat het op 11 februari jl. uitgesproken eindarrest in stand kan blijven.

Graag verneem ik spoedig van u.

Met vriendelijke groet,

T.J. Stapel

Van: Thijs Stapel
Datum: 25 februari 2019 om 18:37:37 CET
Aan: “Strafgriffie Leeuwarden (Hof Arnhem-Leeuwarden)”
Kopie: dank@xs4all.nl
Onderwerp: Antw.:⁨ Fax Ontvangen (2p) van door ID 101⁩

Geachte mevrouw Spreeuwers,

Namens cliënt deel ik u mee dat hij bezwaar maakt tegen de korte, ongemotiveerde mededeling in uw e-mail aan mij van donderdag 21 februari jl. als reactie op mijn verzoek aan het hof van 20 februari om het door cliënt gedane wrakingsverzoek alsnog in behandeling te nemen:

“Namens mr. J.J. Beswerda deel ik u het volgende mee:

Uw schrijven d.d. 20 februari 2019 is in goede orde ontvangen. De inhoud daarvan geeft het hof geen aanleiding tot verdere actie.”

Cliënt blijft van mening dat zijn rechten als verdachte op ontoelaatbare wijze zijn geschonden, zowel met het arrest van 11 februari 2019 als met de uitspraak van de wrakingskamer van 18 februari 2019. Hij meent dat de beide uitspraken er op onrechtmatige en vooringenomen wijze doorheen zijn “gejast”, om zijn woorden te gebruiken. De omstandigheid dat bovenstaande ongemotiveerde mededeling is gedaan namens één van de raadsheren van de wrakingskamer (mr. Beswerda), die de wraking van cliënt had afgewezen, vormt wederom een bevestiging van de door cliënt geconstateerde vooringenomenheid. Dit is een schoolvoorbeeld van de slager die zijn eigen vlees keurt.

Tot zijn ontsteltenis heeft cliënt inmiddels ook geconstateerd dat mr W.P.M. ter Berg ook de voorzitter was van een eerdere wrakingskamer, die op 27 maart 2018 negatief heeft beslist op een eerder door cliënt ingediend wrakingsverzoek betreffende soortgelijke materie. Hij vindt het onacceptabel dat mr W.P.M. ter Berg nu ook weer als raadsheer zitting had in de recente wrakingskamer. Indien cliënt dit had geweten, dan zou hij daar zeker bezwaar tegen hebben gemaakt. Hij kon het echter niet weten, omdat de samenstelling van de wrakingskamer hem niet bekend is gemaakt én er geen zitting is geweest. Hij werd onverwacht geconfronteerd met een schriftelijke beslissing, zonder dat hij de mogelijkheid heeft gekregen om het wrakingsverzoek ter zitting toe te lichten en ter zitting een indruk te krijgen van de (on)partijdigheid van de raadsheren.

Gezien het bovenstaande herhaal ik mijn verzoeken uit mijn fax van 20 februari jl., met het dringende verzoek hierop niet wederom te reageren met een korte mededeling als in uw e-mail van 21 februari. Mocht de reactie wederom een dergelijke summier geformuleerde afwijzing inhouden, dan zal cliënt zich beraden over een tegen de betreffende raadsheren (zowel tegen de zittingscombinatie die de strafzaak tegen cliënt behandelde als tegen de wrakingskamer) in te dienen klacht.

Met vriendelijke groet,

Thijs Stapel

Stapel Advocatuur

Van: Thijs Stapel [mailto:stapel@stapeladvocatuur.nl]
Verzonden: dinsdag 26 februari 2019 20:10
Aan: Wim Dankbaar
Onderwerp: Fwd: Fax Ontvangen (2p) van door ID 101

Ha Wim,

Nogmaals heb ik vandaag min of meer hetzelfde bericht gekregen. Je zou nu kunnen overwegen om inderdaad klachten tegen de rechters in te dienen, maar ik denk eerlijk gezegd niet dat je daarmee uiteindelijk veel zult bereiken.

Met vriendelijke groet,

Thijs Stapel

Van: “Strafgriffie Leeuwarden (Hof Arnhem-Leeuwarden)” <strafgriffie.Hof-ARLE.leeuwarden@rechtspraak.nl>

Onderwerp: RE: Fax Ontvangen (2p) van door ID 101

Datum: 26 februari 2019 om 13:01:34 CET

Aan: Thijs Stapel <stapel@stapeladvocatuur.nl>

Geachte mr. Stapel,

Namens mr. J.J. Beswerda deel ik u het volgende mee:

Uw brief geeft wederom geen aanleiding tot het nader reageren daarop. Het hof heeft uitspraak gedaan en is tot een nadere reactie niet gehouden.

Met vriendelijke groet,

Mw. TJH (Trijanet) Spreeuwers
Senior administratief medewerker

 

Overigens meent Dankbaar stellig dat het initiatief voor deze procedures niet van Terpstra zelf komt, maar van haar ex-man en vijf kinderen, die haar onder druk hebben gezet om zich te stellen als partij tegen Dankbaar. Dankbaar heeft dit echter nooit mogen aantonen omdat zijn verzoeken om Terpstra in persoon te mogen horen als getuige, steeds werden afgewezen. Zij is dan ook zelf nooit verschenen op de inmiddels meer dan 15 zittingen. Talloze bewijstukken die Dankbaar voor zijn stelling heeft ingebracht zijn steeds  door de rechters genegeerd. Zelfs een zeer recente getuige (G. Kooistra) die Terpstra citeert als volgt:
Ze zei dat ze er ook nog steeds helemaal niets van geloofde dat Marianne dat stuk gefietst zou hebben, omdat ze zo bang was in het donker. Ze wees naar haar laptop en zei: ik krijg nog steeds mail van Wim maar ik moet aan mijn gezin denken, heb ook nog 16 kleinkinderen. Vind het prima dat ze doorgaan maar ze moeten mij er niet meer in betrekken.

Samengevat heeft Dankbaar het tot zijn missie gemaakt om min of meer het volgende aan te tonen.

Marianne is inderdaad verkracht en vermoord door asielzoekers, waaronder hoofddader Ali Hassan, in een caravan op het terrein van het toenmalige AZC. Vervolgens is haar lichaam gedumpt in het weiland waar zij werd gevonden. Een vriend van Ali Hassan, Faek Mustafa, heeft op de dag van de moord deze toedracht van de moord aan de politie verteld. Waarop besloten is dat deze toedracht niet bekend mocht worden en Ali Hassan is opgepakt op zijn huurkamer in Leeuwarden en nog hetzelfde weekend heimelijk het land is uitgezet via het Grenshospitium Amsterdam.

De regie voor deze doofpot-actie was in handen van Harm Brouwer en Joris Demmink, destijds respectievelijk Hoofdofficier van Friesland en Directeur-Generaal Vreemdelingenzaken en Internationale Aangelegenheden.  Later de hoogste mannen van Justitie geworden als respectievelijk baas van het OM en Secretaris-Generaal van Justitie. Nederland en de nabestaanden zijn dus nu al 20 jaar voorgelogen, uiteindelijk ten koste van een veeboer die tot een valse bekentenis is gedwongen op basis van het gestolen-fiets verhaal, terwijl Marianne die avond nimmer op een fiets heeft gezeten.  Juist vanwege de toenemende druk van de publicaties van Dankbaar en consorten, is een voor het publiek geloofwaardige “oplossing” verzonnen teneinde de waarheid te begraven. Uiteraard is dit een misstand van letterlijk ongelooflijke proporties, die derhalve nooit bekend mag worden vanuit de optiek van Justitie. Vandaar dat de boodschappers van deze misstand rücksichtloos, éénzijdig en zonder wederhoor worden afgemaakt in de landelijke media, als wel in de rechtszaal. Geen publieke omroep die Dankbaar eens uitnodigt. Alles onder regie van Justitie en met hulp van Yehudi Moszkowicz, die behalve de moeder van Marianne sinds kort ook Faek Mustafa vertegenwoordigt die op dag 1 aan de politie heeft verteld door wie en waar haar dochter werkelijk is vermoord. Waarbij het opmerkelijk is dat het juist Moszkowicz is die de zaak onlangs bij Pauw weer groots op de kaart zette, waar hij zelf stelt dat zijn cliënten “rust” willen. Het is Dankbaar niet te doen om de nabestaanden lastig te vallen, maar om in het algemeen belang boven water brengen van deze huiveringwekkende misstand, die in feite een samenzwering is tegen onze rechtsstaat en het hele Nederlandse volk, dus ook U! Niemand zou het moeten willen dat onze eigen overheid verkrachtende, keeldoorsnijdende moordenaars een stiekeme aftocht geeft, laat staan er een labiele veeboer voor laat opdraaien.

Deze missie is Dankbaar letterlijk duur komen te staan. Hij is alles kwijtgeraakt. Keer op keer zijn zijn grondrechten geschonden. Keer op keer werden zijn noodzakelijke getuigen voor zijn verdediging afgewezen. De financiele schade die hij heeft opgelopen is ruim 20 keer zo groot als de schadevergoeding (€ 40.000) die de vermeende moordenaar aan de vader van Marianne Vaatstra moest betalen.  Alleen dit astronomische bedrag toont voor Dankbaar reeds aan welke belangen hier in het geding zijn. Keer op keer is hij zonder wederhoor afgebrand in landelijke media met beledigingen als vieze leugenaar, complotidioot, kierewiet, stalker, lasteraar, TBS patiënt, mafklapper, enzovoort. Waarmee ook indirect de goede naam van zijn eerzame familie werd aangerand. Dat is kennelijk de prijs die een burger betaalt voor het trachten aan te tonen dat er in sommige onderdelen van onze rechtsstaat  iets goed mis is.

Een voorlopig getuigenverhoor is in deze zaak noodzakelijker en urgenter dan ooit. In het algemeen maatschappelijk belang. Voor Dankbaar zelf heeft dit zelfs een spoedeisend belang, omdat hij aan de grond zit en via de reguliere rechtsgang steeds nul op het rekest heeft gekregen. Daarnaast omdat sommige getuigen een leeftijd bereiken waardoor zij  binnenkort niet meer onder ons zijn.  De lokale rechtbanken hebben het consequent laten afweten. Dankbaar is overtuigd dat zijn werkelijke oppositie een deel van de Staat der Nederlanden is. Een macht die hij kennelijk heeft onderschat. Daarom richt hij zijn getuigenverzoek nu aan de Staat der Nederlanden. Pas na het horen van de getuigen kan zijn rechtspositie bepaald worden. Pas na het horen van de getuigen kan beoordeeld worden of hij schuldig is of niet. Pas dan kan vastgesteld worden of hem terecht en rechtmatig zijn hele vermogen is afgenomen. Of hij terecht beschimpt is in de media. Of hij terecht veroordeeld is. Of hem onrechtmatige daden zijn aangedaan.

Dankbaar stelt dat hij nooit in zijn benarde situatie terecht was gekomen als Justitie meteen de waarheid over de moord op Marianne Vaatstra had verteld. De waarheid die Justitie volgens Dankbaar vanaf dag één wist. Dan was zijn missie immers niet nodig geweest. Dan waren de rechtszaken waar hij slachtoffer van werd, niet tegen hem aangespannen.

Over Wim Dankbaar

researcher/publicist/ondernemer
Dit bericht werd geplaatst in Joris Demmink, Marianne Vaatstra. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s